Bij Mura Masa in Londen: ‘Fuck, ik ben al voorbijgestreefd’

Michael Ilegems
Michael Ilegems Chef van Knack Focus en KnackFocus.be

ASAP Rocky, Damon Albarn, Christine and the Queens, Jamie Lidell: op zijn debuut niets dan sterren. En dan stond onlangs ook nog eens heel Londen te dringen om zijn releaseconcert bij te wonen. Mura Masa, van plattelandspunker tot it-producer.

‘Jij gaat naar de Mura Masa-show? No way!Dan Smith – zanger van Bastille, volgende maand een van de headliners op Pukkelpop – ziet groen van jaloezie wanneer hij over onze avondplannen hoort. We zijn in Mercato Metropolitano, de Brits-Italiaanse food market annex zomerbar in het Zuid-Londense Elephant and Castle waar Smith toevallig een verjaardagsfeestje houdt. Maar nergens had Smith zijn eenendertigste levensjaar liever willen inzetten dan bij Mura Masa, een beetje verderop, in het bruisende Peckham.

Niet alleen onder muzikanten rolt het exclusieve releaseconcert van Mura Masa’s titelloze debuutplaat over de tongen, te oordelen naar de posters en billboards is het in héél Londen the talk of the town. Wat wil je, als je muziek al meer dan tweehonderd miljoen keer gestreamd is, als ASAP Rocky en Damon Albarn in de rij staan om met je te kunnen samenwerken en als alle tweeduizend tickets voor je AB-concert – op 27 oktober – in minder dan vijftien minuten de deur uit vliegen.

***

Wanneer we de 21-jarige Alex Crossan, zoals meneer Mura Masa echt heet, enkele uren voor het optreden ontmoeten om de hoek van de Bussey Building waar het vanavond allemaal staat te gebeuren, is hij zoals hij is. Jommekessnit, slonzig T-shirt, droog Brits accent: ondanks zijn status van it-producer is Crossan een heel onopvallende jongen, afkomstig van het platteland.

Mura Masa

Echte naam: Alex Crossan

Geboren in 1996 op Guernsey.

Werd bekend met de mixtape Soundtrack to a Death (2014) en de ep Someday Somewhere (2015), die hem tot internetfenomeen bombardeerden.

Net bevallen van Mura Masa (2017), featuring jong grut als Bonzai, Nao en Tom Tripp en bekende namen als Damon Albarn, ASAP Rocky en anderen.

Uitbater van zijn eigen label Anchor Point, dat ook het werk van Bonzai, Nao en Tom Tripp beheert.

Alex Crossan: Ik ben opgegroeid op Guernsey, een van de Kanaaleilanden nabij Normandië. Het valt onder de monarchie van Queen Elizabeth II, maar toch hoort Guernsey niet officieel bij het Verenigd Koninkrijk, noch bij de EU. De brexit zullen ze daar dus niet voelen. Guernsey is nogal rechts en conservatief, maar niet op een extreme manier. De criminaliteitsgraad bedraagt er 0,1 procent of zo. Het was er met andere woorden heel veilig opgroeien, maar ook heel rustig. Er zijn nauwelijks clubs. Dus wat deden wij tegen de verveling? Tja, veel drinken, hè. (lacht)

En in punk- en hardcorebandjes spelen. Het is langs die weg dat jij als jonge tiener in de muziek bent gerold.

Crossan: Ja. Als er toen al sprake was van een muziekscene op Guernsey, dan wel van een punkscene. Maar veel verder dan de lokale cafés reikte die ook weer niet. Of je moet het Chaos-metalfestival meerekenen, dat plaatsvindt op een klif. Prachtig! Ik heb er gespeeld voor nauwelijks honderd mensen, maar het was mijn hoogtepunt als punkrocker.

Na de punk kwam de pop. Of liever: de electronica.

Crossan: Toen ik vijftien, zestien was, heb ik via het internet James Blake ontdekt, van wie op dat moment nog geen elpee verschenen was. Tot dan had ik er geen idee van dat er in de dance ook iets anders bestond dan ‘discotheekmuziek’ – van iemand als Brian Eno had ik nog nooit gehoord. Blake heeft me doen beseffen dat elektronische muziek ook emotioneel, genuanceerd, zelfs soulvol kan zijn. Hij en Hudson Mohawke, die dan weer heel left-field was en grensverleggende dingen deed met dance.

Al snel begon je zelf te producen en je spullen op SoundCloud te zwieren. Met succes: debuutsingle Lotus Eater deed duchtig de ronde op het internet. Had je dat zien aankomen?

Crossan: Goh, eerlijk gezegd uploadde ik mijn muziek enkel om ze naar vrienden te kunnen sturen. Dat het zo zou ontploffen, was niet eens de bedoeling. Maar het was cool, de following die Lotus Eater genoot, zij het voornamelijk in undergroundkringen. Want internetsucces, met al zijn likes en andere cijfertjes, is één ding, écht succes is nog iets anders. Dat kwam er pas een jaar later, met de single Firefly, dieik met Nao maakte. Toen volgde de radio, en werd ik geboekt voor shows die veel volk bleken te lokken.

Je ouders waren niet meteen mee, naar verluidt. Het kostte je een Ed Sheeran-remix om je moeder ervan te overtuigen dat het iets zou worden met je muziek.

Crossan: Haha. Al klopt het niet dat ze niet meteen iets in mijn muziek zagen. Mijn ouders zijn altijd een onvoorwaardelijke steun geweest. Maar dat hele internetgebeuren begrepen ze niet echt. Dus toen Sheeran me in 2015 vroeg om zijn hit Thinking Out Loud te herwerken, deed ik dat inderdaad om tegen mijn moeder te kunnen zeggen: ‘Luister eens hier, ma, een artiest die jij kent heeft me gevraagd om met hem samen te werken.’ Al is Ed Sheeran remixen dan niet het coolste dat ik ooit gedaan heb.

Alex Crossan alias Mura Masa:  'Ik was héél nerveus toen ik  bij Damon Albarn langsging.'
Alex Crossan alias Mura Masa: ‘Ik was héél nerveus toen ik bij Damon Albarn langsging.’

Spijt van?

Crossan: Ik heb gedaan wat ik op dat moment dacht te moeten doen, maar in een bepaald opzicht betreur ik het wel, ja. Ik kan niet helemaal voor hen spreken, maar die remix is allicht de reden waarom een vooraanstaand indielabel als XL Recordings (de platenfirma van Radiohead, Jack White en Adele, nvdr.) me destijds niet wilde tekenen. En ik kan hen nog begrijpen ook. (lacht)

Vooraleer je anderhalf jaar geleden naar Camberwell in Londen verhuisde, heb je in Brighton gewoond. Om er Engelse literatuur en filosofie te gaan studeren, dj’ende doctorandi als Four Tet en Mount Kimbie achterna?

Crossan: Ik heb een geweldige tijd gehad aan de universiteit, maar na een jaar ben ik ermee moeten stoppen. The music was bubbling, you know. Al zou ik die studie toch nog graag afmaken. Maar niet nu, eerst wil ik zien welke kant het met de muziek opgaat.

Daarover zou ik me niet al te veel zorgen maken. ASAP Rocky, Damon Albarn, Christine and the Queens, Jamie Lidell, Desiigner en Charli XCX samenbrengen op één plaat, het is niet elke debutant gegeven. Door wie was je het hardst geïntimideerd?

Crossan:Rocky verdient alle krediet, omdat hij van alle A-listers de eerste was die echt in mij geloofde. Nadat hij de song Lovesick F**k van mijn ep Someday Somewhere (2015) gehoord had, heeft hij me zelf benaderd met de vraag om samen iets te doen. Ik wilde indruk op hem maken, dus had ik Studio Two van Abbey Road afgehuurd – je weet wel, daar waar The Beatles negentig procent van hun muziek opgenomen hebben. ‘Waarom heb je zo’n grote studio geboekt?’ vroeg Rocky toen hij aankwam. Waarop ik: ‘Euh, ik wilde je in de beste omstandigheden ontvangen.’ En hij weer: ‘De volgende keer spreken we bij je thuis af, in Zuid-Londen!’ Het ijs was meteen gebroken, en daarna heeft Rocky volop gefreestyled op Lovesick F**k. Ik ben heel blij met zijn versie.

Ook Damon Albarn heeft contact met jou opgenomen, niet omgekeerd.

Crossan: Zot, hè. Hij heeft me uitgenodigd in zijn Studio 13, in West-Londen. Ik was héél nerveus, maar hij was enorm hoffelijk. Tijdens die opnamesessie heb ik een paar producties voor Gorillaz’ jongste worp Humanz gemaakt, maar die hebben de plaat uiteindelijk niet gehaald omdat Albarn zich tot zijn eigen creaties heeft beperkt. Dan heb ik hem maar enkele van mijn ideetjes opgestuurd, en die heeft hij van zanglijnen voorzien. Ik die in duet ga met Damon Albarn: ongelooflijk, zeker als je weet dat Demon Days van Gorillaz de eerste plaat is die ik ooit gekocht heb. Feel Good Inc., met die raps van De La Soul en dan dat akoestische refrein, was voor mij het bewijs dat ook populaire muziek ongemeen interessant kan zijn. Het is een hiphopsong die er eigenlijk geen is.

Een beetje zoals jouw muziek. Het is electro, trap, hiphop en funk, maar wat jou onderscheidt van de Calvin Harrissen van deze wereld zijn de marimba’s, de steelpans, de fluiten. Mura Masa is een lívebeleving.

Crossan: Elke song balanceert tussen elektronische en organische elementen, ja. Al te veel gedigitaliseer klinkt me te scherp, te bruut. Omgekeerd: als ik enkel met organische klanken werk, mis ik vaak punch. Dus weeg ik die twee texturen voortdurend tegen elkaar af.

Een remix maken voor Ed Sheeran? Niet het coolste wat ik al gedaan heb

Toen ik destijds een invalshoek voor dit project zocht, was dat een mix tussen hiphop en klanken uit het Verre Oosten, want als kind was ik een nerd die Pokémon, anime, Jet Li-films en Nintendospelletjes vrat. Vandaar ook de naam Mura Masa, naar Muramasa Sengo, de Japanse zwaardmaker uit de zestiende eeuw.

Mura Masa gaat over ‘de verwarring en chaos in het leven van een twintiger’, lazen we ergens.

Crossan: Correctie: over de verwarring en chaos in het leven van een twintiger die pas in Londen is gaan wonen. Voor een blanke plattelandsjongen als ik was dat overweldigend. Een echte eyeopener ook, die grote stad met al haar culturen, rassen, kleuren, seksualiteiten. Ik hoop dat je de invloed van Londen op de plaat hoort. Mijn muziek moet klinken als een multiculturele meltingpot.

Een beetje internetwonder weet dat het concept ‘album’ stilaan op zijn grenzen aan het botsen is. Drake, The Weeknd: ze storten zich dezer dagen allemaal op online mixtapes met meer dan twintig tracks, gemaakt op maat van de streamer. Mag het ons verbazen dat jij een pláát hebt uitgebracht?

Crossan: Mura Masa neigt met zijn dertien nummers dan wel naar het klassieke albumpatroon, ik beschouw het evenzeer als een 21st century streaming record, hoor. Ik besef ten volle dat de luisteraars er enkel hun favorieten uit zullen pikken en die in hun persoonlijke playlists zullen slepen, en dat is goed zo. Vandaar ook dat ik afgestapt ben van mijn oorspronkelijke idee om van deze plaat één geheel te maken, met één narratief. (denkt na) Maar nu je het zegt: fuck, ik ben nu al voorbijgestreefd!

***

Enkele uren later in de Bussey Building, een postindustriële concertzaal die underground ademt – mede dankzij de gitzwarte graffiti van niet al te lieve beestjes aan de muren, nota bene het werk van de Gentse straatkunstenaar ROA.

Mura Masa staat op het punt het podium op te klauteren, en onder de 350 fans en genodigden in de wandelgangen gonst het van de geruchten over welke sterren daar vanavond met hem zullen staan. Charli XCX? Christine and the Queens? Nao?

Geen van hen daagt op. Bonzai, de stem achter single What If I Go, en Mura Masa’s vaste livezangeres Fliss nemen zowat alle zangpartijen voor hun rekening. Maar Alex Crossan tovert wel een andere verrassingsact uit zijn pet: 67, ook wel Londens rauwste rapcrew genoemd. ‘Die kerels worden voortdurend door de politie opgejaagd, omdat het een nogal gevaarlijke gangsterbende zou zijn’, zegt de manager van Mura Masa met een stem die nervositeit verraadt. ‘We may get shot down tonight.’

Dat gebeurt niet. Het zeskoppige 67 houdt zich braafjes aan de rhymes die op de plaat ingezongen worden door Desiigner, kind aan huis bij Kanye. En Mura Masa, die wurmt zich door zijn hits, gitaar om de hals en drumsticks in de hand. Het publiek gaat door het dak, op het einde komen vijfentwintig toeschouwers met hem meedansen op het podium. En zo maakt Alex Crossan zijn status helemaal waar, met één voet in de underground, de andere in de pop. Niet slecht voor een plattelandspunker.

Mura Masa

Uit bij Anchor Point/Universal.

Mura Masa speelt op donderdag 17/8 op Pukkelpop en op vrijdag 27/10 in de AB, Brussel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content