Jeroen Perceval maakte een hiphopplaat: ‘Terwijl de wereld fokking naar de kloten aan het gaan is’
Jeroen Perceval, de karakterkop die u kent van film en tv, heeft behalve acteren een tweede passie: hiphop. Beestje is zijn tweede Nederlandstalige rapalbum als Kramer, en hij neemt geen blad voor de mond. ‘Zacht zijn voor de mensen, oké, maar iemand moet er ook eens keihard op kakken, toch?’
We spreken af met Jeroen Perceval in Gent, sinds een halfjaar zijn nieuwe thuisbasis. Antwerpen werd ingeruild voor het rustige Lovendegem, ongeveer tegelijk met de geboorte van zijn dochter, Cézanne. Het is vroeg in de middag, en we zijn de eerste klanten in café Albatros, een bruin café voor hippe vogels aan de ‘juiste’ kant van de Gentse Vrijdagsmarkt. Ook in de kroegen links en rechts van de Albatros verzamelen in het weekend vooral muzikanten, theatervolk, kunststudenten en andere creatievelingen. Collega-acteur Titus De Voogdt, die net als Perceval deel uitmaakt van de cast van het gijzelingsdrama De dag, heeft hij er al eens tegen het lijf gelopen, maar een vaste klant is hij niet.
Ik heb het geluk dat slechte regisseurs me nooit vragen.
Ook op het Film Fest Gent hebben ze Perceval niet gezien, ondanks de première van de nieuwe Tom Lenaerts-serie Over water, waar hij een rol in heeft. Ook Beautiful Boy, het Hollywooddebuut van Felix Van Groeningen, in wiens Dagen Zonder Lief (2007) hij speelde, gaat hij liever later in de bioscoop bekijken. ‘Ik doe dat niet zo graag, premières en zo’, schokschoudert hij. ‘Ik moet me meestal forceren om ernaartoe te gaan en mijn kop te laten zien. Ik hou niet van al die drukte.’ Snapshots op de rode loper interesseren Perceval al helemaal niet. Zoveel bleek al uit Selfie, de eerste single uit zijn nieuwe album Beestje:
Shit, eindelijk famous
Ik mag naar die speciale feestjes
Met allemaal persoonlijkheden
Mijn vriendin is model die rechten studeerde
Maar sinds haar optreden in Temptation Island, kan ze van opdrachten leven
En ik moet veel selfietjes geven
Want dan kan een mongool laten zien
Dat hij ook wel iets betekent
Met sarcastisch genoegen zet Perceval, over beukende beats van C.J. Bolland, het wereldje van Instafilters, volgers en likes in de zeik. ‘Pas op, er zit ook zelfspot in, hoor’, haast hij zich. ‘Het is niet alleen maar afgeven op een ander.’ En toch. De statusdrang, de hang naar een paar minuten roem of bevestiging, Perceval denkt er het zijne van. ‘Het verbaast me hoeveel tijd en energie sommige mensen daarin steken.’
Verbazing, zeg je. Maar toch ook een pak ergernis, heb ik de indruk?
Jeroen Perceval: Ja, natuurlijk. Ergernis kan zeker een drijfveer zijn om iets te schrijven of te maken. Maar ook verwondering over wat ik om me heen zie en hoe de dingen gaan. Daar vertel ik over, over hoe mensen zich gedragen, of over de dingen die ze doen om geliefd te zijn. Zo bekijk ik het ook: met liefde, niet met bitterheid of zo. Het draait uiteindelijk allemaal om liefde. Liefde vragen, hunkeren naar liefde, en elk doet dat op zijn manier.
Een fragment uit het hilarische Johnny de pony: ‘Johnny de pony/ Hangt aan de gewichtjes/ Zit uren in de fitness/ En ligt onder de lichtjes/ Om er goed uit te zien/ Zodat hij op een dag/ Niet hoeft te rukken misschien/ Zodat hij op een dag/ Kan neuken wat hij wil.’ Ook een kwestie van liefde?
Perceval: Het zal wel zijn! Het gaat natuurlijk over macho’s, over die zonnebankende gasten met een gepersonaliseerde nummerplaat die pochen over hoeveel grietjes ze op hun kerfstok hebben gezet en daarmee hun eigen ego strelen. (lacht) Maar uiteindelijk proberen zulke types ook maar de gaten in hun hart te vullen. Niet op de manier waarop ik het zou doen, maar… Ook in mij zit een Johnny de pony, een haantje, een kleine macho. Vooral vroeger, toen ik nog een puber was en rondhing in het Antwerpse hiphopmilieu. Tegenwoordig voel ik hem wel niet zo hard meer. Maar ik snap het wel, hoor. In het dierenrijk moet er altijd een koning-aap zijn, degene met de hoogste status, die het meest mag neuken en zijn genen mag doorgeven. Op de unief zijn dat de proffen met de meeste gepubliceerde papers, bij schrijvers die met het grootste aantal verkochte boeken, bij acteurs die met de meeste prijzen. Het is grappig, hoe de mens daar heel de tijd mee bezig is en maar niet voorbij dat statusgedoe raakt.
‘Ik vlieg van New York naar LA dus/ Ik leef die belangrijke leven/ Net nog in Parijs gezeten/ En met die ene gegeten/ Die belangrijk is in de wereld’, rap je nog in Selfie. Zie ik daar een verwijzing naar collega’s in het filmcircuit?
Perceval: Dat is echt niet de bedoeling, zeker niet. Het kan evengoed over fotomodellen gaan, of over muzikanten die erop kicken om in LA een plaatje te gaan opnemen.
Na Rundskop ging het voor jou niet meteen richting Hollywood.
Perceval: En toch heb ik keiveel vruchten geplukt van Rundskop. Die film heeft alles in gang gezet. Ik heb sindsdien nauwelijks stilgezeten en veel mooie rollen kunnen spelen. Je hoort me zeker niet klagen. Ik heb het geluk af en toe ook afgedwongen, door kritisch te zijn en mijn rollen zorgvuldig te kiezen, bijvoorbeeld. En ik heb geluk dat de slechte regisseurs mij nooit vragen. (grijnst)
Ik kom soms naakt op tv, dus waar moet ik mij nog over schamen?
Kroop je voor de songs op Beestje ook in de huid van andere personages?
Perceval: Nee. Ik heb gewoon gezegd wat ik wilde zeggen. Ik vertel of ik vertolk, meer niet. Het is een soort noodzaak. Het zuivert mij, het voelt alsof het van mij een beter mens maakt. Wanneer ik songs of een film schrijf of onderzoek doe naar personages, dan helpt dat me om de wereld beter te begrijpen. Het is een soort neurose. Als ik het niet doe, dan eet ik mezelf op. Dan word ik heel destructief. Dus moet ik die energie transformeren tot iets positiefs.
Over die destructiviteit heb je het in de titeltrack: ‘Shit, ik kan nie stoppen/ Ook al blijf ik het proberen/ Elke ochtend ben ik aan het zweren/ Dat het m’n laatste keer zal wezen/ Dan gaat het even goed/ En dan willen we om dat te vieren/ Toch weer iets nemen/ Voornemen verdwenen.’
Perceval: Ja, die tekst, die intussen een paar jaar oud is, heb ik geschreven tijdens een van de moeilijker momenten in mijn leven.
Het gaat over drugs, over depressie, over angst en onzekerheid. Open en bloot, zonder enige schroom.
Perceval: Daar heb ik geen probleem mee. Ik kom ook soms in mijnen bloten op tv, dus waar moet ik mij nog over schamen? (lacht) Hoe meer open en rechtuit je bent, hoe minder je geneigd bent om je te schamen. Oprechtheid en openheid werken helend. In die zin is Beestje een heel transformerend nummer. Ik had een moeilijk moment en in plaats van dope te nemen heb ik die tekst geschreven.
Het gebeurt niet veel in de Nederlandstalige muziek dat iemand zo rauw over drugs en depressie durft te schrijven.
Perceval: In de Engelstalige muziek nochtans wel. Van Johnny Cash tot Lou Reed en Amy Winehouse, er zijn zoveel mensen die over hun problemen zingen. Als Eminem rapt over hoe kut hij zijn moeder vindt, of over zijn duistere alter ego Slim Shady, dan komt het op de radio. Maar doe hetzelfde in het Nederlands en dan is het blijkbaar superconfronterend. Tja.
Jeroen Perceval
Geboren in 1978 in Antwerpen. Vader is regisseur en Het Toneelhuis-stichter Luk Perceval, oom is acteur Stefan Perceval.
Studeert in 2001 af aan Studio Herman Teirlinck.
Acteert in Dagen Zonder Lief (2007) van Felix Van Groeningen, Rundskop (2011) van Michaël R. Roskam, Borgman (2013) van Alex van Warmerdam, Paradise Trips (2015) van Raf Reyntjens en D’Ardennen (2015) van Robin Pront.
Speelt ook mee in de tv-series Duts, Generatie B, Tabula rasa, De dag, 13 geboden en het nog te verschijnen De bende van Jan de Lichte.
Schrijft in 2003 het theaterstuk D’Ardennen, dat diende als basis voor het scenario van de film.
Regisseert in 2014 de kortfilm August, goed voor Le Grand Prix National op het Brussels Short Film Festival. Werkt momenteel aan het scenario van Dealer, een film die hij zelf zal regisseren.
Rapt als Kramer in 2014 Droom & waakt vol. Beestje is zijn nieuwe, tweede plaat.
Over een twaalf-, dertiental jaar zal je dochter ook naar je liedjes luisteren.
Perceval: En dan zal ik zeggen: ‘Meisje, niet doen zoals papa, hè!’ (lacht)
Hoe voelt het om vader te zijn?
Perceval: Heel leuk. Het maakt je hart zoveel groter. Wonderbaarlijk is het.
Ik ben eens op je socialemediaprofielen gaan snuisteren. Op Facebook deel je veel artikels over de klimaatopwarming.
Perceval: Als ik dan toch op Facebook zit, kan ik het maar beter voor iets nuttigs gebruiken. Maar ik ben zeer met de milieuproblematiek begaan. Ik bedoel, hoe kun je er nu níét mee begaan zijn! En hoe is het mogelijk dat het zo moeilijk is voor de politiek om het serieus te nemen? Blijkbaar is het moeilijk omdat ze allemaal in de zak zitten van multinationals die zich niets aantrekken van de planeet en hoeveel mensen er sterven. Ze hebben hun miljardjes en zullen uiteindelijk wel een kolonie op Mars stichten, zeker? Ik word daar heel kwaad van, en daardoor voel ik de noodzaak om zoveel mogelijk het bewustzijn daaromtrent aan te zwengelen. Meelopen in marsen en zo doe ik niet, maar soms pols ik weleens bij bepaalde organisaties of ik iets kan doen.
Er een nummer over schrijven, bijvoorbeeld?
Perceval: Ik heb het al geprobeerd, maar het klinkt snel zo pamflettistisch. Het sluipt hier en daar wel binnen, hoor, zoals in Ik heb het gère.
‘En we gooien nog een filtertje/ Over die foto op Instagram/ Of hebben nog een mooi zinnetje/ Op Facebook, kijk hoe tof we zijn’ – dat bedoel je?
Perceval: Ik heb het ook over de poppenkast op tv, en over dat niets de moeite waard is zonder liefde, maar het is toch waar? Soms zie ik Instagramaccounts van schone madammen, en die staan vol met alleen maar foto’s van henzelf. Daar krijg ik het van. Zijn er dan echt geen prangender zaken in de wereld dan foto’s van je eigen smoel? Of mensen die koste wat kost moeten laten weten dat ze op dit theaterfestival of op dat filmfestival aanwezig zijn. (zucht) Terwijl de wereld fokking naar de klote aan het gaan is! Snap je? Dat is dus het wonderlijke en ergerlijke, vind ik, die honger van de mens naar altijd meer. We zijn slaven van die honger naar bevestiging. En ik weet het wel, je moet ook zacht zijn voor mensen, en er zijn er die echt hun best doen. Maar af en toe moet er ook eens iemand keihard op kakken, toch? Al geef ik toe dat ik even schuldig ben aan datgene waar ik op afgeef. Ik kak dus ook op mezelf!
Op je eigen Instagram zag ik een foto van een naakte Harvey Keitel in Bad Lieutenant. Een film die impact op je had, stond erbij.
Perceval: Een geniale vertolking, vind ik dat. Hij is aan het afkicken, in zijn blote flikker, en tegelijk aan het huilen. Prachtig. De schaamte voorbij. Die wanhoop, die duisternis zó goed kunnen vertolken. Ik droom ervan om zo’n rol te mogen spelen.
Aan duisternis alvast geen gebrek op Beestje.
Perceval: Er zit wel wat duisternis in me, ja. En ik vorm ze om tot de dingen die ik doe – spelen en schrijven. Het is als een donkere hond die met je meeloopt en die je tevreden moet houden door hem af en toe een koekje te geven.
De titel van je volgende, eigen filmproject is Dealer. Dat belooft.
Perceval: Ik zit nog altijd in de schrijffase, dus ik kan er nog niets concreets over zeggen. Maar het is geen comedy, dat is waar. (lacht)
Beestje
Uit op 9/11 in eigen beheer.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier