Going Solo

© gf

Francis Weyns verzamelt deze week vier artiesten die het solo waagden nadat ze met hun band wereldwijd goud scoorden. Solo-flights galore!

Volgens het heersende rock ’n roll-cliché worden zowat alle rockgroepjes op de schoolbanken opgericht door twee puisterige tieners (meestal de zanger en leadgitarist), volgen er talloze audities om andere muzikanten te vinden (meestal een basgitarist en een drummer die de maat kan houden), wordt de band, nadat elke platenfirma te hebben afgedweild, door een enthousiaste A&R van een piepklein platenlabel getekend en scoort de debuutplaat onverwachts wereldwijd goud.

Tot zover de romantiek, want van zodra het geld binnenstroomt is er een verdomd handige manager nodig om de groep bij elkaar te houden. In de jaren zestig en zeventig ging de manager meestal zelf aan de haal met het geld, en splitte de groep, en mocht elk groepslid driftig op zoek naar een solo-carrière. Maar solo-albums vergaren vooral stof in de platenbakken, dikwijls ten onrechte ! Deze week : Solo-flights galore !

David Lee Roth : Eat ‘em and smile (1986)

High-school loser Roth vormt begin de jaren zeventig samen met de broers Van Halen de band Mammoth. Onder druk van een eerdere rondtoerende Mammoth wordt de naam in Van Halen gewijzigd. De band kan door toedoen van Gene Simmons, basgitarist bij Kiss, een eerste demo opnemen. De groep wordt door platenfirma Warner Brothers getekend en in 1978 wordt de gelijknamige debuutplaat uitgebracht. Met succes, want de eerste Van Halen gaat meer dan twee miljoen keer over de toonbank en de “nonstop booze-and-babes party train” – dixit het Amerikaanse Rolling Stone, levert in de volgende zeven jaar nog vijf gelijkwaardige albums af.

De relatie tussen David Lee Roth en de broertjes Van Halen verzuurt gaandeweg, en na een eerste zijsprong in 1985 gaat Roth het jaar daarop voluit solo-slim met Eat ‘em and Smile, dat een top vijf notering haalt in de Amerikaanse charts. Van Halen gaat ondertussen verder met Sammy Hagar. Een verzoeningspoging op de MTV Music Awards in 1996 mislukt, maar volgens welingelichte bronnen zitten de band mét David Lee Roth, maar zonder basgitarist Michael Anthony op dit eigenste ogenblik in de studio.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Ian Hunter : Short Back ’n ‘Sides (1981)

Frontman Hunter kondigt in 1972, na drie jaar toeren het einde aan van zijn groep Mott The Hoople. David Bowie, fan van het eerste uur stelt net op dat moment aan Mott The Hoople voor om een song van hem op te nemen. Ian Hunter vindt Sufragette City niet echt goed, maar valt wel voor de Bowie-ballad All The Young Dudes. De versie van Mott The Hoople wordt een top drie hit in Engeland en geeft de band een, zoals dat heet, nieuwe wending in hun carrière. Van korte duur, zo blijkt, want de zanger verlaat eind 1974 de groep. Op zijn solo-albums werkt Hunter voornamelijk samen met Mick Ronson, de voormalige side-kick/gitarist van Bowie. Goed volk op het vijfde Ian Hunter-album Short Back’n ‘Sides : producer Mick Ronson wordt geholpen door Clash-leden Mick Jones en Topper Headon en ook Ellen Foley en Todd Rundgren doen mee.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Gary Brooker : No More Fear Of Flying (1979)

Procol Harum, de band van zanger Gary Brooker, scoort in 1966 een enorme debuuthit met A Whiter Shade Of Pale. Alle latere pogingen ten spijt kan de band nooit meer het eerste succes herhalen, en elf jaar later verlaat Brooker de groep. Zijn solo-debuut wordt door George Martin, de huisproducer van The Beatles, onder handen genomen. De plaat flopt, ondanks het gelijknamige radio-hitje.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Steve Winwood : Arc Of A Diver (1980)

Winwood is nog piepjong wanneer hij in de jaren zestig met zijn broer bij de Spencer Davis Group ingelijfd wordt. De band scoort met Gimme Some Loving en I’m A Man twee hits van formaat, maar kort nadien ruilt zanger de groep in voor de nieuwe formatie Traffic en twee jaar later komt er de nieuwe supergroep Blind Faith bij. Doodmoe van het toeren last Winwood een sabbatperiode in. Een eerste solo-oefening in 1977 levert niet veel over, maar opvolger Arc Of A Diver is een schot in de roos, en single While You See A Chance wordt Winwoods’ eerste solo-hit.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Francis Weyns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content