Fulco Ottervanger gaat voor nederpop: ‘In mijn stoutste dromen wordt dit de nieuwe Doe Maar’

© Jef Boes
Kristof Dalle Journalist

Al vijftien jaar wilde Fulco Ottervanger zijn teen in de Nederlandstalige pop dippen. Alleen kwam daar altijd wel een ander project doorheen fietsen. Als Fulco levert hij nu toch een gerijpte solodebuut in zijn moerstaal af, met metameezingers en – naar eigen zeggen – het Zoutelande van 2019. ‘Misschien is een cultplaat afleveren een realistischer droom?’

‘Dat Nederlandstalige popplaatje was altijd een grote jongensdroom’, glundert Fulco Ottervanger nog wat na aan een tafel in Sint-Amandsberg. Met Fulco gaat die droom eindelijk in vervulling en voegt de pianist van jazztrio De Beren Gieren, de hopman van krautpopband Stadt, afzwaaiend stadscomponist van Gent en de helft van hiphop-funk-elektronica-en-kitschlaboratorium BeraadGeslagen nog een project aan zijn cv toe.

Op Pukkelpop en Down the Rabbit Hole kon hij deze zomer zijn nieuwbakken alter ego in olijfgroen maatpak al even uittesten, binnenkort gaat hij echt toeren met de plaat waaraan hij twee jaar in het grootste geheim heeft gewerkt. En hoewel hij zijn poppersonage zelf graag omschrijft als ‘half heertje, half paljas’, meent Ottervanger het bloedserieus. ‘In mijn allerstoutste dromen zal ik pas tevreden zijn als Fulco het nieuwe Doe Maar wordt. Al snap ik dat we in een andere tijd leven en durf ik wel eens te vergeten dat ik best rare muziek maak.’

Ik ben best bang om een simpel, normaal leven te leiden, gewoonweg gelukkig te zijn en dan dood te gaan. Dat is niet goed genoeg voor mij.

For scale: Spinvis noemt de nummers op Fulco bewonderend ‘enigszins verwarrende nachtzoenen’. En je moet toch al van goeden huize komen om Erik ‘Je bent de trein, het vuur, de dageraad’ de Jong confuus achter te laten. ‘In mijn wereld zijn dat nochtans heel logische popsongs, maar dat geldt blijkbaar niet voor iedereen’, aldus Ottervanger. ‘Zo heb ik even gedacht dat een warm mainstreamnummer als Grensdorp het nieuwe Zoutelande kon worden, maar dat is voorlopig toch niet het geval. (lacht) In Nederland heeft De sms’ende mens ondertussen wel een bescheiden cultstatus verworven. Misschien is een cultplaat afleveren een realistischer droom? We zien wel. Ik wil ook niet te ijdel zijn, dat is niet goed voor de gezondheid.’

De naam Spinvis valt wel vaker als men het over dit project heeft, zoals dat gaat met alles wat Nederlandstalig is en niet een-op-een. Maar is Fulco niet eerder het puberende liefdeskind van Raymond van het Groenewoud en Drs. P?

Fulco Ottervanger: Daar kan ik me wel in vinden. Alleen ben ik bewust niet voor al te lollige nummers gegaan, wat je met Drs. P toch wel hebt. Die bestaan ook, hoor, maar het leek me slimmer om er de iets mysterieuzere, psychologische nummers uit te lichten. Er zit humor in alles wat ik maak, maar je wilt toch ook niet als de clown gezien worden.

Wat was ‘al te lollig’ voor jou?

Ottervanger: Een wat onnozele stijloefening met sixtiessaus over een strandfeest in het bos bijvoorbeeld. Of een nummer waarin ik de liefde verklaar aan mijn grote teen, en die teen ook een klein kopstemmetje krijgt. (lacht) Fulco was één grote evenwichtsoefening.

Het had haaks op de rest van de plaat gestaan, maar ergens had ik van jou toch een onvervalste smartlap verwacht. Of is die ambitie, die je eerder geuit hebt, ondertussen gaan liggen?

Ottervanger: Ik noem Fulco toch al de Stichting Vrienden van het Abstracte Levenslied. Die integrale smartlappenplaat is dus louter een kwestie van tijd. Ik speel ook al een tijdje met de titel ‘Zes liedjes over de liefde’. Die wilde ik initieel in het Italiaans opnemen, maar laat ik nu maar even op mijn Nederlandstalige trip verdergaan.

Fulco Ottervanger gaat voor nederpop: 'In mijn stoutste dromen wordt dit de nieuwe Doe Maar'
© Jef Boes

Deze plaat maalde al jaren door jouw hoofd. Bijna vijftien jaar zelfs. Waarom dan zo lang wachten?

Ottervanger: Op mijn twintigste heb ik al een poging ondernomen. Plots werd ik toen overvallen door de vrees dat ik zo stilaan te oud was om nog een Nederlandstalige popster te worden. Kilometers tape heb ik volgespeeld, maar het resultaat bleek uiteindelijk toch te krampachtig en te eclectisch: hier een funkdingetje, daar een Italiaanse song en ginds een hoop slecht gezongen gekrijs. Ik krijs nog steeds graag, maar ik heb ondertussen meer controle over mijn stem. Ik ben altijd blijven schrijven, maar toen kwamen De Beren Gieren, BeraadGeslagen en andere projecten ertussen fietsen. Dat, en ik legde mezelf zo veel druk op dat ik het maar bleef uitstellen. (denkt na) Eigenlijk is de ambitie er al sinds mijn tiende. Toen maakte ik al Engelstalige popliedjes onder de naam Fulc Oter. En wie herinnert zich de bejubelde cassettes Cows Are Not to Blame en Yellow Trip van Fulc Oter niet meer? (lacht) Ik vond dat allemaal geweldig, maar de buitenwereld was er werkelijk niks mee.

Hoe klonk de muziek van Fulc Oter?

Ottervanger: Ik luisterde toen vooral naar de Eagles, en naar alle Woodstockbands die ik op de affiche boven mijn bed zag staan. De sixties en seventies waren top, alles na 1979 absolute rommel. Ik was een heel conservatieve, nare jongen. (lacht)

Dat de vooruitgeschoven single De sms’ende mensDe sms’ende mens heet en niet ‘Het whatsappende wezen of ‘Het instagrammende individu’ doet vermoeden dat bepaalde nummers ook al even op het schap liggen.

Ottervanger: (knikt) Sommige al tien jaar, in een of andere vorm. Dichtstbevolkt land bijvoorbeeld heeft jaren ‘Die ochtend in Merelbeke’ geheten. De tekst was helemaal anders, maar het idee hetzelfde. Ik liep in de vroegte door verlaten straten in de Gentse rand en rook het avondeten van de dag ervoor nog. De rolluiken waren overal dicht, er was geen kat op straat maar er hing een geur van verterende lichamen in de lucht. Ik vroeg me af wat zich achter die luiken afspeelde, en of iedereen er de illusie koesterde dat ze zich werkelijk ongenaakbaar konden afzonderen van de rest van de wereld. Wat overigens een zeer Vlaams trekje is: in Nederland staan de rolluiken gewoon open. Het moet iets met het calvinisme te maken hebben, en met de neiging om elkaar te controleren.

Er zijn op jouw popdebuut ook best wat flarden te vinden waaruit een diepe angst voor de kleinburgerlijkheid spreekt. Al lijk je er tegelijk ook graag mee te flirten, toch?

Ottervanger: Kleinburgerlijkheid? Ik ben best bang om een simpel, normaal leven te leiden, gewoonweg gelukkig te zijn en dan dood te gaan. Dat is niet goed genoeg voor mij. Als dat betekent dat ik schrik heb voor kleinburgerlijkheid…

Ik heb mijn hele jeugd in Brussel gewoond, maar tot mijn zeventiende waren de Belgen buitenlanders voor mij.

Die definitie komt toch aardig in de buurt. In Een beetje verfrommeld klinkt het: ‘Ik zet niets aan, maar sluit niets uit. Het leven is niet saai. Voedsel en computer op stand-by.’

Ottervanger: Het zit ook in Nergens heen: geen berusting vinden, maar er eigenlijk wel naar verlangen. Ik ben een driftig woelwater dat waarschijnlijk baat zou hebben bij iets meer kleinburgerlijkheid, maar begin er maar eens aan met zo’n muzikantenleven.

Je hebt de laatste maand ook een paar keer opgetreden in het voorprogramma van Zwangere Guy, die deze zomer met BeraadGeslagen dan weer op het Jazz Middelheimpodium heeft gestaan. Hoe is dat huwelijk ontstaan?

Ottervanger: Lander (Gyselinck, de andere helft van BeraadGeslagen, nvdr.) kent hem goed. En Zwangere Guy is een heel fijne mens, met een heerlijke eclectische muzieksmaak. Onlangs leerde hij me bijvoorbeeld de Nederlander Ton Lebbink kennen, van het heel vreemde jaren-zeventignummer Geen mening – Ja/nee.

Jullie groeiden beiden in Brussel op, maar veel nota’s kunnen jullie verder niet vergelijken. Hij groeide op in de blokken van Ganshoren met een wankele moeder en een stiefvader met losse vuisten…

Ottervanger:… En ik zat in mijn mooie expatwijk aan het bos, ja. Beschermd, in mijn veilig, warm nest met kunst en muziek om me heen.

Heb jij Brussel in die jaren eigenlijk wel leren kennen?

Ottervanger: Ik nam de metro naar de Europese school, maar dat was het zo’n beetje. We keken naar Nederlandse televisie, lazen Nederlandse kranten en ik speelde hockey en tennis in Oranje, een Nederlandse sportclub in Hoeilaart. Ik heb mijn hele jeugd in Brussel gewoond, maar tot mijn zeventiende waren de Belgen buitenlanders voor mij. Toen heb ik pas mijn eerste Belgen ontmoet. (lacht) Als je mijn dokter en cellolerares niet meerekent.

Het gezin Ottervanger verhuisde naar Brussel in het zog van jouw vader, hoogleraar Europees recht en jurist, gespecialiseerd in mededingingsrecht.

Ottervanger: Je zou misschien verwachten dat ik wat schamper ga doen over zijn werk voor multinationals die nauwelijks belastingen betalen. Maar de waarheid is dat ik zeer trots ben op wat hij bereikt heeft, zonder het noodzakelijk eens te zijn met alles waar hij voor staat. Uiteindelijk ben ik op microschaal ook gewoon met mededinging bezig, met me onderscheiden van mijn concurrenten, toch? Misschien lijken we wel meer op elkaar dan ik vroeger dacht. Van mijn moeder kreeg ik Rachmaninov en Brahms mee, maar het is door zijn platencollectie dat ik Django Reinhardt, The Kinks en The Beatles heb leren kennen.

Fulco Ottervanger gaat voor nederpop: 'In mijn stoutste dromen wordt dit de nieuwe Doe Maar'
© Jef Boes

‘Ik leef binnen de grenzen, al zit ik er nooit ver vandaan’ zing je in Grensdorp. Dat kan over veel gaan, maar het lijkt me ook een aardige samenvatting van het sabbatjaar dat je op je achttiende nam. Je trok naar Italië om er van het busken te leven, maar je ouders betaalden er wel netjes je appartement.

Ottervanger: O ja. (grinnikt) Ik wilde leven van muziek op straat spelen, maar had wel het vangnet van mijn ouders. Ik heb geproefd van dat leven, maar dus wel op een vrij veilige manier. Het was gewoon iets dat ik zeker gedaan wilde hebben. Op mijn veertiende speelde ik al nummers van Creedence Clearwater Revival of de Eagles aan de kust en op de Grote Markt in Brussel, later ben ik door Portugal en Italië getrokken met mijn gitaar. Dat heeft me ook gevormd als muzikant, en ik heb er mijn luide stem aan te danken.

Fulco Ottervanger gaat voor nederpop: 'In mijn stoutste dromen wordt dit de nieuwe Doe Maar'
© Jef Boes

Is dat ook geen handige manier om alle jeugdige muzikantengêne meteen uit te drijven?

Ottervanger: (knikt) Die eerste twee nummers op straat zijn altijd heel lastig: je moet je toch altijd over jezelf heen zetten. Nu goed, ik heb het bij van die intieme huiskamerconcertjes ook. Doe mij gewoon maar een podium, met een liefst wat onherkenbare massa voor mijn neus. (denkt na) Al heb ik ook een goede vriend die me altijd aanstaart vanop de eerste rij alsof ik een soort tragisch personage ben.

Dat heet…

Ottervanger: Pure projectie, ja. (lacht) Ik ben een beetje tragisch – zoals iedereen, toch? Ik ben er ook nog niet uit wat voor frontman ik wil zijn, misschien ligt het daaraan. Bij Stadt treed ik ook steeds meer op de voorgrond met een microfoon en wat gedans, en blijkbaar vinden zowel publiek als band dat wel fijn.

Hangen in de waarheid gaat dan weer over je wentelen in comfortabele idee-fixen. ‘Twijfels waren plots verdwenen, en maakten plaats voor zekerheid. Eenduidigheid was me nu gegeven. O, wat een heerlijkheid.’ Was dat nummer bedoeld als soundtrack voor 2019?

Ottervanger: Je zou dat kunnen koppelen aan pakweg veganisme, religieus extremisme of politieke visies aan beide uitersten. Je zou dat kunnen, maar ik ga het niet doen. (lachje) Ik dacht eerder aan hoe tomaten ongezond zijn.

Een voorbeeld zo random dat het wel op iets concreets gebaseerd moet zijn.

Ottervanger: Ik heb echt een poosje gedacht dat tomaten de ondergang van de mensheid zouden inluiden. (lacht) In een boek over macrobiotiek had ik gelezen dat oorlogen ontstonden door wat de mens allemaal at. Het idee dat voedsel de basis van alles is, en dus ook onze emoties beïnvloedt. ‘Tomaten zijn slecht’ was gewoon een heel aantrekkelijke waarheid: je leven wordt plots heel helder als je dergelijke zaken gewoon zonder tegensputteren aanvaardt. Soms verlang ik terug naar zo’n duidelijk wereldbeeld. Het beeld dat ik nu heb, schippert elke dag wel weer.

Ik heb echt een poosje gedacht dat tomaten de ondergang van de mensheid zouden inluiden. ‘Tomaten zijn slecht’ leek een heel aantrekkelijke waarheid.

Met zo’n wereldbeeld beginnen sektes. Of religies. Of BV-kookboekenfranchises.

Ottervanger: Precies. Voor alle duidelijkheid: die fase heeft niet lang geduurd. Net zoals ik ook een paar maanden lang overtuigd was dat de Maya’s gelijk hadden en de wereld zou vergaan in 2012. Stel je mijn teleurstelling eens voor toen ik die dag op een zolder in Leuven aan het optreden was en de wereld gewoon bleef bestaan. (lacht)

Een Leuvense zolder is een vreemde plek om het einde der tijden af te wachten. Je kon ook gaan reizen, of je de tering roken, drinken en snuiven in de armen van een geliefde. Want wat maakt het nog uit?

Ottervanger: (droog) Achteraf bekeken is dat inderdaad een rare keuze. Blijkbaar ben ik niet zo avontuurlijk, zelfs niet in het aanschijn van de Apocalyps. Blijkbaar zit er meer van Dichtstbevolkt land in mij dan ik graag wil toegeven. ‘Deur op slot, en de rolluiken dicht.’ Ach, het was gewoon weer een manier om grip te krijgen op het leven én een excellent excuus om niks te hoeven doen. ‘Waarom zou ik nadenken over waar mijn leven heen gaat? De wereld vergaat toch.’

In welke waarheid blijf je vandaag graag hangen?

Ottervanger: Niks concreets, maar ik ben nog steeds vatbaar voor allesomvattende adviezen en easy fixes. Als jij me nu zegt dat je een ademhalingstechniek kent die mijn leven kan veranderen, dan ben ik altijd een beetje geneigd om dat te geloven. Ik weet niet per se hoe ik moet leven, maar ik hoop altijd dat andere mensen het misschien wél weten.

Fulco

Uit op 18/10 bij Small Art.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fulco Ottervanger

Geboren in 1984 in Nederland, opgegroeid in Brussel.

Woont ondertussen al jaren in Gent.

Beroert de toetsen bij krautpopband Stadt, jazztrio De Beren Gieren en muzikale speeltuin BeraadGeslagen (met drummer Lander Gyselinck).

Snapt nog steeds niet helemaal hoe Isabellade, van BeraadGeslagens vorige plaat Duizeldorp, het plots tot in de Ultratop heeft geschopt.

Met zijn solopopproject Fulco loste hij eerder al de singles De sms’ende mens, Grensdorp en Nergens heen.

Is van 2017 tot dit jaar stadscomponist van Gent geweest.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content