Het vervloekte succes van Fontaines D.C.: ‘We moeten ons voelen als katten met een balletje wol’

Elmo Lê van Medewerker Knack Focus

Het gaat goed met het Ierse postpunkcombo Fontaines D.C. Stilaan toch weer, zo vertelt frontman Grian Chatten. ‘Maar het lukt me maar niet het succes te omarmen.’

Wanneer we Grian Chatten in beeld krijgen voor onze videocall zit hij op bed. Vanuit de deuropening is nog net te zien hoe zijn vriendin hem een kop koffie aanreikt. Chatten voelt zich betrapt, staart recht in de laptoplens en begint hard te lachen. Hij voelt zich in zijn sas, grijnst hij. ‘I’m either full of purpose or full of nothing. Ik heb tegenwoordig zeer productieve weken.’

Hij is net verhuisd naar Rathmines, een voorstad van Dublin. Door corona is hij voor het eerst sinds lang weer terug in de stad die een hoofdrol speelt op Dogrel, de debuutplaat waarmee Fontaines D.C. – de initialen staan voor Dublin City – in de eindejaarslijsten van 2019 kampeerde. Nu, een jaar later is album twee klaar, A Hero’s Death, waarop Chatten meer zalft dan slaat. Er is nauwelijks pompende punk op te horen, nochtans het handelsmerk van het Ierse vijftal.

De volumeknop subtiel een stukje lager draaien was geen bewuste keuze, zo benadrukt hij, maar er was bij hem wel een soort haat-liefdeverhouding met Dogrel gegroeid. Door het succes verscheen Chatten op de radar van Kate Tempest – ze schreven samen aan een nog uit te brengen song, maar daar wil hij verder nog niets over kwijt -, prijkte Fontaines D.C. op magazinecovers en speelde de band uitverkochte tournees in Europa en Amerika. Maar door dat succes had hij bijna ook niet meer bestaan.

Het overviel me dat mensen vroegen: “Hoe voelt dat, bekend zijn?” Alsof ik al maanden rondliep met een snede in mijn hand en de pijn toen pas voelde.

Grian Chatten: Ik heb moeite om het toe te geven, maar die wonderjaren waren in werkelijkheid twee moeilijke jaren. Ik wil ook niet ondankbaar klinken of er te veel over zeuren – ik wéét dat ik mijn beide handjes mag kussen voor wat ons is overkomen – maar de plotse roem heeft onze vriendschap op het spel gezet. Op tournee keken we niet meer naar elkaar om. Ik was op het punt aanbeland dat ik tegenover mijn beste vrienden zat en hen niets te vertellen had. Je moet een relatie onderhouden, en dat gebeurde niet meer.

Heeft de lockdown jullie deugd gedaan?

Chatten: Massively. Achteraf gezien kwam deze situatie niet ongelegen. Als je twee jaar in elkaars nek zit te hijgen, snak je ernaar om tijd voor jezelf te nemen. Dat hebben we bij deze gehad. Nu we niet kunnen repeteren of optreden, zijn we in de eerste plaats weer vrienden in plaats van collega’s.

Gisteren heb ik voor het eerst sinds het begin van de lockdown met onze gitarist Carlos O’Connell afgesproken. James van The Murder Capital (een bevriende band uit Dublin, nvdr.) was er ook bij. It felt exciting again. Sinds eergisteren woon ik opnieuw in Dublin, waardoor we ons alle vijf in dezelfde stad bevinden. We kunnen elkaar vanaf nu vaker zien.

Op de nieuwe plaat zing je niet over Dublin, de stad die het canvas van Dogrel was. Heeft dat een reden?

Chatten: Omdat ik hier de laatste twee jaar nauwelijks tijd heb kunnen doorbrengen. Ik zie de stad bovendien veranderen in de negatieve zin. Dublin zwicht voor de gentrificatie. Geld is belangrijker geworden dan onze cultuur. Alle wijken die vroeger charmant waren, staan vol hippe koffiezaken die flat whites verkopen – geen kwaad woord daarover trouwens: flat whites are a fucking great thing. (lacht) Dublin wordt moderner en moderner. Zo wordt de stad haar ziel ontnomen. Je kunt hier tegenwoordig in bepaalde wijken rondwandelen en je in eender welke middelgrote stad wanen.

Heb je tijdens een tournee ooit heimwee gehad?

Chatten: In het begin wel, maar toen we succesvoller werden en soms even, voor een week of zo, thuis zaten, werd ik op straat meteen herkend. Dublin is een relatief kleine stad. Aardig wat mensen hier kennen ons, en dat schrikte mij af.

Wanneer begon het je te dagen dat het succes ervoor zorgde dat je van jezelf vervreemd raakte?

Chatten: Op de dag dat mensen mij begonnen te vragen: ‘Hoe voelt dat, bekend zijn?’ Dat overviel mij, alsof ik al maanden rondliep met een snede in mijn hand en de pijn pas voelde toen ik erop gewezen werd.

Het lukt mij maar niet het succes van Fontaines D.C. te omarmen. Ik lijd daar mentaal onder, ja. Ik ben bang dat wanneer ik mij aan het succes overgeef ik in een andere persoon zal veranderen. Dus blijf ik mij ertegen verzetten, which is bad for the psyche. Maar alleen zo blijf ik wie ik ben.

Het vervloekte succes van Fontaines D.C.: 'We moeten ons voelen als katten met een balletje wol'

Toen jullie vorig jaar in Jimmy Fallons Tonight Show speelden, droop het ennui van je gezicht. Dat je-m’en-foutisme is dus geen act?

Chatten: Ik begrijp wat je bedoelt. Ik maak deel uit van een business waarin verwacht wordt dat je extravert bent, maar zo bén ik niet. Als je je anders waant en je innerlijke zelf verwaarloost, word je mentaal ziek. Dat zou de dood van mijn creativiteit betekenen.

We hebben na Dogrel tegen elkaar gezegd: als er een tweede plaat komt, dan moet die tot stand komen zoals de eerste: gedreven door jeugdig enthousiasme. We had to feel like cats with a ball of yarn. Dat was ook het geval: het was pure fun om A Hero’s Death te maken.

A Hero’s Death klinkt op alle vlakken anders dan Dogrel. Een bewuste keuze?

Chatten: Neen. (zoekt naar woorden) Als je iets met voorbedachten rade doet, heb je al gedefinieerd wat het eindresultaat moet zijn. Dat is als kiezen wat voor kind je wilt, in plaats van je kind te laten zijn wie het wil worden. Al sinds de begindagen schermen we ons af van meningen en verwachtingen van buitenaf. A Hero’s Death is geschreven in complete ignorance of our fans. (lacht) Dat is de enige juiste aanpak: creëren zonder dat je weet voor wie het bestemd is.

Welke song was er eerst?

Chatten: De titeltrack, A Hero’s Death. Onze manager is de eigenaar van de Garage Bar in Dublin, waar hij ons destijds heeft laten samenkomen om met z’n allen voor het eerst naar het voltooide Dogrel te luisteren. Ik herinner mij goed dat ik werd overvallen door de vrees dat ik nooit nog iets zou schrijven waar ik zó trots op zou zijn. In een poging om de angst te stillen heb ik mezelf daar, op dat moment, verplicht een tekst te schrijven. Tegen de tijd dat we Dogrel hadden uitgeluisterd, stond A Hero’s Death op papier.

In dat nummer herhaal je de mantra ‘life ain’t always empty’.Wie krijgt de teksten als eerste te lezen?

Chatten: The lads, en meestal Carlos als eerste. Ik werk normaal gezien niet lang aan een tekst, maar ditmaal heb ik er meer aan geschaafd dan de vorige keer, en dan zijn de jongens de perfecte eindredacteurs. Zij begrijpen wat ik schrijf. Een groot deel van de plaat gaat over disconnection, onverbondenheid, door wat we de afgelopen jaren hebben meegemaakt, en over de angst om jezelf te verliezen. Daarom gebruik ik regelmatig mantra’s: die symboliseren de sleur waarin we waren terechtgekomen. Ik had ook expliciet over de laatste tournee kunnen schrijven, but that’s a disastrous idea. (lacht)

Kate Tempest heeft intussen meerdere dichtbundels en een roman uitgebracht. Schuilt er in jou een literator?

Chatten: Ik zou ja willen antwoorden, maar ik ben er nog niet uit. Het idee van een boek schrikt mij een beetje af. Niet omdat het onbekend terrein is, wel omdat ik mij een outsider voel in de literatuur. Ik hou echter van het idee om een verhaal uit te werken, iets dat verder reikt dan poëzie. Dus wie weet. Als het ooit zover komt, dan wellicht onder een pseudoniem.

A Hero’s Death

Uit op 31/7 bij Partisan Records.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fontaines D.C.

Leren elkaar kennen tijdens hun muziekstudies op het British and Irish Modern Music Institute in Dublin.

Ontstaan uit liefde voor de beatgeneratie en Ierse schrijvers als W.B. Yeats.

Bestaat uit (vlnr.) bassist Conor Deegan III, gitaristen Carlos O’Connell en Conor Curley, zanger Grian Chatten, en drummer Tom Coll.

Debuteren in 2019 met het geprezen Dogrel, waarvoor Dublin het decor vormde .

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content