Ik sliep onder een brug voor Harry Styles en ik denk dat ik bekeerd ben

© Mellon
Jozefien Wouters
Jozefien Wouters Freelancejournaliste

Deze zomer doken ze weer op: de kamperende fans die voor hun favoriete artiest al een dag op voorhand aan concertzalen bivakkeren. Ze waren er bij Billie Eilish, bij Louis Tomlinson en bij Harry Styles. Een diepe duik in de meest toegewijde én verguisde der fanculturen.

Woensdag 6 juli – 15.30 u

Een twintigtal mensen heeft zich verzameld tussen hekken vlak bij de brug waar we straks zullen overnachten. Vooral vrouwelijke tieners en twintigers uit Europa – één meisje is zelfs met haar moeder vanuit de Verenigde Staten afgereisd. Sommigen zijn hier al sinds vanochtend en hebben hun matras alvast opgepompt, anderen hebben kampeerstoeltjes bij of zitten op het asfalt. Hier en daar ligt al iemand te dutten, wetende welke fysieke en mentale beproeving nog wacht. De lucht is grauw en er is regen voorspeld, maar tenten zijn niet toegelaten. In principe mag er zelfs helemaal niet gekampeerd worden, maar de security en politie lijken ons voorlopig te tolereren.

Behalve ikzelf, die door mijn baas werd verzocht om voor dit artikel een nacht op het asfalt te slapen, is iedereen hier uit eigen beweging. Allen hebben hetzelfde doel: zo dicht mogelijk bij Harry Styles raken wanneer hij binnen dertig uur het podium van het Sportpaleis betreedt om zijn nieuwe plaat Harry’s House te presenteren. Dat zijn concert door corona twee keer werd uitgesteld, maakt het enthousiasme aan de brug aan de Schijnpoortweg in Merksem alleen maar groter. De fans hebben hier héél hard naar uitgekeken.

Onder de brug slapen mag niet meer. Ook al is er regen voorspeld en heeft bijna niemand een tent mee.

‘Je moet eerst een bandje vragen’, zegt het West-Vlaamse meisje naast me wanneer ik me strategisch neerzet op een plekje dat de personal space van de fans respecteert zonder asociaal te zijn.

‘Wat?’

‘Een papieren polsbandje. Met een nummer, zodat je morgen weet de hoeveelste in de rij je bent.’

‘O. Bij wie moet ik zijn?’

‘Hangt ervan af. Welk ticket heb je?’

Eerste vaststelling: er is geen rij, maar er zit wel degelijk orde in de chaos. De fans hebben hun eigen systeem uitgedokterd om heibel op de dag van het concert te vermijden. Het is een soort ongeschreven regel dat de vroegste vogels zich een leidersrol aanmeten en elke nieuwe kampeerder voorzien van een blauw polsbandje en een nummer, afhankelijk van wat voor ticket je hebt. In dit geval zijn er vier groepen: A, B, VIP A en VIP B. Ik durf bijna niet zeggen dat ik op de gastenlijst sta, hier ben om een artikel over deze fans te schrijven en bijna dertig uur mee zal aanschuiven om uiteindelijk gewoon een zitplek te claimen, maar stap dan toch af op de Londense fan die groep VIP B in goede banen leidt. Nadat ik mijn situatie heb uitgelegd, schrijft die mijn naam in een gsm en krijg ik het nummer 17 toegewezen.

Ik dacht dat ik me goed had voorbereid door enkele vlogs te kijken en het blogbericht Be a Concert Camping Queen: How to Survive Camping for Your Favorite Band te lezen. (Blijkbaar kun je perfect overleven op sandwiches, appelmoes in zakjes en water. Vlechtjes, ter plekke te onderhouden met droogshampoo, zijn dan weer het go-to-kapsel om er na een nacht kamperen nog enigszins acceptabel uit te zien. En een parfum om de benzinegeur te verdoezelen is behoorlijk essentieel wanneer je zo dicht mogelijk bij je idool hoopt te staan.)

Dat was dus naïef. Hoe meer ik met de fans begin te praten, hoe meer ik me afvraag waar ik in godsnaam aan begonnen ben en of het nog geen tijd is voor een carrièreswitch. Velen hebben een hotel in de buurt geboekt, ook al slapen ze vannacht onder een brug, om hun spullen kwijt te kunnen en er zich om de beurt op te frissen. (Maar niet té lang, anders raak je je nummer kwijt.) Anderen overwegen om een abonnement bij Basic-Fit te nemen zodat ze in het naburige filiaal van die keten kunnen douchen. Sommige fans hebben zelfs het type zilverkleurig reddingsdeken bij dat je weleens in het nieuws ziet na een dramatische gebeurtenis. Echt geruststellend is dat niet. Zeker niet als je zelf enkel een matje, slaapzak, hoofdkussen, powerbank, toiletzak, één drinkbus, propere broek en een wel zeer bescheiden lunchpakket bij hebt.

Wie zelf nooit een diehard fan is geweest, vindt het misschien moeilijk te begrijpen waarom je zoveel moeite zou doen. Zeker als je weet dat het concert van Harry Styles grotendeels zittend is en de kampeerders 200 euro hebben neergeteld voor een zeldzaam staanticket waarmee ze sowieso al vóór de andere fans de zaal in mogen. Maar de eerste of de derde rij: voor deze fans is het een wereld van verschil. Zeker bij Styles, die zijn concerten geregeld pauzeert om te interageren met fans. En dan zijn de Belgische fans nog mild: voor zijn concert in Londen kampeerden fans al twéé dagen op voorhand.

Vooraleer u ‘de jeugd van tegenwoordig’ zucht: popfans trotseren al langer sneeuwstormen en hittegolven voor hun idool. In de jaren veertig trokken fans van Frank Sinatra ook al een nacht op voorhand naar de concertzaal. Er werd gekampeerd voor The Beatles, David Bowie, Britney Spears, Tokio Hotel en BTS, maar evengoed voor minder voor de hand liggende acts als Mitski, Phoebe Bridgers en The 1975. Het meest toegewijd zijn de Braziliaanse fans van Justin Bieber, die in 2017 vijf maanden op voorhand een tentenkamp opzetten voor zijn concert in Rio de Janeiro.

Bij ons lijkt het fenomeen minder frequent voor te komen dan in pakweg Londen, maar dit jaar alleen al werd er behoorlijk wat afgekampeerd. Twee keer voor Styles’ One Direction-collega Louis Tomlinson (die de Lotto Arena aandeed en de Lokerse Feesten) en één keer voor Billie Eilish in het Sportpaleis, amper een week voor het concert van Harry Styles. Wat je er ook van vindt: kamperen maakt deel uit van fancultuur.

Woensdag 6 juli – 17.50 u

Een oudere man met een plastic zakje stapt op ons af, vraagt of we op een optreden van Clouseau aan het wachten zijn en stelt voor om ons whisky te brengen, wat we vriendelijk weigeren. We zijn intussen uitgegroeid tot een bezienswaardigheid. Sporadisch komt een passant uit oprechte interesse een praatje slaan, maar meestal schudden mensen meewarig dan wel grinnikend het hoofd.

Popfans lijken op minder begrip te kunnen rekenen dan volwassen mannen die schreeuwend hun vuisten in de lucht gooien tijdens een voetbalmatch.

Af en toe verzoekt een reporter of fotograaf ons vanuit het niets om uitbundig te poseren of in koor As It Was, de grootste Harry Styles-hit van het moment, te zingen. De fans lijken exact te weten wat er van hen verwacht wordt, alsof ze intussen gewend zijn aan de manier waarop ze worden geportretteerd. In werkelijkheid is iedereen opvallend rustig. Er wordt geslapen, gelezen, pizza besteld, gekletst over Harry (de popster wordt hier nagenoeg nooit bij zijn achternaam genoemd) en boodschappen als ‘My boyfriend made me choose between him and you and here I am’ op kartonnen borden geschilderd.

Intussen heeft een Duitse fan enkele afspraken gemaakt met de security, die ze vanop een verhoogje met de rest van de groep deelt. We worden niet weggejaagd en de toiletten van de aangrenzende Lotto Arena, waar sinds deze namiddag ook een merchandisestand is geopend, blijven open tot acht uur vanavond. Maar er is ook minder fijn nieuws: vanavond moeten we verhuizen naar een onbeschutte parking in de buurt. Onder de brug slapen, zoals een week eerder nog gebeurde voor het concert van Billie Eilish, mag niet meer. Ook al voorspellen ze regen vannacht, heeft bijna niemand een tent mee en is lang niet iedereen hier met een auto om eventueel in te overnachten. Bovendien gaat het Sportpaleis niet mee in ons systeem. Eerst is eerst. Blauw bandje of niet. En dus zullen we morgen al om 6.30 uur in de rij gaan staan, om de fans die pas ’s ochtends toekomen voor te zijn. Erg blij met dat nieuws zijn de kampeerders niet. Hier en daar zucht iemand dat ze nooit nog naar een Belgische show komt of overweegt iemand om voor de veiligheid en het comfort toch in een hotel te slapen, maar de consensus is duidelijk: wie zijn plek wil behouden, moet all the way gaan.

Na amper drie uur in hun gezelschap wordt het me al duidelijk. Er zijn ruwweg twee manieren hoe er naar deze fans, haast uitsluitend jonge vrouwen en queer personen, gekeken wordt: ofwel als een hysterische bende, ofwel als een probleem. Om de een of andere reden lijken popfans op minder begrip te kunnen rekenen dan techneuten die staan aan te schuiven voor de nieuwste iPhone of volwassen mannen die schreeuwend hun vuisten in de lucht gooien tijdens een voetbalmatch. Nochtans zijn fangirls vaak de drijvende kracht achter popcultuur en waren ze al fan van Harry Styles lang voor de rest van de wereld een credibel artiest in hem zag. Net zoals ze zich destijds als eersten massaal achter Frank Sinatra, The Beatles en Elvis schaarden.

Het fangirlcliché is er eentje waar zowat elke fan hier aanwezig tegenop moet boksen. De meesten zijn overgewaaid van het One Direction-tijdperk en herinneren zich nog levendig hoe er toen naar hen werd gekeken: bakvissen die concerten overstemmen met hun gekrijs, Taylor Swift met de dood bedreigen, erotische fanfictie over Louis Tomlinson en Harry Styles schrijven, eigenlijk niets van muziek afweten en zich louter laten meeslepen door hormonen. ‘We willen met ons systeem net chaos vermijden, maar toch worden we steevast neergezet als “de crazy fangirls”’, zucht een fan naast me.

‘How TikTok’s Toxic Queuing Culture Is Making Gigs Unsafe’, kopte i-D Magazine eerder deze zomer nog. Volgens het artikel heeft de TikTok-generatie een hernieuwde obsessie voor ellenlange rijen ontwikkeld, met onwel wordende tieners, gevaarlijke situaties en stilgelegde concerten tot gevolg. Onder meer het concert van Billie Eilish in het Sportpaleis wordt als voorbeeld aangehaald, waarbij fans op Twitter klaagden over ‘onmenselijke’ taferelen nadat twaalf uur voor de deuren zouden openen al tieners waren flauwgevallen door de hitte en en een tekort aan water en eten.

Concertzalen roepen vrijwel altijd op om niet te kamperen en zijn vaak bang om andere fans aan te moedigen hetzelfde te doen als ze te hard in het fansysteem meegaan. Al zijn er ook uitzonderingen, zoals de Londense concertzaal The Roundhouse, die soms vierentwintig uur lang security voorziet om de veiligheid van de kampeerders te garanderen. Natuurlijk treft de fans zelf ook enige verantwoordelijkheid. De fans van Harry Styles wijzen me erop dat Eilish een jonger publiek aantrekt dat allicht voor het eerst kampeert en zich onvoldoende heeft voorbereid. Maar dat neemt niet weg dat veel fans zich onbegrepen en miskend voelen. In feite hebben de kampeerders alles tegen hen: concertorganisatoren zien hen liever gaan dan komen, passanten lachen hen uit en voor de pers zijn ze een fait divers. En toch blijven ze het doen. Uit liefde voor Harry.

Woensdag 6 juli – 19.50 u

‘Heb je iets bij om onder te schuilen vannacht?’ vraagt Emma me wanneer iedereen zich in de toiletten nog snel klaarmaakt om te gaan slapen.

‘Euh, nee. Ik heb hier precies niet goed over nagedacht.’

‘Dat is normaal. Ik had de eerste keer enkel een dekentje bij. Maar na één nacht in de regen vergeet je het nooit meer.’

Emma en Joline, twee Vlaamse fans van 28 en 27 jaar die me zielig alleen zagen zitten, hebben me intussen een beetje opgevangen. Ze zijn hier samen met de Duitse Natalie, die Emma tien jaar geleden leerde kennen tijdens het wachten voor een concert van One Direction. Sindsdien doen ze zoveel mogelijk Europese concerten samen. Emma heeft Harry intussen al zo’n dertig keer gezien, zowel solo als met One Direction. ‘Vroeger waren we nog ijveriger’, verzekert Natalie me. ‘Tegenwoordig hebben we volwassen verantwoordelijkheden die ons in de weg staan.’

Ik associeer sleepovers eerder met cupcakes, gezichtsmaskers en romcoms met Hilary Duff dan met slapen onder een brug, maar ik begin het te begrijpen.

Net zoals heel wat fans hier doen Emma en Joline meerdere shows van de tournee, al dan niet inclusief overnachting in openlucht. Dit tripje is wel extra bijzonder: Joline is jarig, en met behulp van een kartonnen bord hoopt ze Harry daarvan bewust te maken. Lachend zwaait Emma met wierook in het rond, om zo te manifesten dat Harry morgen een liedje voor Jolines verjaardag zingt.

We besluiten om toch onder de brug te slapen, zolang als de politie er niets van zegt. De brug is winderig, ruikt naar pipi en wordt verlicht door een gigantisch led-reclamepaneel, maar je bent er tenminste een beetje beschut. Ik leg me tussen de fan uit Londen die me mijn bandje heeft gegeven en een reclamebord voor de Toetanchamon-tentoonstelling in Tour & Taxis. Mijn portefeuille en gsm steek ik voor de veiligheid in mijn slaapzak. Hopelijk worden mijn schoenen niet gestolen. Of opgegeten door een rat.

Tot mijn verbazing gaat iedereen braaf slapen, of ze houden zich tenminste in stilte bezig. Misschien ligt het aan de indringende urinegeur, maar ik moet plassen. Een Vlaamse fan die Birte blijkt te heten besluit me te vergezellen naar het tankstation wat verderop dat intussen dienstdoet als uitvalsbasis voor Harry-fans. Eigenlijk was ze niet van plan om te kamperen en kwam ze gewoon merchandise kopen, maar toen ze de rij zag, besloot ze te blijven, ook al kent ze enkel wat mensen via Twitter. ‘Als je 200 euro betaalt voor een ticket, wil je ook vooraan staan. Zeker als je hier zo lang op gewacht hebt. Ik was zestien toen ik mijn ticket kocht, intussen ben ik negentien. En eigenlijk is het hier best gezellig, toch?’

‘We doen dit in de eerste plaats om vooraan te raken, maar ook voor de beleving’, had Emma inderdaad eerder nog gezegd. ‘Het is ook een beetje één grote sleepover.’ Persoonlijk associeer ik sleepovers eerder met cupcakes, gezichtsmaskers en romcoms met Hilary Duff dan met slapen onder een brug, maar ik begin het te begrijpen. De gedeelde liefde voor Harry schept een band, net als de frustraties over hoe ze vaak behandeld worden. In tijden waarin fancultuur zich voornamelijk online afspeelt, zijn concerten een van de weinige momenten waarop fans fysiek samenkomen. Kamperen voelt in die zin een beetje als lid zijn van een exclusieve (en dure) fanclub.

Hoewel de meeste fans elkaar hier voor het eerst ontmoeten, is het saamhorigheidsgevoel dan ook groot. Wie alleen komt, wordt al snel door iemand onder de vleugels genomen. Naar het toilet of de supermarkt gaan gebeurt altijd in groepjes. En ‘s nachts wordt een beurtrol afgesproken om toekomende fans op te vangen. Met een groep meisjes en vrouwen de nacht doorbrengen aan een drukke baan in een grootstad klinkt misschien niet als het beste idee. Maar gek genoeg voel ik me geen moment onveilig.

Donderdag 7 juli – 5.20 u

Ik word wakker van het geroezemoes rond me. De nacht was kort en werd meermaals onderbroken door claxonnerende auto’s en fietsers die Watermelon Sugar kweelden, maar desondanks begint iedereen zich al klaar te maken voor de Grote Dag. Aangezien de toiletten van de Lotto Arena pas deze middag opnieuw openen, trekt iedereen naar het tankstation voor een plasje, ontbijt of outfitwissel. Zelf kleed ik me ietwat onhandig om in mijn slaapzak, maar ik drink wel een koffie in het tankstation. Een kapitale fout, zo zal blijken.

Ik sluit aan in de rij voor de poort van het Sportpaleis, op dezelfde plek waar we gisteren zaten. Deze keer wél in netjes geordende rijen volgens nummer. Het miezert en iedereen is moe. Ik heb enkel nog een lege drinkbus, droge cornflakes en een banaan die ik net in het tankstation heb gekocht. Bovendien ben ik nog niet naar het toilet gegaan en begint de koffie zijn werk te doen. Maar de poort kan elk moment opengaan, dus durf ik mijn plek niet af te staan om terug naar het tankstation te wandelen. Intussen stromen immers ook de minder toegewijde fans toe die ‘slechts’ tien uur willen aanschuiven. De voorraad blauwe bandjes raakt stilaan uitgeput.

En dan is het wachten. Heel lang wachten. Met een volle blaas.

Rond elf uur gaat de poort eindelijk open. Eenmaal binnen zal het wachten gewoon doorgaan, maar dan in het Sportpaleis zelf. Alleen: omdat ik op de gastenlijst sta en dus geen speciaal staanticket heb, mag ik nog niet binnen.

Met andere woorden: ik heb voor niks vijf uur lang mijn pipi ingehouden.

En dan gebeurt het onvoorstelbare. De blik van Harry Styles valt op Jolines bordje met de boodschap: ‘Thank you for giving me a family on my birthday.

Terwijl ik snel afscheid van hen neem, vraag ik me af waar de andere kampeerders hun energie blijven halen. Het voelt een beetje alsof ik in een soort Reizen Waes: het Harry Styles-concert ben beland. Ook al omdat tijdens het wachten de wildste kampeerherinneringen werden opgerakeld. Zoals van die keer afgelopen april toen sommige fans het concert van Louis Tomlinson in de Lotto Arena in pyjama moesten bijwonen door een miscommunicatie van de organisatie. Of van die keer in 2012 dat One Direction een signeersessie hield in Keulen, ouders hun kinderen over hekken gooiden zodat ze toch maar binnen zouden raken en de Duitse special forces moesten tussenkomen. Af en toe wordt er zelfs gevochten, meestal omdat de fans die later toekomen het systeem niet respecteren en proberen voor te steken. Als fans iets willen, dan gaan ze ervoor.

Donderdag 7 juli – 16.30 u

De voorbije uren waren misschien wel de langste uit mijn leven. Uit professionele fomo heb ik besloten om in de buurt van het Sportpaleis rond te hangen tot ik binnen mag. Alleen blijkt in je eentje wachten een pak minder amusant. Op zoek naar een toilet ben ik in een ietwat louche café beland waar ze hun vaste trance-cd alvast hebben ingeruild voor de grootste hits van Harry Styles. Daarna besluit ik een powernap te doen in de plaatselijke frituur, waar de andere klanten me aanstaren alsof ik een junkie ben. Ik geef ze geen ongelijk: ik zie eruit alsof ik onder een brug heb geslapen.

Intussen wordt de hele omgeving van het Sportpaleis ingepalmd door roze boa’s, cowboyhoeden en zelfgebreide versies van Styles’ iconische kleurrijke omacardigan. Op Instagram zie ik dat Joline en Emma alvast hun plekje op de eerste rij hebben geclaimd. Geen idee hoe ze erin geslaagd zijn, maar zowat alle fans met wie ik vannacht onder de brug heb gelegen zien er prachtig uit, met feestelijke make-up en hippe outfits waar duidelijk over nagedacht is. Ondertussen draag ik nog steeds de trui waarin ik geslapen heb en heb ik wat water in mijn gezicht gekletst. Eén ding is zeker: mijn respect voor fangirls is de voorbije vierentwintig uur alleen maar gegroeid.

Donderdag 7 juli – 20 u

Ik schrik wakker van iemand die me op de schouder tikt en gebaart dat ze moet passeren. Blijkbaar ben ik ingedommeld op mijn stoel. Ik zit intussen in de zaal en Wolf Alice, de Britse band die het voorprogramma verzorgt, begin te spelen. Ik probeer heel, heel hard om mijn ogen open te houden.

Maar van zodra Harry Styles op het podium verschijnt, vergeet ik mijn vermoeidheid. Dat kan ook moeilijk anders wanneer je een ruimte deelt met een van de grootste popsterren van het moment en een vol Sportpaleis elke lyric lijkt mee te schreeuwen. Zelfs vanop mijn stoel zie ik de euforie van de fans op de eerste rijen. Zelfs ik ben geëmotioneerd. En ik ben niet eens een superfan.

En dan gebeurt het onvoorstelbare. Styles’ blik valt op Jolines bordje met de boodschap ‘Thank you for giving me a family on my birthday’ en hij begint een praatje met haar te slaan. Hij vraagt hoe oud ze wordt. Hij gooit een complimentje over de roze outfit met haar naam op die ze speciaal voor dit concert heeft gemaakt. En hij nodigt de rest van het publiek uit om Happy Birthday te zingen voor een verbouwereerde Joline. Tijdens de rest van het concert zullen hun blikken elkaar nog regelmatig kruisen. Nadien wordt Joline voortdurend aangeklampt door fans die haar een gelukkige verjaardag wensen, terwijl ze zelf nog niet goed lijkt te beseffen wat er zonet is gebeurd.

Twee weken na het concert deelt Joline een Instagrampost die de kampeertrip misschien nog het best samenvat. ‘Iemand vroeg me: “Komt het ooit bij je op dat je je geld geeft aan een miljonair die je niet eens kent?” Om te beginnen: dat doet hij wel. (Sorry.) Nee, even serieus. Het draait allemaal om het gevoel. Om de vrijheid om mezelf te zijn in een ruimte die dat aanmoedigt. Om nieuwe mensen te ontmoeten die ook naar die ruimte verlangen. Om de rush, de opwinding, het geluk, de vreugde. Om jezelf te accepteren en elkaar te vieren.’

Ik heb dertig uur gespendeerd met mensen die ik allicht nooit meer terug zal zien. Ik heb geslapen onder een pipibrug. Ik heb een powernap gedaan in een frituur. Ik heb vijf uur lang mijn pipi ingehouden. Ik ben stikkapot. Dit was de minst idyllische kampeertrip uit mijn leven en ik heb een week nodig om te recupereren. De kans is heel klein dat ik dit nog eens doe. Maar ik begrijp wel waarom de fans het doen. Als je zo veel moeite hebt gedaan en zo lang op iets hebt gewacht, beleef je het alleen maar intenser. Dat klinkt misschien ietwat masochistisch. Maar geef toe: wat is dertig uur in een mensenleven als er ook maar een waterkans is dat Harry Styles Happy Birthday voor je zingt?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content