Kristof Michiels vindt heisa over ‘Platendraaiers’ voorbarig: ‘Alsof ik bewust vrouwen uit de docu weer’
Vijftig jaar Belgische deejay-geschiedenis, dat verdient een documentaire, vond Kristof Michiels, beter bekend als DJ 4T4. Platendraaiers is een ode aan de stiel, en dat zonder oogkleppen. Al zorgde de voorafgaande promocampagne wel voor wat beroering. ‘Bij Canvas lagen ze eerder wakker van de aanwezigheid van Pat Krimson dan van het gebrek aan vrouwelijke gezichten.’
U kent hem als 4T4, de dj van de West-Vlaamse hiphopformatie ’t Hof van Commerce. Of als de producer achter Ultrasonic 7, bekend van de dansvloerklassieker Lips They Move. Of als zijn sologedaante Meneer Michiels, die met albums als Klets en Wereldburger schwung geeft aan het Limburgs. Maar Kristof Michiels kan ook overweg met de montagetafel. Zijn nieuwste worp heet Platendraaiers, een driedelige documentaire op Canvas over wat in coronatijden zowat het minst benijdenswaardige beroep ter wereld moet zijn: de dj, en meer bepaald zijn vijftigjarige geschiedenis in België.
De buitenwippers van de Charlatan zeiden me: “Als jij komt draaien wordt er bijna nooit gevochten.” Het beste compliment dat ik al heb gekregen.
Kristof Michiels: De timing is een beetje vreemd, ja. Maar de montage was net klaar toen corona het hele nachtleven lamlegde. Er zit zelfs een uitspraak van CJ Bolland in, die zegt dat het ’toptijden’ zijn voor dj’s. (lacht)
Misschien is de coronacrisis net een goed moment voor een dj-documentaire, want het blijft toch een onderschatte en al te vaak miskende job. Ik denk dat heel veel mensen op dit moment verlangen naar een goede dj, die hen eens meeneemt op een escapistische trip. Toch bestaan er nog steeds veel vooroordelen tegenover dj’s, van het type ‘die duwen gewoon op start en stop’ en ‘het zijn veredelde jukeboxen, die vetbetaald worden om de hele tijd te feesten en gratis champagne te hijsen’. Terwijl dat in de meeste gevallen helemaal niet klopt! Op hoog niveau spelen dj’s een belangrijke rol in de muziekgeschiedenis, maar ook op microniveau zijn ze zoveel meer dan showbeesten die op wat knopjes duwen.
Ik zal je een persoonlijk voorbeeld geven: toen ik vroeger veel ging draaien in de Charlatan (een muziekcafé in Gent, nvdr.), waren de buitenwippers telkens opgelucht. ‘Als jij komt draaien wordt er bijna nooit gevochten’, zeiden ze. Het béste compliment dat ik ooit kreeg. Want een goede dj zorgt er niet alleen voor dat de dansvloer vol staat, hij bewaakt het gemoed van en de sfeer onder álle mensen in de zaak.
Hoe doe je dat, er als dj voor zorgen dat er niet gevochten wordt?
Michiels: Door niet te veel donkere, agressieve nummers achter elkaar te spelen, bijvoorbeeld, maar evengoed door de dansvloer niet te bombarderen met te veel seksueel geladen muziek. Dat is de sfeer goed beheren, oog hebben voor je publiek.
Is de geschiedenis van de Belgische dj-wereld zo bijzonder dat ze een eigen docu verdient?
Michiels: Ik vind van wel. We zijn een bijzonder landje, hè? En binnen dat kleine grondgebied speelde er zich heel wat af, op dj-gebied. Bill Brewster, een Britse journalist die het geweldige naslagwerk Last Night a DJ Saved My Life heeft geschreven, zegt het ook in de documentaire. Hij noemt België ‘quite an important little country’ in de geschiedenis van de dj- en clubcultuur. En die cultuur bestaat ook al láng. Want dat wil ik wel duidelijk stellen: dit is geen documentaire over elektronische dansmuziek in België. Dat verhaal is al eens verteld, onder meer met de documentaire The Sound of Belgium. Platendraaiers gaat terug tot de jaren zestig, toen een cafébaas uit Genk voor het eerst de hedendaagse discobar met twee platenspelers en een mengpaneel bedacht, of toen Mike Verdrengh en Zaki Dewaele – lang voor hun VTM-carrières – de hort opgingen als de Mike & Zaki Show en zich ontpopten als de eerste superstar deejays van België. Het is dus geen toeval dat Tomorrowland, de wereldwijde hoogmis van de dansmuziek, bij ons in Boom plaatsvindt, en niet in Londen of New York.
Van schlagers tot hardstyle, alles komt aan bod.
Michiels: Zeker weten. Van oude rot Jos Van Oosterwyck, die met de Manhattan de eerste megadancing in Europa oprichtte en mee aan de wieg stond van Tien om te zien, via Sven Van Hees en 2manydjs, tot Dimitri Vegas en DJ Coone, veruit de bekendste dj in de hardstyle. Geen enkel genre wordt stiefmoederlijk behandeld, want het gaat niet over smaak, wel over de evolutie en de passie van álle dj’s.
Heb ik dat trouwens goed gehoord, dat jij Pat Krimson van 2 Fabiola ergens een Johnny noemt?
Michiels: Nee, dat heeft hij zélf gedaan! (lacht) Ik zal eerlijk zijn: ik heb mijn oogkleppen moeten afzetten voor deze documentaire. En ik ben blij dat ik het gedaan heb. Natuurlijk is wat Dimitri Vegas, TLP of 2manydjs doen heel verschillend, maar uiteindelijk doen en zeggen ze allemaal op hun manier hetzelfde: als je niet de platen draait die je goed vindt, en dat niet met de juiste intentie doet, dan werkt het niet. Heel simpel, maar helemaal waar.
Er ontstond op sociale media nogal wat heisa toen er bij wijze van promotie een collage van alle dj’s op Facebook verscheen. Daar stond geen enkele vrouw tussen, en ook in de documentaire zelf zie ik voornamelijk mannen de revue passeren. En dat terwijl de top 3 van de beste Belgische dj’s op de Elektropedia Awards van 2019 met Amelie Lens, Charlotte de Witte en AliA helemaal vrouwelijk was.
Michiels: Tja, die heisa. Nogal voorbarig, niet? Kijk, ik geef toe dat die collage niet mijn beste idee was. Dat heb ik wel degelijk ingezien. Maar maak daar nu niet van dat ik bewust vrouwen uit de documentaire weer. Dat is níét het geval! Charlotte de Witte kon jammer genoeg geen tijd vrijmaken voor een gesprek, maar wordt wel degelijk vernoemd. Amelie Lens heb ik wel kunnen interviewen, na lang en hard aandringen. Ik heb haar echt gestalkt, omdat ik vond dat ze erbij moest zijn. En toen ik begon met researchen en draaien stond AliA nog niet op mijn radar. Dat is jammer, want ze is zeker iemand met een eigen stijl en verhaal. Dj Trish zit er uiteraard ook in, omdat ze begin jaren negentig een belangrijke rol speelde in de technoscene. Van D’Stephanie, een bekende house-dj uit het Antwerpse, heb ik leuk archiefmateriaal uit het VRT-programma Afrit 9 gebruikt. Ook Zohra komt even aan bod.
Voor mij vormen vrouwelijke dj’s trouwens helemaal geen categorie apart. En ik heb ook geen documentaire over diversiteit in de dj-wereld gemaakt, hè. Ik wou een historisch gestoffeerd, positief verhaal over de dj-cultuur vertellen. Voor een breed publiek, gemonteerd op veel muziek, zoals een visuele dj-set. Een ode aan de stiel. Dat er meer mannen dan vrouwen aan bod komen, daar kan ík weinig aan doen, want het was nu eenmaal heel lang vooral een mannenwereldje. Dat is nu gelukkig aan het veranderen. Over vijftig jaar zal de dj-geschiedenis er helemaal anders en veel vrouwelijker uitzien, en dat juich ik toe. Dat ik voor de vele keuzes die ik in functie van de documentaire heb gemaakt kritiek zal krijgen, dat neem ik er bij. Kritiek moet er zijn.
Onze dj’s en mobiele discobars zijn óók cultureel erfgoed. Het is zelfs volkscultuur bij uitstek.
Dan zul je blij zijn met volgende quote: ‘Canvas is een ezel die zich telkens opnieuw aan dezelfde steen stoot (…) de mensen die ervoor werken blijven dezelfde kortzichtige beslissingen nemen. Het is cultureel snobisme.’ Getekend: Kristof Michiels, die voor Canvas net een driedelige documentaire inblikte.
Michiels: (lacht) Dat heb ik twee jaar geleden in De Morgen gezegd, ja. Ik was toen erg teleurgesteld omdat ze mijn documentaire film Wien is ’t Hof Van Commerce? niet wilden uitzenden. Maar dankzij die uitspraak heb ik wel Platendraaiers kunnen maken, uiteindelijk. Want nethoofd Olivier Goris kon me wel volgen in mijn kritiek. Dus zijn we eens gaan praten, en toen mocht ik op Canvas dus een lans breken voor kermismuziek. (lacht) Daar zaten ze dus echt mee in, hè. Patje Krimson en Bonzai Records op een cultuurzender? ‘Oei, wat zullen de kijkers daarvan zeggen?’ Daar lagen ze bij Canvas meer van wakker dan van het gebrek aan vrouwelijke gezichten, eerlijk gezegd. Maar onze dj’s en onze mobiele discobars zijn óók cultureel erfgoed, vind ik! Het is zelfs volkscultuur bij uitstek. En het moet op die zender ook niet altijd over de muziek van Bart Peeters of TC Matic gaan, weet je wel? (grijnst)
Je bent niet vies van een beetje controverse of provocatie, is het niet? Als Meneer Michiels spuw je op nummers als Zand in ons ogen, Al uw miserie en Iedereen bondscoach flink je gal over mens en maatschappij.
Michiels: Ik wil niet zozeer provoceren, maar soms wel wat taboes doorbreken, en dat met een flinke geut idealisme. Te veel mensen zijn tegenwoordig bang om op zere tenen te trappen, en met al die politieke correctheid gaat het soms ook de verkeerde richting uit, als je het mij vraagt. Maar dat is zeker niet de reden waarom ik mijn muziek maak of mijn teksten schrijf. Dat doe ik vooral omdat ik het gráág doe. Ik wil zo dicht mogelijk bij mijn idee raken, en dat lukt best goed. Mensen mogen wat ik doe dus gerust een beetje raar vinden. Elk vogeltje zingt, of rapt, zoals het gebekt is.
Je hebt dit jaar twee albums tegelijk uitgebracht, Wereldburger en Puur poeier. Daarop staan een hele resem gasten: Boudewijn de Groot, Raymond van het Groenewoud, Frank Vander linden, Wannes Cappelle, Hannelore Bedert, Stijn, Marcel Vanthilt, Témé Tan. Het lijkt wel alsof je je eigen #ikluisterbelgisch-playlist hebt samengesteld.
Michiels: En in Als moeder zingt citeer ik dan nog eens meer dan honderd Nederlandstalige klassiekers. (lacht) Ik doe gewoon mijn ding, hoor, maar ik juich het wel toe, zo’n initiatief als #ikluisterbelgisch op Stubru. Echt iets om verder op te bouwen, want je voelt de appreciatie voor Belgische artiesten wel groeien daardoor. En iemand als ikzelf, die moeilijk in een genrehokje te duwen is, komt tenminste eens aan bod op de radio. Grappig, trouwens: ooit kopte De Morgen boven een interview met mij: ‘Ja, ik vind zelfs Ann Christy soms goed.’ Dat vonden ze blijkbaar opvallend. Terwijl niemand daar tegenwoordig van opkijkt, een Ann Christy of Boudewijn de Groot in de platencollectie of playlist van een rocker of een rapper. Dat vind ik een zeer goede evolutie in de muziek: als het goed is, is het goed. Zoiets kan alleen maar meer mensen motiveren om risico’s te nemen en hun eigen ding te doen. Doe die oogkleppen gewoon af, mensen, dan zul je minder snel botsen met een ander.
Platendraaiers
Vanaf 13/12 op Canvas en VRT Nu.
Kristof Michiels
Geboren in 1973 in Leopoldsburg.
Richt in 1997 samen met Flip Kowlier en Serge Buyse de hiphopformatie ’t Hof van Commerce op.
Scoort in 2003 als Ultrasonic 7, samen met zanger Tom Derie, een hit met de single Lips They Move.
Debuteert in 2015 solo als Meneer Michiels, met het album Met voorbedachten rade, gevolgd door Klets (2018) en Wereldburger/Puur Poeier (2020).
Regisseert in 2018 de mockumentary Wien is ’t Hof van Commerce?
Maakt de driedelige documentaire Platendraaiers, vanaf deze week te zien op Canvas.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier