Belpop Bonanza trekt naar Nederland: ‘Kunnen ze zélf inschatten hoe hard ze iets aan het verkloten zijn?’

Met Merci Nederland ondernemen de Belpop Bonanza-boys een verbroederingsexpeditie naar de noordelijke stammen. Het wordt een show waarin zal worden ‘gezalfd en geslagen’ – in die volgorde. Vandaar enige voorzichtigheid: ‘We gaan wel internationaal, maar slapen toch elke avond in ons eigen bed.’

Het gulden concept van Jan Delvaux en Jimmy ‘dj Bobby Ewing’ Dewit is hier te lande genoegzaam bekend. Maar zal ook Nederland bezwijken voor een avondvullend exposé waarin het duo driest maar kundig goochelt met weetjes, verhalen en muziekjes?

Jan Delvaux: De aanleiding voor Merci Nederland was de ontdekking dat Het Goede Doel van België – toch een nummer dat we bijna allemaal kunnen meezingen – ook een Engelse versie heeft gemaakt. Die bleek, raar maar waar, Luxemburg te heten. Toen dachten we dat het fijn zou zijn als we de Nederlanders konden bedanken voor alles wat ze voor ons qua popmuziek hebben betekend. Tenminste: we smeren ze eerst wat strop aan de baard, en halverwege beginnen we op te sommen wat wij voor hén hebben gedaan, haha!

Luister eens naar Alors on danse door Herman van Veen. Je vraagt je af: kunnen Nederlanders zélf wel inschatten hoe hard ze iets aan het verkloten zijn?

Jimmy Dewit: Een voor de hand liggend gegeven is het Eurovisiesongfestival. Wie is door de jaren heen het gulst geweest met punten, en waarom? Heeft dat ook iets opgeleverd? Als je dat op papier ziet, schrik je van het resultaat.

Centraal staan de gevallen waarin Belgen en Nederlanders elkaar geruggensteund hebben. Dat begon al met de allereerste Nederlandse rock-‘n-rollsingle, Rock Little Baby of Mine van de Tielman Brothers, die in 1958 werd uitgebracht door het Brusselse Fernap Records.

Delvaux: Een ander voorbeeld: in de jaren zeventig had je in Nederland twee grote treinkapingen. De eerste heeft een van de grootste Belgische hits aller tijden opgeleverd. Elke keer als er een grote ramp gebeurt in Nederland, vraagt de regering aan Hilversum om wat kalmere, niet al te opgewekte muziek te draaien. Een Nederlander die op dat moment in Brussel werkte, Bart van der Laar – later bekend van de zogenaamde showbizzmoord – hoort dat en denkt: ik heb hier een nieuw nummer dat perfect zou passen in dat aangepaste zendschema. Onderweg naar Nederland bedenkt hij er een titel voor, Nostalgia, én een pseudoniem voor de Brusselse gitarist François Weyer, met wie hij het had opgenomen: Francis Goya. Het nummer schopt het in Nederland tot Alarmschijf, en al snel wordt het een millionseller die de hele wereld rondgaat. Dankzij die kaping!

Frappant: wij krijgen zelden een goed woord over de lippen als we het over nederpop hebben, terwijl het in de andere richting al twintig jaar lauwerkransen regent.

Delvaux: Negenennegentig procent van wat zij maken, vinden wij overbodig en onorigineel. Als je Nederlandse bands als Jett Rebel en Kensington hoort, is het bijna een quiz: welke Engelse of Amerikaanse voorbeelden willen ze zo goed mogelijk benaderen?

Dewit: (met gevoel voor humor) Hoho, ze hebben met Tiësto en Armin van Buuren wel de beste dj’s ter wereld, hè.

Delvaux: Wat we ons tijdens de voorbereiding vaak afvroegen: kunnen Nederlanders zélf wel inschatten hoe hard ze iets aan het verkloten zijn? Zo staat op Spotify een absoluut tenenkrullende bewerking van Stromaes Alors on danse door Herman van Veen.

Dewit: In elke Hollander zit een carnavalsnonkel verstopt. Dat schmaltzy gen hebben wij niet. Je moet eens luisteren naar wat Nick & Simon van Mia hebben gemaakt. Vóór het eten, best. Een Belg wordt daar onwel van.

Belpop Bonanza trekt naar Nederland: 'Kunnen ze zélf inschatten hoe hard ze iets aan het verkloten zijn?'

Delvaux: Als ik even mag afwijken: de Belgen hebben waarschijnlijk het enige nummer over Amsterdam geschreven dat die stad níét verheerlijkt. Dat vond ik mooi om weten. Nico Dijkshoorn kan niet genoeg Toots Thielemans bestoefen, en toen hij eens op bezoek mocht bij Tom Barman moest hij op het eind aan de zuurstoffles. En dan wij over Amsterdam: nee, laat maar. (lacht)

Waar is de tijd dat de halve natie opkeek naar wat in Nederland allemaal kon en mocht.

Delvaux: Walter Grootaers heeft ooit gezegd: ‘België grenst in het oosten aan Duitsland, in het zuiden aan Frankrijk, in het westen aan Engeland en in het noorden aan het ongelooflijke.’

Wat duidelijk maakt hoe lang geleden dat ook alweer is.

Delvaux: Toch ook even iets anders opmerken: weinig of geen Belgen hebben in Nederland een grote, lange carrière uitgebouwd. Niemand gaat daar de Ziggo Dome of zo uitverkopen, op Triggerfinger na misschien. Terwijl de Anouks en Marco Borsato’s het Sportpaleis lós vullen. Deels wel met Nederlanders die vanuit Breda staan aan te schuiven, maar toch.

Succes daar. En als de carnavalkoorts toeslaat: de grens is nooit ver.

Dewit: Het is een internationale tournee, maar we slapen toch elke avond in ons eigen bed. ( lacht)

Delvaux: Er mogen uiteraard ook Belgen komen. Alleen hoop ik dat ons niet overkomt wat The Scene ooit heeft meegemaakt. Die mochten begin jaren negentig gaan spelen op het showcasefestival New Music Seminar, het South by Southwest van die tijd. Heel veel geld van de Nederlandse Popstichting gekregen, speciaal hun hele repertoire in het Engels vertaald, maandenlang geoefend. Tot ze op een mooie middag eindelijk in New York staan. Na twee, drie nummers is het publiek zelfs al mee. Waarop iemand uit het publiek roept: ‘Zing nou toch eens in het Nederlands!’ Bleek de zaal vol Hollanders te staan. (lacht)

Bijna een Belgenmop!

Merci Nederland Op 11/4 in De Singer in Rijkevorsel (try-out), vanaf 20/4 op tour in Nederland. Alle info: belpopbonanza.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content