De biografie van Bobbejaan Schoepen
Bobbejaan Schoepen is bij de jeugd vooral bekend als oprichter van het pretpark Bobbejaanland. Maar eigenlijk was de Kempenzoon in de eerste plaats muzikant en entertainer. Een biografie.
Bobbejaan Schoepen is bij de jeugd vooral bekend als oprichter van het pretpark Bobbejaanland. Maar eigenlijk was de Kempenzoon in de eerste plaats muzikant en entertainer. Hij geldt als de baanbreker van de country- en westernmuziek in België. Hits als “Café zonder bier”, “De lichtjes van de Schelde” en “Ik heb eerbied voor jouw grijze haren” staan in het collectieve geheugen gegrift.
Bobbejaan Schoepen werd op 16 mei 1925 in Boom geboren als Modest Hyppoliet Joanna Schoepen. Zijn vader, een hoefsmid, kreeg een nierkwaal toen Modest nog een tiener was. Net als voor de vijf andere kinderen zat er voor hem niets anders op dan tijdens de schoolvakanties in de smidse te werken. Maar muziek zat in zijn genen. Zijn grootvader speelde bugel, zijn moeder zong graag en op zijn twaalfde schuimde Bobbejaan met zijn zus de Boomse cafés af om op te treden.
Begin jaren vijftig reisde hij door heel België met zijn muzikale shows. Hij was een van de eerste performers die gebruik maakte van een moderne uitrusting, een tourbus en sponsoring. Nog in de jaren vijftig trad hij geregeld op in de Brusselse Ancienne Belgique aan de zijde van de jonge Jacques Brel. Hij werkte ook samen met Josephine Baker en Toots Thielemans.
Hij concerteerde niet alleen in eigen land, maar ook in onder meer Denemarken, IJsland, Congo en Indonesië. Met vertalingen van Vlaamse nummers oogstte Schoepen succes in Duitsland en Oostenrijk. Zo zong hij “Marina” van Rocco Granata in het Duits. Een tijdlang was hij ook top of the bill in Nashville, het mekka van de country. In 1957 vertegenwoordigde Schoepen België op het Eurovisie Songfestival met “Straatdeuntje”.
In 1961 stichtte Schoepen samen met zijn echtgenote Josée Bobbejaanland. Van een aanvankelijk moerassig domein maakte Schoepen een van de grootste pretparken van het land. Hij trad er dagelijks op in de shows van het park. In april 2004 werd Bobbejaanland verkocht aan een Spaans-Amerikaanse groep.
In 1962 speelde Bobbejaan Schoepen de hoofdrol in “At a drop of a hat”, een absurdistische film met onder meer An Petersen, Yvonne Lex en Denise Deweerdt. De Belgische rockgroep Dead Man Ray van frontman Daan toerde in 1999 met deze film door België en Nederland om de prent muzikaal te begeleiden.
Bobbejaan Schoepen scoorde als artiest hits met nummers als “Café zonder bier” (1959), een cover van “Pub without beer” van Slim Dusty, “De lichtjes van de Schelde” (1952) en “Ik zien zo gere mijn duivenkot” (1950). Andere bekende liedjes van hem zijn “Als mijn kanarievogel zingt” (1952), “Ik heb eerbied voor jouw grijze haren” (1960) en “Twee ogen zo blauw” (1965).
In mei 2005 werd Schoepen naar aanleiding van zijn tachtigste verjaardag en zijn vijf decennia op de planken in de bloemetjes gezet. Eerder dat jaar gaf Schoepen onverwachts enkele optreden op het literaire festival Saint-Amour. In het voorjaar van 2006 trad Bobbejaan op in de AB, waar zijn kinderen een muzikale hommage aan hun vader organiseerden. In februari 2007 ontving Schoepen in de Brusselse AB een Lifetime Achievement Award voor zijn succesvolle carrière als zanger-muzikant, en voor zijn pionierschap in de Belgische muziekgeschiedenis.
Op 19 mei 2008 werd het nieuwe album “Bobbejaan” in België uitgebracht, met als gastvocalisten Geike Arnaert (Hooverphonic), Axelle Red, Nathalie Delcroix (Laïs), en Daan Stuyven, die tevens de hoes ontwierp.
In juli 2008 werd de fluitende cowboy door de Amerikaanse International Whistlers Convention als eerste Europeaan opgenomen in de “Whistlers Hall of Fame”, een internationale eregalerij voor kunstfluiters.
In zijn geboortestad Boom werd Schoepen op 2 oktober 2009 benoemd tot de eerste ereburger. Op voordracht van koning Albert II ontving Bobbejaan Schoepen op 6 juli 2009 het ereteken van officier in de kroonorde, voorbehouden aan Belgen met grote artistieke, letterkundige of wetenschappelijke verdiensten.
In 1999 werd bij Bobbejaan Schoepen darmkanker vastgesteld. Enkele jaren later werd hij genezen verklaard. In een interview zei hij daarover: “Ik ben niet bang om dood te gaan. Nooit geweest. Volgens mij is doodgaan iets als geboren worden: je bent erbij aanwezig, maar je weet van niets.”
Bobbejaan Schoepen overleed op 17 mei 2010, een dag na zijn 85ste verjaardag, aan een hartstilstand in het Sint-Elisabethziekenhuis in Turnhout.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier