Jong muziekgeweld op Theater aan Zee: Stoomboot

Dagelijks stelt Knack Focus u een jonge beloftevolle muzikant voor die ten dans speelt op Theater aan Zee. Stoomboot is de alias van Niels Boutsen, die zijn hart verloor aan kleinkunst.

Met een artiestennaam als Stoomboot lijkt Niels Boutsen wel voorbestemd voor Theater. Zijn muzikale carrière kent een hoogtepunt in 2012. De singer-songwriter was met zijn 19 lentes de jongste winnaar ooit van de Nekka-wedstrijd, en kon dankzij zijn overwinning verder timmeren aan de weg met Stoomboot. Hij treedt als eerste op in de reeks Jong Muziek van Theater aan Zee.

Stoomboot wordt vaak omschreven als kleinkunst. Is dat ook het etiket dat u zou gebruiken? Niels Boutsen: “Ik denk het wel. ‘Kleinkunst’ is een beladen term, maar er komt geen genre dichterbij. Het vertelt waar het om draait: het is Nederlands en draait vooral rond de tekst.”

Waarom kleinkunst? Het lijkt toch vooral een genre voor oudere bebaarde mannen en dus een vreemde keuze als jonge muzikant.

Boutsen: “Daar zijn twee verklaringen voor. Je kan zeggen dat, als je je gevoelens en gedachtes probeert te verwoorden, het veel evidenter is om dat te doen in je moedertaal. Vanaf het moment dat je moet vertalen, verlies je veel finesses. De grootste reden is dat ik ook een Engelstalige singer-songwriter ben geweest, maar dat ik hoorde van mijn vrienden dat mijn Engels accent niet echt denderend was (lacht). Als ik dus iets wou doen dat niet doodliep op een accent, moest ik in het Nederlands gaan schrijven. Ik merkte dat het veel eenvoudiger was omdat ik veel meer to the point kon schrijven. Je kan dieper gaan, een tweede en derde laag in een nummer steken.”

U studeert geschiedenis. Boutsen: “Ik heb wel overwogen om iets met muziek te gaan studeren. Ik heb veel oudere vrienden, waarvan er enkele muziek studeren. Als zij praten over wat zij doen, heb ik vaak het gevoel dat zij beperkt werden in hun creativiteit. Dat kan natuurlijk ook een excuus voor mezelf zijn om het niet te durven. Maar muziek is een passie en ik wilde het als passie houden.”

“Wat ik doe, is muzikaaltechnisch niet echt sterk. Ik schrijf een tekst, bedenk een akkoordenschema omdat het goed klinkt, en breng dat samen. Veel techniek en muzikaliteit komt daar niet bij kijken. Ik wilde gewoon de passie erin houden. Geschiedenis is totaal de andere richting uit, maar dat is goed. Soms schrijf ik iets, geraak ik totaal vast maar dan heb ik nog altijd mijn boeken. Dan hou ik mij daar mee bezig, geraak ik het beu, en keer ik terug naar de gitaar. Ik heb een continue stroom van productiviteit.”

“Ik heb vorig jaar geprobeerd om mij enkel op muziek te focussen. Ik had een huisje gehuurd, zonder internet, met het idee van “we gaan nu twee weken schrijven”. Na drie dagen ging dat al niet meer omdat ik zo verdwaalde in mijn eigen hoofd.”

Hoe komen uw nummers tot stand? Boutsen: “Ik vertrek altijd van het tekstidee. Ik loop over straat, zie iets, krijg een idee. Soms wordt dat een nummer, soms ongelofelijk onzin. ‘Oud Vrouwtje’, bijvoorbeeld, gaat over een vrouwtje dat ik over straat zag lopen. Ze had moeilijkheden met stappen. Ik vroeg haar of ik haar moest helpen en zette ik haar af waar ze moest zijn. Toen dacht ik “Wat als ik haar niet had geholpen?”, en daar ontstond het nummer over de mens die vooral bezig is mijn zijn eigen heil. Het zijn dus vooral heel kleine dingen. Er zijn al genoeg grote nummers over grote gevoelens en gedachten geschreven. Ik waag me er wel aan, maar dan beland ik vaak in de meligheid.”

Hoe pakt u de twee optredens op TAZ aan? Boutsen: “Vanaf het begin was duidelijk dat men verwachtte dat de twee sets verschillend zouden zijn. Toen kwam het idee om één ervan met band te proberen. Het is ook voor mezelf interessant om te ontdekken hoe dat voelt. Ik wou sowieso muzikanten die vanuit een circuit kwamen dat niet perfect overeen kwam met dat van de singer-songwriters. Toen kreeg ik een mail van een contrabassist, en dat was een grote plus. Ik vind contrabas een van de coolste instrumenten ter wereld. In drie weken viel alles op zijn plaats.”

“Optreden met een band is voor mij heel boeiend. Ik aard zelf heel goed alleen op het podium omdat ik dan heel gemakkelijk kan anticiperen en reageren op het publiek. Als een nummer niet past, speel ik gewoon iets anders. Met een band is dat allemaal complexer. Als je alleen speelt, is er quasi geen muur tussen muzikant en publiek. Het is bijna man op man en dat vind ik interessant.”

Vanwaar in hemelsnaam de artiestennaam Stoomboot? Boutsen: “Voor mij waren er twee criteria. Ten eerst moest de naam een mooi woord zijn. Ik heette eerst Niels, maar vond dat een beetje stom. Ik zat eens in de Vooruit met een vriend, toen er een boot passeerde waarop een vriend van mij met een Gents accent zei “Dat is een stoomboot!”. Ik vond dat zo’n mooi woord dat ik daar wel iets mee moest doen. Het tweede criterium was dat de naam systematisch veel vragen moest oproepen. Op de Nekka-wedstrijd zei de jury dat alles goed was, behalve mijn naam. Die vonden ze degoutant, wat natuurlijk de perfecte drijfveer is om hem te blijven gebruiken (lacht).

Wat na Theater aan Zee? Boutsen: “In het najaar doe ik een theatertournee met twee andere Nederlandstalige groepen. Voor Stoomboot zijn we nu bezig met het opnemen van een single. Ik wil de Nekka-stempel kwijt geraken. In december is er een nieuwe winnaar, met alle aandacht en promo die hij verdient maar die ik dus niet meer ga hebben. Nekka heeft voor mij vooral getoond dat ik mag durven dromen en dat de ettelijke uren dat ik bezig ben met Stoomboot, niet zijn weggesmeten. Ik ben nu gewoon aan het schrijven en mij aan het amuseren. We zullen wel zien waar we komen. Dat is de veiligste uitspraak die ik kan doen, niet te veel met mijn voeten van de grond gaan bengelen.” (MVG)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content