Car Seat Headrest zet masker op: ‘Ik denk dat mijn alter ego betrokken was bij geheime operaties’

Jozefien Wouters
Jozefien Wouters Freelancejournaliste

Na vier jaar wachten brengen Will Toledo, de posterboy van de indierock, en zijn kompanen eindelijk nog eens een plaat met nieuw werk uit. Die wordt vergezeld van een nieuwe aanpak, een gasmasker en een heus alter ego. Maak kennis met Trait.

In de krochten van het internet circuleert een meme waarin iemand googelt hoeveel nummers Car Seat Headrest (CSH) heeft. ‘At least 6’, luidt het resultaat van de zoekopdracht. Dat moet zowat het grootste understatement van de muziekwereld zijn: volgens haar Wikipedia-pagina zit de groep – na amper tien jaar – aan dertien albums, twee liveplaten en drie ep’s. Drijvende kracht en gezicht van de band Will Toledo geeft toe dat hij zelf de tel kwijt is.

De zesentwintigjarige doe-het-zelver uit Seattle begon zijn carrière toen hij nog op de schoolbanken zat. Eerst als Nervous Young Men, later als Car Seat Headrest, een verwijzing naar de muzikale experimenten die hij in zijn eentje uitvoerde in de auto van zijn ouders (zodat niemand hem zou horen). Wat begon als een soloproject werd al snel een heuse band, de onder lichte dwang luisterende klasgenoten werden ingeruild voor een fervente fanbase, de teen angst maakte plaats voor adult angst en Toledo en co. verhuisden van het Bandcamp-platform naar het grote indielabel Matador. In 2015 volgde de doorbraak met Teens of Style, dat het beste van Car Seat Headrests online-oeuvre verzamelde. Intussen geldt Toledo als posterboy van de indierock, gespecialiseerd in introspectieve indie op de grens tussen experiment en pop.

David Byrne meent: hoe beter de stem van een zanger, hoe moeilijker het is om te geloven wat hij zegt. Daar zit iets in.

Maar hij was toe aan iets nieuws. Dat werd Making a Door Less Open, zijn eerste verzameling nieuwe songs sinds Teens of Denial (2016). Daarop besprenkelt hij Car Seat Headrests sound met de ethos van 1 Trait Danger, zijn elektronische nevenproject met CSH-drummer Andrew Katz. Zo werden de songs twee keer opgenomen, één keer als een traditionele rockformatie en één keer met louter geprogrammeerde geluiden. Die twee versies werden dan ineengevlochten tot de tracks zoals die op het album staan.

Waarom besloot je die twee projecten hier te combineren?

Will Toledo: 1 Trait Danger is heel natuurlijk ontstaan: Andrew en ik die samen nummers schreven tijdens dode momenten op tournee. Toen ik aan Making a Door Less Open begon, zaten Andrew en ik nog steeds in die bubbel en trokken we veel met elkaar op. Het leek me alleen maar logisch om dat verder te zetten. Andrew was vooral betrokken bij de productie, maar hij heeft ook meegeschreven aan enkele nummers. Hij heeft zelfs gezongen. Nu ja, zingen: op een bepaald moment liet ik hem puur voor de fun het nummer Hollywood inzingen. Het was vooral veel geschreeuw en improvisatie. (lacht) Maar het heeft wel de uiteindelijke versie gehaald.

Bij 1 Trait Danger, en nu ook op Making a Door Less Open, neem je het alter ego Trait aan. Je hebt daarvoor zelfs een achtergrondverhaal verzonnen.

Toledo: Laat ons zeggen dat het een work in progress is. Maar als je het echt wil weten: volgens mij was Trait betrokken bij heel wat geheime overheidsoperaties. Meer zeg ik niet. Ik vind het trouwens fijner als luisteraars er zelf een verhaal bij verzinnen. Ik zie Trait vooral als een onbeschreven blad waarmee ik kan experimenteren. Hij laat me toe dingen uit te proberen die ik bij Car Seat Headrest niet kan of wil doen.

Trait – jij – draagt een masker. Dat idee haalde je bij Bob Dylan, die beweerde dat wie een masker draagt net vaker de waarheid vertelt.

Toledo: David Byrne zei iets gelijkaardigs: ‘The better a singer’s voice, the harder it is to believe what they’re saying.’ Daar zit iets in. Sommige artiesten staan op een podium alsof het de normaalste zaak ter wereld is. Terwijl die houding natuurlijk evenzeer een toneeltje is. Dan vind ik het een pak oprechter om een kostuum aan te trekken en je publiek duidelijk te maken dat je een personage speelt.

Heb je lang gezocht naar het juiste masker?

Toledo: Ik heb een tijdje getwijfeld, ja. Zo’n gasmasker leek me makkelijk, aangezien ik geen zin had om zelf aan het knutselen te slaan. (lacht) Bovendien zegt het wel iets over mijn persoonlijkheid. Dat masker staat voor mij voor kwetsbaarheid, voor het gevoel dat je wat extra bescherming nodig hebt in deze wereld.

Was het meteen duidelijk dat je deze plaat anders wilde aanpakken?

Toledo: Goh, de effectieve uitvoering wijkt bij mij wel vaker af van het initiële plan. Aanvankelijk was Making a Door Less Open veel experimenteler, met een sterke focus op het instrumentale. Maar hoe meer ik me erin verdiepte, hoe meer ik de nummers in een soort popstructuur begon te gieten en hoe toegankelijker de plaat werd.

Is het voor jou een popplaat geworden?

Toledo: Zo zwart-wit zie ik dat niet. Car Seat Headrest balanceert al langer op die grens tussen een behoorlijk vreemde sound en traditionele poptechnieken. We zijn geen experimentele band, hè. Akkoord, helemaal in het begin rommelde ik maar wat met geluiden, maar van zodra ik mijn weg vond als schrijver en het allemaal wat serieuzer werd, ben ik het koninkrijk van de populaire muziek binnengestapt. Toch met één been.

Car Seat Headrest zet masker op: 'Ik denk dat mijn alter ego betrokken was bij geheime operaties'

Je hebt je voor dit album ook meer gefocust op de individuele songs, minder op het album als één coherent geheel. Ook vanwege die popinvloed?

Toledo: Die aanpak voelde gewoon eerlijker aan, omdat hij weerspiegelt hoe ik momenteel zelf naar muziek luister. Mijn muziekconsumptie is tegenwoordig all over the place, en ik luister liever naar verschillende songs bij verschillende moods dan naar een volledig album.

Nu, dat wil niet zeggen dat je Making a Door Less Open beter niet in zijn geheel luistert. Ik vergelijk het liever met een verzameling poëzie: als je een bundel voor het eerst leest, zijn er misschien maar een paar gedichten die je meteen omverblazen. Maar die verhogen wel de kans dat je de bundel opnieuw vastneemt en dat andere gedichten uiteindelijk ook iets voor je gaan betekenen.

Je brengt intussen al tien jaar haast non-stop muziek uit. Hoe vermijd je dat je in herhaling valt?

Toledo: Tot nu toe gaat dat vanzelf, want ik probeer nu eenmaal graag nieuwe dingen uit. Ik heb de laatste tijd vooral het gevoel dat ik mijn horizonten als luisteraar moet verbreden. Naarmate je ouder wordt, grijp je sneller terug naar muziek die je al kent en creëer je een soort muzikale bubbel. Ik heb mezelf tijdens het maken van Making a Door Less Open echt gedwongen om uit die comfortzone te treden en actief op ontdekkingstocht te gaan. Misschien was dat wel de grootste uitdaging.

En wat heb je zoal ontdekt?

Toledo: Ik ben meer naar jazz beginnen te luisteren, al zou ik mezelf zeker geen expert noemen. Ik las bijvoorbeeld ook Yeah Yeah Yeah: The Story of Modern Pop van Bob Stanley en heb me verdiept in rare vroege rock-‘n-roll. Die invloeden zijn heel subtiel hoorbaar op het album. Neem nu Martin. Aanvankelijk bestond dat nummer uit een heel bizar akkoordenschema en een drumbeat die alle kanten op ging. Laat ons zeggen dat het vrij degoutant was. (lacht) Ik zat er echt mee in de knoop, tot ik voor de zoveelste keer de fiftiesgroep Dion and the Belmonts draaide en besefte: eigenlijk zou Martin een soort doowopnummer kunnen zijn.

Je hebt ooit gezegd dat ieder album wordt gedefinieerd door de fase waarin je leven zich bevindt. Wat leert Making a Door Less Open je?

Toledo: (grinnikt) Dat mijn leven all over the place was de voorbije jaren? Dit album is in zekere zin onsamenhangend, simpelweg omdat er geen definiërend moment is geweest in mijn leven. De voorbije jaren waren eerder een aaneenschakeling van kleine momenten en kleine emoties. Meestal vind ik logica in mijn leven via de albums die ik maak. Misschien is er momenteel gewoon niet zoveel logica. (lacht)

Je hele evolutie als muzikant, van Bandcamp-knutselaar tot posterboy van de indierock, staat vereeuwigd op het wereldwijde web. Voel je nooit de drang om hier en daar iets naar de vergetelheid door te sluizen?

Toledo: Eerlijk? Nee. Ik voel niet de behoefte om iedere oude release op Spotify te zwieren, maar ik blik graag terug. Zélfs op de dingen die ik in high school maakte, ja. Het is boeiend om je eigen evolutie te bestuderen. Waar ben ik een ander pad ingeslagen? Welke tradities volg ik nog steeds? (stilte) Ik was gisteren toevallig nog eens wat oude nummers aan het herbeluisteren, en van sommige was ik het bestaan totaal vergeten. Ik vind dat een bemoedigende gedachte: dat ik al zoveel nummers heb gemaakt dat ik ze zelf niet meer allemaal kan onthouden.

Zou de puberende Toledo trots zijn op de muzikant die hij intussen geworden is?

Toledo: Ik geloof dat ik toch wat van zijn verwachtingen inlos. Ik blijf mezelf in ieder geval pushen om beter te worden. Vroeger bracht ik weleens muziek uit die niet helemaal aan mijn eigen standaarden voldeed, gewoon omdat ik wilde dat mensen het te horen kregen. Ik wilde kunnen leven van mijn muziek, dus ik móést wel materiaal uitbrengen. Intussen ben ik op dat punt gekomen en neem ik mijn tijd om tot het uiterste te gaan. Het duurt allemaal wat langer, maar het levert hopelijk ook een beter album op.

Making a Door Less Open

Uit op 1/5 via Matador.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Car Seat Headrest

Car Seat Headrest zet masker op: 'Ik denk dat mijn alter ego betrokken was bij geheime operaties'

Geesteskind van Will Toledo (zang, gitaar, key- boards), met verder Ethan Ives (gitaar), Andrew Katz (drums) en Seth Dalby (bas).

Maakt introspectieve indierock op de grens tussen experimenteel en pop.

Debuteert in 2010 met een resem Bandcamp-releases, waaronder de cultplaat Twin Fantasy (2011).

Tekent bij Matador Records en breekt door met releases als Teens of Style (2015) en Teens of Denial (2016).

Heeft intussen dertien albums uit – ongeveer, hij is zelf de tel kwijt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content