Hoe soulkoning Otis Redding, vijftig jaar overleden, voor altijd onsterfelijk werd

© Wikimedia Commons

Otis Redding zal voor altijd de man van klassieker (Sittin’ On) The Dock of the Bay zijn, maar hij maakte de release van zijn grootste hit nooit mee. Op 10 december 1967 stortte het vliegtuigje dat de Amerikaanse soulzanger van Cleveland naar Madison moest brengen neer in Lake Monona. Kroniek van een kort, maar groots muzikaal leven.

‘De kroonprins van de soul is dood’, bloklettert een verslagen Jann Wenner in Rolling Stone. Otis Redding, misschien wel de grootste en invloedrijkste soulzanger uit de muziekgeschiedenis, is slechts 26 geworden. Samen met hem sterven ook vier leden van zijn begeleidingsband The Bar-Kays, die in het voorjaar van ’67 nog commercieel succes hebben geoogst met het instrumentale Soul Finger.

De oorzaak van de crash wordt nooit achterhaald, maar de weersomstandigheden -zware regen en aanvriezende mist- waren die avond verre van optimaal. Ironisch genoeg is de gecharterde Beechcraft H18 op het moment van de ramp nog slechts zeven kilometer van zijn bestemming verwijderd. De piloot heeft zelfs al toestemming gekregen om te landen.

Redding komt om tijdens het sleuteljaar van zijn carrière, want na vijf jaar hard werken staat hij op het punt een superster te worden. Een jaar eerder, in 1966, heeft hij drie (!) langspelers uitgebracht, waaronder de classic Otis Blue, die in 24 uur is vastgelegd en zijn unieke stijl definieert. Anderen beschouwen dan weer Dictionary of Soul als zijn ultieme statement. Otis Redding wordt op die platen bijgestaan door Booker T. & The MG’s, de blazers van The Mar-Keys en toetsenspeler Isaac Hayes. Samen ontwikkelen ze de sound die tot vandaag wordt geassocieerd met het Stax-label uit Memphis en leggen ze het fundament voor de southern soul, een grofkorrelige mix van gospel, blues en r&b.

Weggeblazen

Zoals zoveel zwarte jongeren van zijn generatie zingt de jonge Otis bij een kerkkoor. Van gospel naar rhythm-and-blues is voor hem dus slechts een kleine stap.

Otis Redding is afkomstig uit het Diepe Zuiden. Hij groeit op in de omgeving van Macon in Georgia, ook de geboorteplek van Little Richard en James Brown. De man heeft en rauwe, schuurpapieren stem waarvan de emotionele impact nauwelijks te overschatten valt. Redding, van nature een dynamische showman, weet niet alleen van wanten met swingende party tunes, waarin zijn voordracht soms aan die van een zwarte straatpredikant doet denken, maar maakt tegelijk zoveel zoveel indruk met zijn slepende, intrieste ballads dat hij er de bijnaam Mr. Pitiful aan over houdt.

Zoals bij de meeste zwarte artiesten uit de Staxfamilie spelen blazers in zijn arrangementen een cruciale rol. Die bedenkt hij meestal zelf, en aangezien hij niet muzikaal geschoold is, zingt hij ze zijn muzikanten voor om duidelijk te maken wat hij precies wil. Die routine zal meteen de inspiratiebron worden voor een nummer als Fa-Fa-Fa-Fa-Fa (Sad Song).

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Redding is één van de eerste Afro-Amerikaanse soulartiesten die optreden voor een blank rockpubliek. Als Bob Dylan hem aan het werk ziet in de Whisky A Go Go in L.A., doet hij hem prompt zijn song Just Like A Woman cadeau. Maar de Staxman, die een grote voorliefde voor eenvoud aan de dag legt, laat de kelk aan zich voorbijgaan. Te veel tekst, oordeelt hij.

Tijdens de Summer of Love breekt Otis Redding op grote schaal door tijdens het Monterey Pop festival, waar hij het zaterdagavondprogramma mag afsluiten. Door allerlei vertragingen kan hij pas in het holst van de nacht het podium op, maar zijn performance is zo legendarisch dat ze een keerpunt in zijn carrière vormt. Zowel Brian Jones van The Rolling Stones als Jimi Hendrix verklaren achteraf dat ze door zijn show compleet zijn weggeblazen. In datzelfde 1967 voert Otis Redding, als Beste Zanger, ook voor het eerst de pop poll van het Britse blad Melody Maker aan, nadat die acht jaar lang gedomineerd is geweest door Elvis Presley.

Hoe soulkoning Otis Redding, vijftig jaar overleden, voor altijd onsterfelijk werd
© Wikimedia Commons

Landgoed

Het mag duidelijk zijn: Redding, die op zijn vijftiende van school af gaat om zijn familie financieel te ondersteunen, heeft een lange weg afgelegd. Zoals zoveel zwarte jongeren van zijn generatie zingt de jonge Otis bij een kerkkoor. Van gospel naar rhythm-and-blues is voor hem dus slechts een kleine stap. Hij neemt deel aan talentenjachten, zodat hij het prijzengeld mee naar huis kan nemen, want zijn vader is een pachtboer die er, door gezondheidsproblemen, moeite mee heeft zijn gezin met zes kinderen te voeden.

Op een bepaald moment wordt de zanger ingelijfd bij The Upsetters, de begeleidingsgroep van Little Richard. Samen met Sam Cooke is de rock ’n roll shouter van Tutti Frutti zijn grootste muzikale invloed.

Op zijn achttiende ontmoet Otis Redding de drie jaar jongere Zelma Atwood. Het stel trouwt in de zomer van 1961 en zal later drie kinderen krijgen. Aangezien er in de vroege jaren zestig, zeker in het Zuiden van de VS, nog vaak sprake is van rassensegregatie, is Redding aanvankelijk aangewezen op het zogenaamde chitlin’ circuit en ook daar vallen zijn gepassioneerde vertolkingen al op.

Hij mag enkele singles uitbrengen bij Confederate Records, maar pas in ’62, wanneer hij na een geïmproviseerde sessie onder contract komt bij Stax in Memphis, valt alles in de plooi. ‘Hij gooit zijn hele ziel in de strijd’, merken labelbazen Jim Stewart en Estelle Axton op wanneer ze hem de ballad These Arms of Mine horen zingen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Van die eerste single worden meteen 800.000 stuks verkocht en ook de bijhorende lp Pain in My Heart doet het uitstekend. Zo treedt Redding, op zijn twintigste, toe tot een muzikale familie waar voorts Sam & Dave, Isaac Hayes & David Porter, Rufus & Carla Thomas en houseband Booker T. & The MG’s deel van uitmaken. Toch is iedereen die in de studio aan Macklemore Avenue over de vloer komt, het er over eens: Otis Redding is ’the heart and soul of Stax’.

In 1963 mag hij, begeleid door King Curtis en diens band, een live-plaat opnemen in de roemruchte Apollo Club in New York, waar hij het podium deelt met beroemdheden als The Coasters, Ben E. King van The Drifters en Rufus ‘Walking the Dog’ Thomas. Aanvankelijk covert hij liedjes van Sam Cooke, Little Richard, B.B. King en Solomon Burke, maar wanneer hij, halverwege de sixties, zelf songs begint te schrijven, is zijn opgang niet langer te stuiten.

Mr. Pitiful, I’ve Been Lovin’ You Too Long, I Can’t Turn You Loose, de ene klassieker volgt de andere op. Dé uitvoering die de essentie van zijn karakter perfect samenvat, is volgens critici echter Try A Little Tenderness, een standard die eerder al op het repertoire van Frank Sinatra en Bing Crosby prijkte.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Otis Reddings succes blijft aanvankelijk beperkt tot de r&b-charts, maar andere artiesten blijken met zijn songs wél hun voordeel te doen. Respect wordt een million seller in de handen van Aretha Franklin, terwijl Arthur Conley met Sweet Soul Music de hoogste positie in de hitlijsten verovert.

Behalve een veelzijdige artiest -hij is zanger, songwriter, producer en arrangeur- is Otis Redding een succesrijke talentenjager en zakenman. Hij bezit zelf het copyright op zijn songs, heeft alle facetten van zijn carrière onder controle en samen met James Brown is hij, halverwege de sixties, zowat de populairste zwarte entertainer. Financieel gaat het hem dus voor de wind: hij koopt de Big O Ranch, een uitgestrekt landgoed in Georgia en bombardeert het tot hoofdkwartier van zijn productiemaatschappij Otis Redding Enterprises. Hij richt ook het Jotis-label op, dat platen uitbrengt van Arthur Conley en Loretta Williams.

Limousine

Dat hij door collega’s fel wordt gerespecteerd, blijkt tijdens zijn eerste bezoek aan Groot-Brittannië. The Beatles, wier Day Tripper hij later zal opnemen, sturen zelfs een limousine om hem bij zijn aankomst op te pikken en ook de jonge Stones zijn verstokte fans: zij coveren vroege hits als Pain in My Heart en Thats How Strong My Love Is . Bij wijze van wederdienst komt Redding op de proppen met een opgefunkte versie van (I Can’t Get No) Satisfaction.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

In de loop van 1967 zal Stax (ook bekend als ‘Soulsville USA’) Tamla Motown opzij schuiven als het invloedrijkste label voor soulmuziek. Waar het bedrijfje uit Detroit met zijn afgeborstelde producties het blanke poppubliek tracht op te vrijen, overheerst bij de concurrent uit Memphis de rauwe, authentieke emotie.

Otis Redding neemt, samen met Carla Thomas, een plaat vol duetten op. De schurende voordracht van de één laat zich prima combineren met de gesofisticeerde zangstijl van de ander. De singles Tramp en Knock on Wood doen de kassa dus nog luider rinkelen.

Tijdloos

(Sittin’ On) The Dock of the Bay, zijn grootste klassieker, schreef Redding samen met Booker T. & The MG’s gitarist Steve Cropper (ook de co-auteur van Wilson Picketts In The Midnight Hour), die hem eerder al een handje heeft geholpen met nummers als Mr. Pitiful en Fa-Fa-Fa-Fa-Fa. De inspiratie voor de song komt hem aanwaaien wanneer hij in Sausolito op de huisboot van een vriend verblijft. De zanger, op dat moment in de ban van Sgt. Pepper’s, wil, tegen de wil van zijn platenmaatschappij in, zijn sound verbreden en doet dat met een melancholische ballad waarin zijn mijmeringen nog nooit zo ingehouden hebben geklonken.

Niet iedereen is er weg van: vrouw Zelma vindt de melodie te atypisch, voor labelbaas Jim Stewart wijkt het nummer (met een fluitende Redding in de coda) te fel af van zijn rhythm-and-bluesroots en Duck Dunn, de bassist van The MG’s, vreest dat het de reputatie van Stax zal aantasten. Zelf beschouwt Otis Redding, die Dock of the Bay slechts enkele dagen voor zijn dood inblikt, het echter als zijn beste song.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De geschiedenis zal hem gelijk geven: de postuum uitgebrachte single bereikt tegen maart ’68 aan beide kanten van de Atlantische oceaan de hoogste regionen van de charts en vindt vier miljoen kopers. Sindsdien is het nummer door talloze artiesten, onder wie Neil Young, gecoverd en heeft het een tijdloze status veroverd. Al zullen we natuurlijk nooit weten of het succes even overweldigend zou zijn geweest, mocht Redding níet zo tragisch aan zijn eind zijn gekomen.

In ieder geval betekent zijn dood het begin van het einde voor Stax. Het label staat aan de rand van het bankroet en tot overmaat van ramp blijkt distributeur Atlantic over de rechten van de hele catalogus te beschikken. Gelukkig voor het bedrijfje heeft Otis Redding tijdens de laatste maanden van zijn leven zoveel hoogwaardig materiaal opgenomen dat uit die studiosessies drie elpees kunnen worden gepuurd: The Immortal Otis Redding, Love Man en Tell the Truth. Er volgt ook nog een aantal hitsingles, waaronder Amen, Hard to Handle en het pakkende I’ve Got Dreams to Remember.

Reddings zangstijl is niet alleen een inspiratiebron voor tijdgenoten als James Carr en Freddie Jackson, hij zal ook een niet te onderschatten invloed hebben op het oeuvre van, pakweg, Led Zeppelin, The Grateful Dead, Lynyrd Skynyrd, The Doors, Janis Joplin, Frankie Miller en Anderson East. Net als bij andere vroeg gestorven artiesten kun je natuurlijk speculeren over wat Otis Redding nog allemaal zou hebben verwezenlijkt, mocht hem wat meer tijd op deze aardkloot gegund zijn geweest. Maar zijn artistieke nalatenschap blijft ook vandaag nog indrukwekkend. Ook na vijftig jaar gaan wereldwijd tienduizenden armen in kippenvelmodus bij That’s How Strong My Love Is of Nobody’s Fault But Mine.

Op 15 december verschijnt bij Rhino The Definitive Album Collection, een vinylbox met de mono-versies van de zeven iconische studioplaten die van Otis Redding verschenen tussen 1964 en ’68.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content