Het gaat hard voor hiphopproducer Yong Yello: ‘Ondertussen kijk ik veel positiever naar het leven’
Met Marcel & het magnetisme van de goot levert producer en rapper Yello ‘Yong Yello’ Staelens binnenkort een debuutalbum van formaat af. Een conceptplaat tussen hiphop en chanson over Marcel, ‘een fuck-up die te vaak op café hangt en het leven niet serieus neemt’. En elke gelijkenis met bestaande personen berust níét op louter toeval. ‘Maar ondertussen kijk ik veel positiever naar het leven dan de plaat doet vermoeden. Ook al omdat ik in januari gestopt ben met drinken.’
‘Vijf jaar geleden?’
‘Zoiets, ja. Ik had normaal deze zomer wél vakantie moeten nemen, maar daar is weer iets leuks tussen gekomen. Misschien in het najaar. Ik weet amper nog hoe het voelt om opgeladen uit het buitenland terug te keren en je stad met nieuwe ogen te bekijken.’
We zitten in zijn muziekstudio, op de derde verdieping van het Antwerpse huis van zijn moeder. Slapen doet Yello Staelens wat verderop in Abattoir Anvers, het voormalige slacht- en nu creatief clubhuis aan het Zuid dat hij deelt met onder meer hiphopper Jan Maarschalk Lemmens, aka Glints, en dj Faisal. In zijn studio draait hij momenteel met Faisal de soundtrack van de Vier-reeks Grond in elkaar, over twee Belgisch-Marokkaanse begrafenisondernemers. Wat verklaart waarom de vloer rondom ons bezaaid ligt met Noord-Afrikaanse instrumenten.
‘Waar heb ik net tegen geschopt?’
‘Een guembri, een Marokkaanse bas. Ik kan er niet op spelen, maar Faisal trekt er zijn plan wel mee. We hebben toch maar kleine stukjes nodig, die we daarna vermengen met hiphop. We wilden al langer samen een soundtrack maken en Grond gaf ons een mooie kans.’
Achter hem hangt een gouden plaat. De beats die Staelens hier als puber bricoleerde, vormden uiteindelijk het skelet van Antwerps testament, het debuutalbum van Tourist LeMC. Ondertussen studeerde hij als producer af aan het Gentse conservatorium, ging hij aan de slag met de platen van Glints en Noémie Wolfs, strandde hij met Als ge slaapt in de finale van De Nieuwe Lichting 2020 en werkte hij aan zijn eigen langspeeldebuut. Op 20 augustus verschijnt Marcel & het magnetisme van de goot, een conceptalbum over het tragische leven van toogklever Marcel. In juli mocht hij zijn Antwerpse hiphop met een geut Frans chanson en een half leger strijkers en blazers erdoorheen al uittesten op Werchter Parklife. ‘Het was even wennen. De laatste jaren heb ik vooral in de studio doorgebracht, met maximaal twee anderen om me heen. En ik was voor corona al behoorlijk op mezelf, een beetje introvert ook, maar dat is er het laatste anderhalf jaar niet per se op verbeterd.’
Hiphopproducer leek me geen realistische carrière. Ik zag mezelf eerder als maatschappelijk werker of psycholoog. Ik wéét dat ik het nodig heb om mensen te kunnen helpen.
Het hielp waarschijnlijk niet dat Werchter je allereerste optreden ooit was.
Yong Yello: Toch als frontman. Ik rapte als puber al bij het Antwerpse collectief Eigen Makelij, maar als je met tien op het podium staat, hoef je zelf niks te dragen. Bovendien stel je je op die leeftijd nog minder vragen – je dóét gewoon. Ongemakkelijkheid en zelfbewustzijn komen maar met de jaren. (denkt na) Ik was bang dat ik misschien veel stress ging hebben als ik voor al die mensen stond, maar ik voelde mij best op mijn gemak. Ik heb er enorm van genoten om de plaat eindelijk live te brengen.
Marcel & het magnetisme van de goot is allesbehalve een vrolijke dansplaat. Werkte dat voor een zomers Werchterpubliek?
Yong Yello: Dat vroeg ik me plots ook af, toen ik het podium al op wandelde. Royaal te laat. (lacht) Mijn openingstrack Marcel is – muzikaal, althans – nog opgewekt, maar de daaropvolgende nummers zijn behoorlijk zwaar. ‘Is dit waar een publiek dat anderhalf jaar niet heeft kunnen feesten op zit te wachten?’ bedacht ik me halverwege. Maar er werd oprecht geluisterd.
***
‘Ik ben nu tien, in de wereld die da’k zien…’
(onuitgegeven werk van Yello Staelens)
Op zijn tiende schreef Staelens samen met zijn oudste broer Seno al raptekstjes. ‘We hebben die zelfs nog opgenomen. Met mijn piepstemmetje.’ Op zijn elfde ging hij aan de slag met Reason, de muzieksoftware van zijn broer. ‘En ook daar kon ik mezelf uren in verliezen.’ Een paar jaar later leverde hij het gros van de beats voor Antwerps testament. ‘Tourist had mijn oudere broer om een paar beats gevraagd en kwam hier af en toe over de vloer. “Je moet die kerel eens checken”, zei mijn broer. “Speciale kerel, speciale stijl.” Maar ik was toen vooral met hardcorerap bezig – zeer strak en zeer luid, eigenlijk alles wat Tourist niet is. Hij rapte toen nog iets vrijer over de beats heen dan vandaag en zelfs als Antwerpenaar begreep ik hem nauwelijks. (lacht) Om maar te zeggen: ik vond hem een beetje raar. Toen Seno minder muziek ging maken, gaf hij hem uiteindelijk mijn beats mee. Dingetjes die ik op mijn veertiende gemaakt had. Een daarvan is uiteindelijk Liefde liefde geworden, zijn eerste radiohitje. Ondertussen was ik wél mee met Tourists eigenzinnige stijl.’
Sta je liever op het podium of verkies je de studio?
Yong Yello: Ik doe beide graag, maar als je me dwingt te kiezen, dan ga ik voor het studiowerk.
Want dat is veiliger?
Yong Yello: Rustiger. Eenzamer ook, op een goede manier. En het gaat me makkelijker af dan schrijven. Dat kan zwoegen zijn. Omdat ik meer als producer werk, ben ik soms wat roestig als schrijver.
Je producete onder meer de plaat van Glints. Die noemde je een mierenneuker, maar zag dat als een compliment. Akkoord?
Yong Yello: Ik kan me zeer hard verliezen in details en weet soms niet goed wanneer ik moet stoppen. ‘Ik hoor dat die song van jou is’, zegt mijn moeder dan. ‘Want er zit echt zo véél in.’ Maar ik vind dat leuk. En tegenover artiesten denk ik dat ik kordaat maar ook heel zacht ben. En een halve psycholoog. (denkt na)Mijn broer Aiko heeft me destijds moeten overtuigen om muziek te studeren: ik vond mezelf daar te min voor en hiphopproducer leek me geen realistische carrière. Ik zag mezelf eerder als maatschappelijk werker of psycholoog. Iets met mensen. Ik wéét dat ik het nodig heb om mensen te kunnen helpen.
Je break-upsong Waanzin doet vermoeden dat daar naast altruïsme ook een drupje egoïsme mee gemoeid is: ‘Misschien heb ik mijn liefde overschat / Ik had vooral nodig dat gij mij nodig had.’
Yong Yello:(grinnikt) Dat is het inderdaad ook. Het is mensen willen helpen, maar tegelijk ook willen voelen dat je belangrijk voor hen bent.
Noémie Wolfs bedacht zich dat het fijn was dat jij nog geen vat vol standaardtrucjes was, zoals gerodeerde producers al eens durven te zijn.
Yong Yello: Bij sommige producers op leeftijd merk je wel dat ze desnoods vijfmaal hetzelfde nummer maken, ja. Maar ik heb ondertussen ook trucjes. Ik herhaal mezelf liever niet, maar soms werk je nu eenmaal tegen de tijd en grijp je terug naar wat je leuk vindt. Ik voel wel dat ik mezelf nog eens tijd moet geven om te prutsen zonder doel. Dat zijn de momenten waarop je nieuwe dingen oppikt.
***
‘Hij wilt liever hard gaan en leven tot z’n zestig,
ge leeft maar ene keer, dus beter ineens deftig, toch?
En hij glimlacht zijn weg door de bochten,
Zat in de stad, op ne zaterdagochtend.’
(uit Marcel)
‘ Marcel is het eerste nummer van het album dat ik geschreven heb’, zegt Staelens. ‘De rest van de plaat is daaruit gegroeid.’ In 2017 diende hij de allereerste versie van Marcel & het magnetisme van de goot in als eindproject aan het Conservatorium. Weliswaar nog zonder echte blazers en strijkers. ‘Ik had geen geld. Jeroen Swinnen (producer, muzikant, muzikale brein achter Liefde voor muziek , nvdr.), bij wie ik stage had gedaan, heeft me die opnames uiteindelijk nog voorgeschoten. Waarvoor ik hem enorm dankbaar ben. Jeroen heeft een gouden hart en heeft mij enorm gepusht om alles naar een hoger niveau te tillen. De plaat is uiteindelijk nog een paar jaar op het schap blijven liggen. Onder meer door mijn werk als producer en de uitzichtloosheid van de coronacrisis, die best wel aan mijn motivatie heeft gevreten. Pas in februari 2021 heb ik ze helemaal afgewerkt.’
Marcel De Smet is een wat tragische toogklever op leeftijd.
Yong Yello: Marcel is een fictief persoon, maar eigenlijk zijn alle verhalen op de plaat echt. Ik heb ze gewoon in één personage gepropt. Die figuur is stapsgewijs gegroeid, want het was me niet meteen duidelijk wie dat voor mij was. Initieel zag ik hem als een vertegenwoordiger van de mannelijke voorbeelden in mijn leven, maar gaandeweg merkte ik dat er ook een flink stuk van mij in zat. Een fuck-up die te vaak op café hangt, niks echt opbouwt, het leven niet serieus neemt…
Als je de plaat in één woord moet samenvatten, dan is dat: determinisme. De wereld is kut en je ontsnapt nooit aan je achtergrond. Je kunt alleen maar ondergaan.
Yong Yello:(knikt) Zo heb ik zelf jaren over het leven gedacht. Ik droeg al vrij vroeg een grote kwaadheid mee, over en door mijn thuissituatie. Ik had als kind soms het gevoel dat mijn ouders niet goed wisten waarmee ze bezig waren. We woonden toen nog aan de overkant van deze straat, in een appartementje met één slaapkamer. Mijn moeder sliep op de zetel, wij met z’n vieren in één kamer. Je hoort me niet zeggen dat ik ben opgegroeid in de projects van Compton zoals Kendrick Lamar, maar het was vaak echt niet gemakkelijk, en er was veel te weinig geld. Ik heb me lang niet van het gevoel kunnen ontdoen dat ik minder kansen kreeg dan mijn vrienden.
Wanneer klikte er toch iets in je hoofd?
Yong Yello: Toen ik enkele jaren geleden een vriendin van vroeger tegen het lijf liep. Zij had ook geen evidente jeugd gehad – moeder zat aan de drank, vader dealde speed – maar ze zei me: ‘Yello, als ik hele dagen zoals jou zou denken, dan had ik er al lang een eind aan gemaakt. Zet u erover, of “stop ermee”. Je maakt het jezelf veel moeilijker dan nodig is.’ Soms moet iemand heel simpel verwoorden wat je zelf al had bedacht, maar wat nooit echt wilde doordringen. Ondertussen kijk ik helemaal anders naar het leven. Echt veel positiever dan de plaat doet vermoeden. Ook al omdat ik in januari gestopt ben met drinken.
Mijn moeder sliep op de zetel, wij met z’n vieren in één kamer. Het was vaak echt niet gemakkelijk. Ik heb lang het gevoel gehad dat ik minder kansen kreeg dan mijn vrienden.
Hebben we het over een goed voornemen, of de aanpak van een probleem?
Yong Yello: Het was geen gigantisch, maar wel een reëel alcoholprobleem. En dat was het echt al jaren. In het eerste middelbaar had ik al door dat jointjes het niet echt deden voor mij, maar dat de sensatie die alcohol me gaf me zeer hard beviel. Sindsdien ben ik eigenlijk niet meer gestopt met drinken.
Dronk je dagelijks?
Yong Yello: In het weekend meestal niet. Omdat ik van maandag tot donderdag al zoveel gedronken had dat ik het hele weekend in bed moest blijven liggen. Als ik op café ging, was het altijd te veel. Niet dat ik met dat idee aan mijn avond begon, maar zo eindigde het wel telkens. Na die eerste twee pinten was er geen stoppen meer aan, tot ik niet meer kon wandelen of dingen uitspookte die ik me daarna niet meer kon herinneren. In het beste geval was ik een halfuurtje kwijt, in het slechtste acht uur en kwam ik ’s ochtends bij bewustzijn en zat ik nog steeds in een of ander marginaal café.
Een alcoholprobleem van die grootteorde beïnvloedt alle facetten van je leven, neem ik aan?
Yong Yello:(knikt) Ik had het pas dit jaar door, maar ik leefde al jaren in angst. Angst voor de toekomst. Want je kunt niks plannen. Ik kon wel beloven dat ik zondag naar een familiefeestje zou komen, maar zeker was ik daar nooit van. Net zoals ik in relaties ook nooit zeker kon zijn dat ik dronken geen scheve schaats zou rijden. Of nooit zeker kon zijn dat ik op tijd op een werkafspraak zou raken. Dus liep ik constant onbewust met het gevoel rond dat alles mis kon en zou lopen, zonder ooit echt goed in te zien dat ik die situatie zelf gecreëerd had. (denkt na) Niet drinken was geen optie voor mij. Ik vond dat normaal, ‘want iedereen deed dat toch?’ Alcoholmisbruik zit ook gewoon zo in onze cultuur ingebakken en wordt zo vaak vergoelijkt of geminimaliseerd. Er zit echt een uitgebreid en problematisch spectrum tussen ‘zatlap in de goot’ en ‘geheelonthouder’. Het is niet omdat je ’s ochtends niet meteen naar de minibar spurt dat je geen gigantisch alcoholprobleem kunt hebben.
In Maandagnamiddag heb je het over Rudy. ‘Rudy, stop met pushen. ’t Is vijf na twaalf en ik moet mij nog douchen.’ Is Rudy gewoon een slechte maat of heb je dat drankduiveltje een naam gegeven?
Yong Yello: Rudy is een cokedealer die maar berichtjes bleef sturen. Nu ja, hij verandert zijn naam maandelijks, maar ooit heette hij Rudy. (denkt na) Fijn dat jij dat poëtischer opvatte. Er mag wel een beetje twijfel zijn over de inhoud van mijn nummers.
Rudy stalkte je waarschijnlijk niet zonder reden?
Yong Yello: Op een zeker moment ging ik alcohol en coke combineren. Om te levelen. Als ik maar genoeg snoof, kon ik drinken zonder weg te zakken. Bovendien was ik volgens mijn omgeving ook aangenamer op coke, wat het allemaal nog gevaarlijker maakte. Want op den duur ging ik geloven dat ik zonder gevolgen kon drinken wat ik wilde. Terwijl mijn lichaam er simpelweg aan kapotging en ik steeds langer moest recupereren. Mijn leven bestond stilaan uit drinken en snuiven, recupereren, werken, en dan weer drinken en snuiven. Maar dat is geen leven.
Hebben jouw vrienden van Abattoir Anvers jou daar ooit op aangesproken?
Yong Yello: Jan, Faisal en ik hebben elkaar leren kennen toen we alle drie in een moeilijke break-upperiode zaten. We hebben samen dus heel wat vage nachten op café beleefd. Alleen kon ik, in tegenstelling tot hen, gewoon nooit stoppen. Mijn hoofd werkt zo niet: als ik nog zin heb, blijf ik drinken. Plots is die laatste pint met een of andere marginaal aan de toog van café De Rui belangrijker dan al de rest. Ze spraken me wel aan op dat gedrag, maar ik wilde het niet horen, want ’s ochtends vond ik al die zatte verhalen vooral beschamend. Het is goed dat ze me er af en toe voorzichtig op wezen – zonder te zagen, want dan zoek je gewoon ‘vrienden’ die je wél naar beneden willen trekken. Zo bleef dat wel ergens achter in mijn hoofd rondspoken. Maar uiteindelijk moet je zelf willen veranderen. Wat meestal pas gebeurt als je rock bottom raakt.
Wat was in januari jouw spreekwoordelijke druppel?
Yong Yello: Mijn vriendin die me zei dat ze niet meer samen kon zijn als ik bleef drinken. Omdat ik op die momenten niet te vertrouwen ben. Ze had uiteraard gelijk, maar toch was mijn eerste gedachte: oké, dan blijf ik maar alleen. Dan heeft niemand last van mijn drinken. Het heeft een paar dagen geduurd voor ik inzag wat voor een idioot ik was en dat ik bijna een prachtige relatie had opgeofferd. Sindsdien laat ik me begeleiden. Alles loopt ondertussen best vlot, maar die tweewekelijkse gesprekken houden me alert. Ik ken mijn hoofd, op een bepaald moment komt dat stemmetje dat fluistert: ‘Eén pintje, kom. Ondertussen kun je het daar wel op houden.’ Maar ik weet dat ik het daar nooit op zal kunnen houden. Het is goed zo: de komende jaren wil ik iets meer van de wereld zien, de binnenkant van bruine kroegen ken ik ondertussen wel.
Glints vertelde dat hij zijn woorden had gewikt en gewogen op zijn debuutplaat, onder meer over zijn angststoornis. Hij hoedde zich voor ‘een Helaasheid der dingen-scenario’. Jij lijkt dan weer helemaal niks te censureren.
Yong Yello: Jan durft zeer diep te graven wanneer hij schrijft, maar achteraf gaat hij soms twijfelen. Zelf zie ik een song meer als een momentopname, en dat moment moet je ook respecteren. In december heb ik bepaalde teksten, zoals het zeer gedetailleerde Luchtkasteel, wel even herbekeken, maar uiteindelijk heb ik niks meer aangepast. Het ligt ook niet in mijn aard om veel voor mezelf te houden of in stilte te worstelen. Praten over mijn verslaving heeft me net geholpen om te stoppen en het vol te houden. Als iemand me vraagt waarom ik niet meedrink, antwoord ik ook eerlijk: ‘Ik had een alcoholprobleem, maat.’ Zelfs al ken ik die kerel amper. Dat valt me makkelijker dan rond de pot te draaien.
In het eerste middelbaar had ik al door dat de sensatie die alcohol me gaf me zeer hard beviel. Sindsdien ben ik eigenlijk niet meer gestopt met drinken.
Luchtkasteel is allicht het meest letterlijke nummer op de plaat. Daarin rap je zonder verbloemen over hoe je moeder de ‘resten van haar twee exen’ moest opvoeden, over hoe je geadopteerde zus in de psychiatrie belandde en je vader coke deed voor jouw puberende ogen. En dat is niet eens een samenvatting, het zijn gewoon drie willekeurige zinnen uit de tekst. Toets je zoiets vooraf af bij je onderwerpen?
Yong Yello: Ik heb het op Werchter Parklife toch gebracht terwijl mijn moeder ergens aan een tafeltje zat, samen met mijn vader nota bene. (grinnikt) Ze vond het pakkend, maar veel is er verder niet over gesproken. Mijn vader is er ook niet kwaad om. Hij vindt het mijn recht om daarover te schrijven. Als ik rap dat mijn vader meer een man dan een kind was, en op mijn zestiende al voor mijn neus snoof, dan is daar niks van gelogen. Het is geen evident hoofdstuk uit zijn – en ons – leven, maar het ligt ondertussen achter hem.
Je rapt Luchtkasteel naar ‘Prinsesje’ toe, een ex uit een nogal geprivilegieerde omgeving die niet kan vatten dat niet iedereen zoals haar is opgegroeid. We kunnen wel stellen dat determinisme geen manier is om je leven te leiden, maar tegelijk start niet iedereen met dezelfde kansen.
Yong Yello: Precies. Mijn vader ging bijvoorbeeld helemaal van het padje af, voor mijn ogen. Achteraf bekeken zou ik dat traumatiserend durven te noemen. Hij raakte verslaafd, liet zijn restaurant schieten, kwam zijn bed niet meer uit, ging grandioos failliet en leefde drie jaar zonder adres bij vrienden, omdat hij geen zin meer had om brieven van schuldeisers open te doen. Geen idee welke stichtende levenslessen je daar als puber uit moet trekken. Ik heb er vooral een onweerstaanbare drang aan overgehouden om mijn eigen leven op te fokken. Rationeel wist ik dat ik niet in een gelijkaardige situatie terecht wilde komen, maar het geloof dat ik sowieso die kant uit zou gaan, was sterker. De hele plaat reflecteert dat gevoel.
Behalve de slotsong Het magnetisme van de goot. Daarin weerklinkt alleen maar hoop, en een zware vermaning naar je jongere zelf. ‘Nee, niet alles overkomt u. Dat is slachtoffergedrag. Ge zijt meer dan uw DNA en alle dingen die ge vroeger zag.’
Yong Yello:(knikt) ‘Stop met blèten, Yello.’ Zo kun je het min of meer samenvatten. Verschuil u niet achter excuses, en probeer gewoon te leven. Loopt er toch iets mis, dan heb je het tenminste geprobeerd. Ik wilde de plaat afronden met een kritiek, en een positieve noot in een zee van negativiteit. Oude negativiteit. Want ondertussen zie ik het helemaal anders. Soms moet ik tegen bepaalde gedachten vechten, want langs alle kanten wordt ons een negatief mensbeeld ingelepeld. Maar als je echt eerlijk bent, moet je toegeven: het merendeel van de mensen doet gewoon zijn best om goed te zijn. Op z’n minst tegenover hun naasten.
Weinig mensen die men het harder zou gunnen, maar als ik zo hoor, wordt jouw volgende plaat een en al sunshine en lollipops?
Yong Yello:Da weet ik na ook weer nie. (lacht)
***
‘Bij de Londenbrug aan de dokken. Daar ligt de parel van de stad.
’t Is het schoonste in de nacht, als er geen kat meer is.
En als ge’t echt wel hebt gehad.’
(uit Londenbrug)
We roken nog een laatste sigaret uit het raam van de derde verdieping. Die verslaving tackelt hij volgend jaar wel, zegt hij. ‘Niet alles in één keer. Want dat maakt de kans op hervallen alleen maar groter.’
Dat ik Londenbrug – een ingetogen zelfmoordfantasie, uitgesponnen over het verloop van een dag – vlotjes het mooiste nummer van de plaat vind, zeg ik. Eentje dat ooit wel zijn plek in de Lagelandenlijst zal verdienen. ‘Dat is misschien wel het fictiefste nummer over Marcel’, zegt Staelens. ‘Maar tegelijk is het ook zeer persoonlijk. Ik heb zelf jaren last van depressie en donkere gedachten gehad. Op en af sinds mijn puberteit, maar zo’n vijf jaar geleden zat ik echt behoorlijk diep. En als je jezelf overtuigd hebt dat niks in het leven je ooit zal lukken, dan kan opgeven soms zeer comfortabel klinken. Een gemakkelijkheidsoplossing. Mocht mijn leven toch gelopen zijn zoals dat van Marcel, dan kon ik er op een mooie avond nog altijd gewoon mee stoppen. Toen ik het nummer schreef, vond ik dat een aangename, geruststellende gedachte. Vandaag voelt het louter als een mooi afscheid van Marcel. Ik heb hem laten sterven en hoef niet langer bang te zijn dat ik die gast zal worden. Ik ben Marcel De Smet niet.’
Marcel & het magnetisme van de goot
Vanaf 20/8 uit bij PIAS. De single Luchtkasteel verschijnt op 16/8.
Wie met vragen over zelfmoord zit, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het nummer 1813 en op zelfmoord1813.be
Jan Maarschalk Lemmens (Glints)
Hiphopper
‘We leerden elkaar zo’n vier jaar geleden kennen, toen ik een producer voor Choirboy zocht, en het klikte meteen. Na één studiosessie weet je doorgaans wel of je compatibel bent, maar zo extreem als met Yello heb ik het nog nooit gehad. Ondertussen zijn we op het punt gekomen dat we amper nog woorden nodig hebben. We voelen elkaar gewoon intuïtief aan. Zelfs al ligt Marcel & het magnetisme van de goot behoorlijk ver van wat ik zelf maak.
‘Al bij de eerste luisterbeurt blies die plaat me omver. Londenbrug is een van mijn persoonlijke favorieten, maar het album bestaat eigenlijk alleen maar uit hoogtepunten. Yello is niet alleen een muzikaal talent, maar ook een straffe verhalenverteller. Hij heeft een filmische vertelstijl, waarin hij zijn scènes eerst goed zet om daarna op het juiste moment te prikken. (denkt na) Ik heb die plaat ondertussen echt al kapotgeluisterd. Het is een cadeau om met zoveel bewondering naar werk van je beste maat te mogen luisteren. Door zijn hiphopachtergrond wat los te laten en meer de traditie van Wim De Craene en Serge Gainsbourg op te zoeken heeft hij echt iets unieks gecreëerd.’
Yello Staelens
Naam Yello Staelens, naar de favoriete Zwitserse elektropopband van zijn vader.
Geboren in 1991 in Louvain-la-Neuve.
Doet zijn ding als producer, songwriter, hiphopper.
Bekend van singles als Als ge slaapt, Cirkels en Waanzin, van zijn werk als producer voor Glints en Noémie Wolfs, van de finale van De Nieuwe Lichting en van vrijdagavonden op Stubru (als deel van Abattoir Anvers).
Bref
Yong Yello in 13 korte antwoorden.
Welke poster hing er prominent op je puberkamer?
Ik had niet echt grote posters, maar wel knipsels uit hiphop- en skatemagazines. Ik herinner mij nog gênante foto’s van Eminem en G-Unit.
Wat is je meest onhebbelijke eigenschap?
Ik kan moeilijk tijd inschatten, waardoor ik vaak meer beloof dan ik kan waarmaken. Omdat ik te veel door elkaar doe, ben ik ook verschrikkelijk vergeetachtig.
Wat wilde je als kind worden?
In de kleuterklas wilde ik ofwel met gorilla’s werken ofwel striptekenaar of rapper worden.
Wat is je vroegste herinnering?
Mijn ouders die ruzieden aan de voordeur.
Welke levensles wil je graag aan de volgende generatie doorgeven?
Durf te gaan voor wat je graag doet en waar je goed in bent, en maak daar je job van. Het leven is te kort om de helft van de tijd bezig te zijn met geld verdienen met iets dat je niet genoeg boeit.
Van welke gewoonte wil je zo snel mogelijk af?
Te weinig eten en te veel roken.
Welke leerkracht blijft je nog altijd bij?
Niels Sverlow, die ons geschiedenis gaf van het vierde tot het zesde middelbaar. Ik heb nooit een leerkracht gehad die de klas onmiddellijk stil kreeg zonder het te moeten vragen en die iedereen zo aan het denken kon zetten.
Op wie ben je, al dan niet gezond, jaloers?
Ik kijk enorm op naar Tyler, The Creator. Hij is een ongelooflijk getalenteerde producer en rapper.
Wat is je dierbaarste bezit?
Het eerste wat in mij opkwam, was: mijn vriendin, mijn naaste familie en close vrienden, maar mensen zijn natuurlijk geen bezit. Mijn harde schijven dan maar!
En wat is het domste dat je ooit gekocht hebt?
Ik heb ooit als grap een Fleshlight voor Glints’ verjaardag gekocht, maar die werd drie dagen vóór zijn verjaardag al geleverd. Na een avond op café was ik zo benieuwd naar dat ding dat ik voor Jan een nieuwe heb moeten bestellen. Die eerste kon ik hem niet meer geven. Dure grap wel.
Met welk obscuur weetje pak je graag uit?
Wist je dat kangoeroes drie vagina’s hebben? Koala’s ook, trouwens.
Welke stommiteit schiet jaren later, zo rond drie uur ’s nachts, nog wel eens door je hoofd?
Ik heb jarenlang een alcoholprobleem gehad, dus ik heb een lange lijst van beschamende stommiteiten. Die herinneringen achtervolgen mij nog heel erg, en ik deel ze dan ook liever niet met de wereld.
Waar zie je jezelf over tien jaar?
Een succesvolle carrière, solo en als producer, genoeg geld, een eigen huis met studio, nog steeds samen met mijn vriendin en tegen dan misschien al een kindje.
Onder invloed
Drie helden en inspiratiebronnen.
Nas
‘Voor deze plaat ben ik teruggekeerd naar de hiphop waar ik in de kleuterklas al naar luisterde. Franse rap, via mijn oudere broer, maar ook The Message en het hele album It Was Written van Nas heb ik echt grijsgedraaid. Straffe rapper, coole flow, durft uit het stramien te stappen en is zeer verhalend. Je mag als artiest ook iets te vertellen hebben.’
Mark Ronson
‘Vooral voor zijn productiewerk op Back to Black van Amy Winehouse. Die sixtiessound, die blazers en strijkers… Heerlijk. Zeer veel van opgestoken. Alles wat hij maakt, is geloofwaardig. Zelfs op een nummer als Miley Cyrus’ Nothing Breaks Like a Heart valt niks aan te merken.’
Wim De Craene
‘Zijn muziek grijpt naar de keel, maar ik hou ook van hoe hij speelt met details in een tekst die slechts enkele mensen echt kunnen snappen, maar die voor elke luisteraar wel een hele wereld oproepen, alsof je er toch bij was.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier