Jazz Middelheim: Verslag van de slotdag

Opvallend veel minder volk op Jazz Middelheim. De hoogtepunten van deze editie waren nochtans op de laatste dag te zoeken.

Stephane Galland: LOBI*** Stephane Galland bewandelt met zijn band Lobi gelijkaardige paden als pianist Tigran Hamasyan de dagen tevoren ook al deed. Niet toevallig lagen samenwerkingen tussen de Aka Moon-drummer en “the artist in residence” aan de basis van dit project. Je kan het wereldjazz noemen; muzikanten met verschillende culturele achtergronden die samen zoeken naar een gemeenschappelijke taal.

Een Belgische drummer, een Bulgaarse Balkanaccordeonist, een Turkse darbukavirtuoos, een Spaanse flamencobassist, een Frans-Ivoriaanse fluitist/zanger en een Zwitserse pianist die inspiratie haalt uit Afrika en India. Wat hen verbindt is dat ze allen hun ego ondergeschikt maken aan de muzikale zoektocht. Waar Tigran zich nog te vaak verborg achter spektakel, zoeken Galland en zijn internationale vrienden grotere diepgang op. Ook de drummer zelf speelde verfijnder dan we hem ooit bij Aka Moon hebben gehoord. En dat allemaal zonder loops, echo’s of andere geluidseffecten. Je moet het ze maar nageven, tegenwoordig.
Bill Charlap Trio***
Nog meer elegantie, maar dan in maatpak, bij het trio van Bill Charlap. Geboren in een muzikale familie, groot geworden aan de zijde van Gerry Mulligan en Phil Woods en vandaag geprezen als vaandeldrager van de Great American Songbook, gaf deze pianist zijn allereerste, lang verwachte concert in Vlaanderen. Met dezelfde reverence als waren het Beethoven sonates, bracht hij standards als ‘I’ll Remember April’, ‘Who Cares’ (“we do!” riep iemand in het publiek) of ‘Somewhere Over The Rainbow’.

Charlap bezit een tactvolle zorgvuldigheid en een licht toucher die herinneren aan eminente voorgangers als Art Tatum, Erroll Garner of Hank Jones. Vooral in de trage ballads blinkt hij uit. Hoe hij Kurt Weills “September Song” bracht, één chorus, bedaard en onthaast, was pure klasse. Wat gek dat zijn beide begeleiders, bassist Peter Washington en in mindere mate drummer Lewis Nash (die bijna het hele concert met brushes afwerkte), om de een of andere reden nooit echt wisten in te haken? Washington leek bovendien het hele concert onder de toon te spelen.
Charles Lloyd Quartet*****
De blues, zo begon het. Hardbop, maar dan opnieuw verzonnen. Saxofonist Charles Lloyd speelde met een zeldzame rust. Zachtaardig, met een verraderlijk weemoedige toon die meer herinnerde aan Lester Young dan aan John Coltrane. Om dan het volgende moment weer onstuimig vanuit de diepte uit te halen. En wat dan van die jonkies die hem begeleidden? Welk een harmonische rijkdom en ritmische vindingrijkheid bij pianist Jason Moran. Of bassist Rueben Rogers, vol warmte en swing. En drummer Eric Harland: kordaat en steeds gedienstig op zoek naar de perfecte sound.

Op zo’n momenten schieten, na vier dagen en 14 concerten, woorden even tekort. Het concert van het Charles Lloyd Quartet was niet alleen het absolute hoogtepunt van Jazz Middelheim 2013, maar mag gerust in het rijtje legendarische concerten uit de hele geschiedenis van het festival worden bijgeschoven. Roll over, Bill Evans en Stan Getz.
Randy Weston’s African Rhythms Septet**
De vorige passage van Randy Weston op Jazz Middelheim, twee jaar geleden, zat ons nog té vers in de oren. Toen waren we al niet overdonderd door zijn African Rhythms en nu was dat ook weer niet echt het geval. De man speelt gracieuze, rituele muziek die Afrika in het hart draagt. Maar waarom was zijn joviale piano, toch het belangrijkste instrument, dan zo diep verborgen in de mix? Hoogtepunten waren de momenten waarop hij solo speelde.

Frederik Goossens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content