Theater: Tsjechovs ‘De Kersentuin’ wordt De Kusjestuin bij tg STAN

Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

tg STAN pakt uit met een genereuze De Kersentuin waar onder de wanhoop de hoop glanst als de eerste goudgele zonnestralen na een donkere winter.

The Play = De kersentuin

Gezelschap = TG Stan

In een zin = Een doordachte,wervelende en haast impressionistische enscenering van Anton Tsjechovs De kersentuin, mét een boodschap voor de aan stilte allergische westerling.

Hoogtepunt = De omhelzing aan het slot van het stuk tussen zus en broer, gespeeld door Jolente De Keersmaeker en Robby Cleiren. In die omhelzing – de intensiteit en de duur ervan – ligt alle hoop en wanhoop vervat die tijdens het stuk geuit of getoond werd.

Quote = ‘Mijn leven is de kersentuin’

Meer info: www.stan.be

Haar lippen moeten pijn doen aan het einde van elke voorstelling. De hoeveelheid kusjes die ze op de lippen van haar medespelers drukt zijn niet bij te houden. Jolente De Keersmaeker is als de zoenende Ljoeba, de eigenares van het landgoed in Anton Tsjechovs De Kersentuin (1904), in handtastelijke doen. En dat maakt haar vertolking zo genereus gevaarlijk. Deze Ljoeba kust haar afgrijzen en verdriet weg. En als er niets te kussen valt, dan kijkt ze meesterlijk verstrooid net naast de problemen.

Zelden zo een doordachte én wervelende enscenering van Anton Tsjechovs De Kersentuin meegemaakt. Een impressionistische versie, zo lijkt het wel, van een typisch Tsjechovverhaal: een ooit schatrijke familie weet de eindjes nog nauwelijks aan elkaar te knopen en zit in een complete malaise. Ondanks alle plannen weet (of durft) niemand te beslissen of de immense kersentuin van het landgoed waar ze zomers verblijven verkocht moet worden. Uiteindelijk beslist een buitenstaander (weliswaar een bevriend zakenman) over het lot van het landgoed waar de familie haar mooiste familiemomenten beleefde. STAN plant het stuk in een prachtig decor: een immense, kale scène die gedomineerd wordt door grote glasraamdeuren-op-wieltjes waarvoor lange lamellen hangen. het achtergronddoek is een zeildoek dat oogt als een landschapschilderij dat is weggewassen. Dit decor biedt ontzettend veel mogelijkheden om op- en af te rennen, om elkaar vanuit allerlei hoeken en kanten te bespieden en om veel tegelijkertijd te tonen zonder dat het een kakofonie van indrukken wordt.

Terwijl De Keersmaeker de zoenende (en tollende) spil van de familie is, cirkelen om haar heen enkele acteurs die even lekker in hun rol zitten. Bert Haelvoet speelt per rol indrukwekkender en nonchalanter. Hier vertolkt hij onder meer een landeigenaar en jonge bediende. Zelfs het gegiechel van enkele genietende pubermeisjes uit de zaal wist hij naadloos en elegant in zijn spel te verwerken. Idem dito voor Stijn Van Opstal die spiedend en monkelend over de scène zwiert en als enige echt contact heeft met het publiek – de buitenwereld – en met de twee voeten stevig in het leven en op de grond staat, in tegenstelling tot de familie die hij als ‘Firs’ bedient. De jonge garde loopt over van talent en vastberadenheid en misschien is het dat wat hun vertolkingen wat minder veerkrachtig maakt. Ze laten iets te weinig zwaarmoedigheid in hun spel toe waardoor sommige replieken van Evelien Bosmans, Evgenia Brendes en Lukas DeWolf soms zelfs wat gekunsteld klinken. Maar als Brendes (de geadopteerde dochter van Loebja) haar Russisch boven haalt, dan flakkert de vlam op. Scherp en vernietigend, dwars door het jeugdige optimisme. Prachtig. Robby Cleiren vertolkt Leonid, de broer van Loebja en dromerige spraakwaterval die altijd niets zegt met heel veel woorden.

Tot op het einde. Wanneer de kersentuin verkocht is – dankzij de gedrevenheid van zakenman (Frank Vercruyssen) – en geen van de personages nog weet wat hij of zij verder met zijn of haar leven zal doen, vallen broer en zus elkaar in de armen, net voor ze de trein naar een ander leven nemen. In die omhelzing ligt alle pijn, gesmoord verlangen en verdriet waarmee hun levens dooraderd zijn. Maar dat is niet het slotbeeld. Het is bediende Firs die het licht uitdoet. In dat rustige, intieme slotbeeld kringelt de hoop boven de wanhoop uit. Hoop en rust. Twee gevoelens die een leven kunnen redden. Ook het leven van een Tsjechovpersonage.

Els Van Steenberghe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content