De Ambassade en Dans Dans ontkurken Sonic City elk op hun eigen manier

Steven Cassiers, Bert Dockx en Frederic 'Lyenn' Jacques van Dans Dans.
Annelore Peeters Freelancejournalist.

Het Kortrijkse fijnproeversfestival Sonic City bracht haar eerste dag op gang met een allegaartje van bekende en minder bekende artiesten, waarbij Dans Dans als enige echt wist te beklijven.

Gisteren was het eindelijk zo ver: een nieuwe editie van Sonic City, dat omwille van u allen bekende redenen een jaartje had moeten overslaan. Dit jaar kon het West-Vlaamse festival gelukkig wel doorgaan, al zette de organisatie in op een kleinschaliger maar daarom niet minder gezellig event dat zich uitstrekte over de podia van De Kreun en Pand A in Kortrijk. De organisatie brak noodgedwongen met haar traditie om artiesten aan te stellen als curatoren en vulde dit jaar haar line up zelf in. Het resultaat was een gevarieerd programma, ideaal voor een publiek van muzikale ontdekkingsreizigers.

Ongemakkelijk

De eerste act die we zagen waren de Britten van Regressive Left (***), die karaktervolle postpunk bracht. Met slechts drie singles op Spotify hadden ze waarschijnlijk het minst uitgebreide repertoire, wat zich vertaalde naar een korte maar krachtige live set die ze met enige onzekerheid inzetten.

De nerveuze indruk die de bandleden wekten was vooral tastbaar tijdens de tweede song van de set, waarbij de zanger zich in de eerste minuten louter liet begeleiden door een synthloop. Afgezien van enkele korte flardjes backing vocals zaten de drumster en gitarist er maar wat schaapachtig bij. Het ontbrak frontman Simon Tyrie wat aan vocale kracht en uitstraling om de song zo lang op z’n eentje te dragen. Jammer, want de opbouw en melodie intrigeerde ons wel.

Naar het einde toe kwamen de bandleden zichtbaar meer los, waardoor ze met afsluiter Bad Faith dan toch op een hoogtepunt eindigden: de beklijvende samenzang, groovy drums en poppy gitaardeuntjes gaven ons goesting om mee te dansen met Tyrie, die inmiddels ook was losgekomen van zijn microfoonstatief en in het midden van het podium stond te springen.

Een hoek af

Vanishing Twin (***) mocht de namiddag afsluiten in het gezellige Pand A, op een podium dat voor de gelegenheid versierd werd met stoffen glitterdoeken met de bandnaam op. De groep rond frontvrouw Cathy Lucas, wiens stem wat weg heeft van Nico van The Velvet Underground, brengt psychedelische pop met een hoek af.

Live werd dat helemaal duidelijk tijdens The Organism, een van de sterkhouders van Ookii Gekkou, de derde langspeler van de band die dit jaar verscheen. Tijdens dat nummer zetten Lucas, de bassist en de drumster witte maskers op terwijl de toetsenist op mantra-achtige toon existentiële vragen stelde als ‘who am I and why am I here’. Cathy draaide ondertussen aan iets wat op een rad van fortuin leek – al konden we dat niet zo goed zien in de kubusachtige ruimte die ervoor zorgde dat het zicht beperkt was.

If you are out of practice with the dancing, don’t worry, we have a fine rhythm section to help you out’. Lucas loog niet toen de band het volgende nummer inzette. De jazzy invloeden van de drum en funky baslijnen zorgden samen voor een unieke sound die ons afwisselend van aanstekelijk en dansbaar naar dromerig en zweverig leidde. De band navigeerde van langgerekte popdromen naar dansbare grooves met hetzelfde gemak als de dat de drumster haar drumstokken tussen haar vingers liet ronddraaien tussen haar fills door. Eindigen deden we in het donker, verlicht door de flikkerende spot die Cathy vasthield terwijl ze de laatste noten van haar set zong.

Deeg

Vervolgens was het podium voor De Ambassade (**), het Amsterdamse trio rond frontman Pascal Pinkert (Dollkraut). Hoewel de naam het geenszins doet vermoeden, brengt het drietal serieuze, donkere wavemuziek in een Nederlandstalig jasje. Gisterenavond plukte de band rijkelijk uit debuutlangspeler Duistre Kamers, dat twee jaar geleden uitkwam.

Toen de in donkerblauw licht omhulde muzikanten hun set openden met twee korte, introducerende nummers, waren we klaar voor het feestje dat ieder moment leek te kunnen losbarsten. Pas tijdens Malefica, ergens halverwege de set, beseften we dat dit moment nooit zou komen. Donkere beats benadrukt met extra bas; mysterieuze, repetitieve zanglijnen – die eigenlijk te stil in de mix zaten, al had dat meer met de geluidstechniek dan met de artiesten zelf te maken – en hoge, minimalistische synthmelodieën: het bleek het deeg waarmee De Ambassade al haar nummers bakt, iets wat live al snel begon te vervelen.

Dat een handjevol fans gedurende de hele set meedeinde op de dreunende bassen van de drumcomputer, gaf ons alleen maar meer het gevoel dat we in een ons tot nog toe onbekende wereld waren terechtgekomen die we niet begrepen. De exclusiviteit van die wereld werd alleen maar versterkt door de nogal afstandelijke opstelling van de artiesten, die afgezien van een paar korte bedankingen zonder oogcontact geen blijk van betrokkenheid gaven.

Ssst!

Dat de organisatie van Sonic City lak heeft aan muzikale genres en artistieke contrasten, bleek gisterenavond nogmaals toen Dans Dans (****) als eerstvolgende act het podium besteeg. Terwijl De Ambassade strakke beats combineert met minimalistische melodieën, doet het trio rond snarentovenaar Bert Dockx (Flying Horseman) niks liever dan ritmes, genres en melodieën met elkaar te vermengen. Dat doet het drietal op ZINK, haar vijfde langspeler die eerder dit jaar verscheen, en dat deed ze gisteren live voor een overvolle De Kreun.

Terwijl Dockx zijn warme, welomlijnde gitaarmelodieën met hevig kronkelende vingers liet ontsporen in genadeloos schreeuwende gitaarsolo’s, verbaasden wij ons voornamelijk over de schijnbare ongedwongenheid en onverstoorbaarheid waarmee hij en zijn kompanen erin slaagden om zulke muzikale kluwens te produceren zonder ook maar voor een seconde chaotisch te klinken.

‘Hallo trouwens’, lachte de muzikant ons halverwege de set toe. Door de waas van de muziek heen leek hij vergeten te zijn dat hij op een podium stond, wat ons verbaasde gezien het aanhoudende geroezemoes in de zaal. Hoewel we al vaker hebben meegemaakt dat artiesten een zaal niet volledig stil krijgen, hadden we voor gisteren nog nooit meegemaakt dat mensen uit het publiek elkaar uitdrukkelijk sussen. Net op tijd: Dockx zette het ingetogen Close Your Eyes in, waarvan de dromerige, lichtjes mistroostige progressie ons naar de keel greep. Het karaktervolle Freedom Suite – Movement 2 bleek de ideale afsluiter te zijn.

Wiegedood

Wie zich op dit punt van het festival nog niet zeeziek voelde van al dat geschipper tussen muzikale genres, zou niet gespaard blijven tijdens de set van Wiegedood (****). De West-Vlaamse black metal van Levy Seynaeve (Amenra), Wim Coppers (Rise and Fall, The Rott Childs) en Gilles Demolder (Oathbreaker) was veruit het donkerste en zwaarste wat we gisterenavond te horen kregen. Dat het een buitenbeentje was in de line up, bleek uit de zaal die opmerkelijk leger was dan voordien. Al waren het duidelijk enkel steevaste fans die overbleven.

Kickdrums als een mitrailleur, zielsverscheurende screams, technisch ontstellende gitaarriffs, zelfs de uitzonderlijke techniek van de Mongoolse keelzang: Wiegedood had alle ingrediënten in handen om ons nog een heel uur lang te laten meedeinen en headbangen op de vloedgolf van klanken. Daarbij legde ze beukende accenten en flirtte ze met maat en tegenmaat. Zo eindigde de eerste dag van Sonic City en gingen we met een voldaan gevoel huiswaarts, klaar voor nog een dag.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content