Fuiven met fagotten: wij gingen naar de nachtclub met het Belgian National Orchestra

© Veerle Vercauteren

Het Belgian National Orchestra wil een jonger publiek vinden en trekt daarvoor naar de Brusselse nachtclubs. Met Mozart, maar ook met meer experimentele werken. Verslag van een uniek experiment, met wat minder delicacy.

Donderdag, 10 uur. Wie het adres niet kent, weet niet waar de Bloody Louis te vinden. De club ligt verscholen onder een anonieme galerij, ergens halverwege de Brusselse Louizalaan.

Maar wie eenmaal de trappen afdaalt, weet het: hier wordt gefeest, en niet zo’n klein beetje. ‘We don’t sleep, we dream’, staat er op een banner aan de ingang. Major Lazer, Claptone, Migos en Diplo sieren het palmares van de vier jaar oude danstempel. Staat daar sinds deze week ook op: hiphop-dj Simon Le Saint, die daarnaast de kost verdient als drummer van Stromae. Maar ook, en dat is opvallender: het Nationaal Orkest van België, al moeten we tegenwoordig Belgian National Orchestra zeggen.

Het project, Classic Clubbing, is een nieuwe uitdaging, na hun triomftocht op Tomorrowland twee jaar geleden. ‘Rechtstaande haren in uw nek, hart in de keel, los in de broek, authentiek kippenvelmoment’, schreven wij daar toen over.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Het orkest vult nog steeds de klassieke concertzalen, stelt woordvoerder Pieter Lembrechts ons gerust. ‘Maar we merken dat symfonische klassieke muziek wat minder leeft bij de jongere generatie. Bij dezen zeggen we tegen jongeren: “Wij komen naar jullie, maar jullie zijn ook altijd welkom bij ons.”‘

Loungezeteltjes

De repetitie, eerder op de dag, is een beetje surrealistisch. De bar ligt vol lege vioolkisten, een contrabas ligt tussen de staantafeltjes. Hoboriedeltjes galmen langs de spiegels en de loungezeteltjes, waarop enkele violistes hun instrument stemmen.

Terwijl een paar van zijn collega’s van de Starbucks lijken te komen – ook topmuzikanten beginnen de werkdag zelden zonder een stevige koffie – kauwt paukenist Guy Delbrouck een sandwich met kaas weg. ‘Een interessant experiment, niet?’ grijnst hij.

‘We willen aantonen dat we meer te bieden hebben dan enkel Beethoven en Mozart.’

Hugh Wolff, dirigent Belgian National Orchestra

Delbrouck troont ons mee tot achter de percussie-opstelling. Vandaag bedient hij ook de computer, legt hij uit, voor een werk van de Amerikaanse componist en deejay Mason Bates. Elke F-toets op de laptop laat een andere beat horen. De combinatie met marimbariffs, de accenten van strijkers en blazers en de echo-effecten die de muzikanten zelf spelen, balanceert een beetje tussen techno, Aphex Twin en, heel af en toe, David Guetta met een hoek of twee af.

Het is een manier om het publiek de hand te reiken, zal de Amerikaanse dirigent Hugh Wolff later uitleggen. ‘Zo willen we aantonen dat we diverser zijn dan de klassiekers van Beethoven en Mozart.’

Mozart staat trouwens wel op het programma met een pianoconcerto van een half uur. Het derde stuk, een staaltje muzikale satire van Alfred Schnittke, is ook niet altijd een even vlot verteerbare hap. ‘Het bevat grapjes die enkel voor muzikanten begrijpbaar zijn’, lacht Wolff. ‘Zo lopen de muzikanten weg en op het einde sta ik alleen, voor niemand, te dirigeren.’

Fuiven met fagotten: wij gingen naar de nachtclub met het Belgian National Orchestra
© Veerle Vercauteren

‘Mijn ervaring – ik heb drie opgroeiende zonen – is dat jongeren muziek als deze niet echt als moeilijk of makkelijk ervaren. Voor hen is alle klassieke muziek muziek waar met extra aandacht naar geluisterd moet worden om mee te zijn. Of dat werkt? We zullen zien. We ‘ll find out some things tonight. (lacht)

Here we are!

Muzikaal verwacht Wolff niet veel problemen. ‘We zijn hier niet met de volledige bezetting, zo’n dertig van de tachtig muzikanten. Alleen de ventilators klinken hier vrij luid, net als waarschijnlijk de aanwezigen straks. Het zal allemaal met wat minder delicacy moeten gespeeld worden, wat robuuster.’

Wolff wordt alweer weggeroepen door de lichtman, die zijn plannen voor de avond wil bespreken. Er verschijnt een denkrimpel op het hoofd van de dirigient wanneer de technicus over stroboscopen begint. ‘Geen lampen rechtstreeks op de pupiters!’ waarschuwt hij.

Uiteindelijk vinden de twee vlot een compromis en ook Lembrechts maakt zich geen zorgen. ‘We verwachten tussen de 400 en 700 mensen, allemaal geronseld via onlinereclame, op Facebook en Instagram. De eigenaar van de Bloody Louis, die een capaciteit van 1000 feestgangers heeft, vreest er al een beetje voor’, lacht hij.

Fuiven met fagotten: wij gingen naar de nachtclub met het Belgian National Orchestra
© Veerle Vercauteren

Of de party animals dan ook naar pakweg de BOZAR afzakken voor een ‘echt’ concert? Lembrechts maakt zich geen illusies. ‘Het zou geweldig zijn, maar dat is niet noodzakelijk de bedoeling. Wij willen vooral uit onze comfortzone treden en een signaal geven: here we are! Jongeren moeten weten dat we er zijn en dat we dit doen. Of ze later nog een ticket kopen, is hun zaak.’

Conservatorium

Een logistieke kracht hangt een blad papier op met het woord Eupen en vertrekuren voor een bus. ‘Morgen werken we hetzelfde programma af, maar dan met de achtste van Beethoven in plaats van de beats van Bates’, legt slagwerker Nico Schoeters uit. ‘Zaterdag trekken we naar het conservatorium van Brussel.’

Maar eerst, bij wijze van tussendoortje, de Brusselse party animals opvrijen, maar dat komt wel goed, denken we, wanneer we de Bloody Louis én de muziek van Mozart achter ons laten.

***

The day after spreken we Pieter Lembrechts nog eens. Die heeft het over ‘een geslaagde eerste editie’. ‘Maar we hebben nog werk’, voegt hij er meteen aan toe. ‘Nu was het gezellig, zonder dat het echt druk werd. We moeten meer mensen bereiken en goed nadenken over het programma.’

Het orkest is er wel van overtuigd dat er een markt is voor clubben op klassiek. ‘Heel veel mensen zijn ons komen aanspreken dat ze het geweldig vonden of kwamen hulp aanbieden. Die hulp zullen we ook nodig hebben, want we kennen het wereldje niet goed genoeg.’

‘De muzikanten waren wel enthousiast, tot onze verbazing. Ze vonden het fijn dat de afstand tussen publiek en orkest veel kleiner was en waren blij verrast dat de akoestiek van de zaal redelijk goed zat.’

Niets dan blije gezichten dus, op de bus naar Eupen.

Het Belgian National Orchestra speelt ook in februari en mei nog in nachtclubs. Houd voor meer info hun Facebookpagina in de gaten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content