Gent Jazz dag 2: Phronesis, Kurt Elling en Diana Krall

Verslag van een tweede avond Gent Jazz

Phronesis(**) was naar eigen zeggen aangenaam verrast dat Gent niet in plensregens, maar in een stralende zon baadde. Vertel ons wat! Dit pan-Europees pianotrio van de Deense bassist Jasper Hoiby, Zweedse drummer Anton Eger en de Britse pianist Ivo Neame wordt in Engeland, hun thuisbasis, geprezen als the next best thing na het ter ziele gegane (letterlijk, dan) e.s.t. rond de betreurde pianist Esbjörn Svensson. Ze hebben al vier albums op hun naam, maar zijn nu pas echt begonnen met hun veroveringstocht in de V.S. en het Europese vasteland.

Zoals voor hedendaagse pianotrio’s de norm is, is Phronesis niet het vehicel van één solist. Energetisch samenspel stond centraal in een set vol eigen composities. Openingsstuk Abraham’s New Gift was meteen de blauwdruk voor wat volgde; complexe maatsoorten, beweeglijke ritmes, repetitieve grooves en compacte melodieën. Deze band is zodanig op mekaar ingespeeld en hun muziek klinkt zodanig gerepeteerd dat bijna alle deuren naar improvisatorisch avontuur gesloten worden. Hier kan niks mis gaan. Maar net tussen de kieren van loshangende hengsels ligt de magie van jazz…

Wat een lefgozer, die Kurt Elling(***) ! Je concert openen met Come Fly With Me, een van Frank Sinatra’s lijfstukken? Elling maakt in de mooiste van zijn dromen deel uit de Rat Pack. Hij is een professionele entertainer met gesofistikeerde cool; het haar strak achteruit, water in de kelder, sport coat met stoefertje. Ellings band is een “ensemble” en zijn publiek bestaat uit de “sexiest people”. De charmeur. Zijn bachelor pad muziek is al even glad als zijn verschijning.

Het repertoire werd grotendeels gelicht uit zijn laatste cd, een eerbetoon aan de songpluggers van de Brill Building uit de jaren zestig. Hij zong stukken van Burt Bacharach (A House in Not a Home), Sam Cooke (You Send me) of Lieber&Stoller (hun hit On Broadway was het pièce de resistance van de set). Let op, de man kan wat. Hij demonstreerde breeduit en met verbazend gemak zijn indrukwekkende vocale bereik en heeft een intrigerende stemkleur die wat herinnert aan Jon Hendricks. Misschien doet zijn act in Las Vegas de harten sneller slaan, maar in een festivaltent terwijl buiten de zon nog schijnt, lieten we het allemaal na verloop van tijd aan ons passeren en gingen op zoek naar een Martini cocktail… ‘Stirred, not shaken’ natuurlijk, tegendraads als we zijn.

Nog meer nostalgie bij de hoofdact van deze avond. De jonge kerels naast me waren hoorbaar teleurgesteld wanneer Diana Krall(****) niet in de onthullende lingerie van op de hoes van haar laatste cd, maar in broek en leren jekker op het podium verscheen. Je moet het maar verdienen als 48-jarige moeder, die adoratie van een stel gezonde twintigers.

Glad Rag Doll haalt tijdloze, maar helaas wat vergeten composities van de hotsy-totsy Tin Pan Alley traditie opnieuw van onder het stof. Het is muziek die Krall als jong meisje hoorde op de oude 78-toerenplaten van haar vader. Haar versies van deze onweerstaanbare muziek waren ons na een aantal keren beluisteren eerlijk gezegd ook onder de huid gaan kruipen. Voor de gelegenheid werd het podium met rood belichte doeken behangen en omgetoverd tot kabardoesj.

De pianiste nam ook niet plaats achter een statig volle Steinway, maar verkoos een kleine vleugel die zich meer leende tot honky tonk. Ze had een goede band meegenomen, die zo dicht mogelijk het ouderwetse geluid dat producer T-Bone Burnett aan Glad Rag Doll heeft gegeven, trachtte te benaderen. Zelfs zonder de bijtende gitaarsound van de onnavolgbare Marc Ribot was opener We just Couldn’t Say Goodbye meteen een schot in de roos.

Het programma varieerde van obscure, sentimentele hits voor Bing Crosby of Annette Hanshaw tot regelrechte klassiekers als The Sunny Side of the Street of Boulevard of Broken Dreams. De Canadese was opvallend nonchalant, maakte grapjes met het publiek, maar liet geregeld ook een steek vallen. Niet elke solo die ze weggaf was even geslaagd. Ze struikelde al helemaal over de toetsen in Fats Wallers I’m Gonna Sit Right Down and Write Myself A Letter en vergat zelfs even de tekst van Fly Me To the Moon. Maar wat zou het – het maakte de ijskoningin zowaar sympathiek!

De muziek was steeds onderhoudend, hoewel uitstapjes naar meer moderne songs van Neil Young, Tom Waits of the Band de vaart wat uit de set haalden en niet hadden gehoeven. Haar versie van Bob Dylans Simple Twist of Fate was daarentegen eentje om in te kaderen.

Frederik Goossens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content