Lucas Vandervost neemt afscheid van zijn gezelschap De Tijd met ‘het gaat over’, een productie zoals hij ook in de beginperiode van De Tijd maakte: een poëtisch portret van het leven, met zwier gespeeld door drie generaties.
The Play = Het gaat over
Gezelschap = De Tijd en HETPALEIS
In een zin = Dit stuk is een karavaan van poëtische beelden die gedragen wordt door de zachte muziek van Benjamin Boutreur en gestuurd wordt door de verwonderde blik en lieve aanrakingen van Lucas Vandervost. De karavaan passeert op een catwalk, aan het uiteinde zit het publiek. Daardoor voel je je nooit écht betrokken bij de stoet. Dat is jammer.
Hoogtepunt = Een schermer die schermt met een bos zonnebloemen, dat is een van de mooiste beelden. En nog een hoogtepunt is de slotmonoloog waarin Vandervost onthult waar het leven volgens hem over gaat: over overgaan.
Quote = ‘Het gaat over iets omdat iets over kan gaan”
Meer info: www.detijd.be en www.hetpaleis.be
Hij toont bomen liever in het museum omdat de mensen daar nog echt kijken naar de dingen, vertelde de Nederlandse kunstenaar Herman de Vries onlangs in De Volkskrant. Hetzelfde kan gezegd worden van Lucas Vandervost. Hij toont de mens en de natuur het liefst op een podium. Dan is hij zeker dat het publiek de tijd neemt om naar hen te kijken en te luisteren.
In 1991 (vier jaar nadat hij De Tijd had opgericht, onder meer samen met Ivo Van Hove) creëerde Vandervost in opdracht van DeSingel Het offer, het was een voorstelling waarin kinderen en volwassenen samen een familiefeest speelden. Of beter: ze portretteerden het leven in al zijn hoogtes en laagtes, grootsheid en pietluttigheden binnen de setting van een familiefeest. Nu, aan de vooravond van zijn afscheid als artistiek leider van De Tijd, pakt hij wederom uit met een voorstelling waarin de tedere beelden slechts gekruid worden door een handjevol woorden. Atypisch voor Vandervost, die tussen 1991 en 2015 dapper de koers van het intimistische teksttheater bleef varen. De schoonheid van de taal primeerde voor deze acteur, regisseur en directeur. Het is dan ook geen toeval dat hij de fakkel doorgeeft aan een trio jonge makers (Freek Vielen, Rebekka de Wit, Suzanne Grotenhuis) voor wie de taal eveneens van cruciaal belang is.
Maar eindigen doet Vandervost dus in melodieuze stilte. Op de scène ligt een immense catwalk. Geen glanzend exemplaar maar eentje bedekt met vellen zacht, grijs karton – het karton waarin u de eieren veilig van de supermarkt naar huis transporteert – en omringd door houten klapstoeltjes die u in elke braderietent terugvindt. (Of op elk zomers familiefeest?) Bij aanvang zitten de kinderen en volwassen performers aan weerszijden van het podium op de stoeltjes. Helemaal achteraan blinkt de met goudverf versierde krantenkroon van Lucas Vandervost. Van zodra de lichten doven, wandelt hij – in witte broek, wit T-shirt en wit linnen vestje – de ‘catwalk’ op. ‘Waar gaat dit over?’, vraagt hij zich luidop af. En hij somt taferelen op die vooral verraden hoe deze man in elke dagelijkse handeling een diepere betekenis vindt. Dat is exact wat hij ook van ons, het publiek, verwacht het komende uur.
Hij gaat aan de rand van de catwalk staan en kijkt vervolgens met grote wonderogen en het hand geregeld op het ontroerde hart naar de passerende kinderen en volwassenen die in prachtige, zwartzijden kostuums over de catwalk lopen, al dat niet zwaaiend met groene en rode vlaggetjes of spelend met levensgrote opgezette ganzen. Hij kijkt naar de ouder wordende vrouwen die met trots het meisje dat ze waren bij hen dragen, naar de met zonnebloemen schermende schermer, naar de papieren reuzenstoet, de ‘boze’ wolf, het meisje met het mandje vol glinsters, … En naar het frêle meisje dat tussen dit alles door loopt en de ene na de ander witte steen van achter het toneel naar de rand van het toneel brengt. Na het neerleggen van elke steen kijkt ze ons eventjes ernstig aan. Dat doen ook de andere performers. Maar niet iedereen kijkt op een even sterke manier de zaal in. En misschien ligt hier wel de verklaring waarom de prachtige stoet verwondert maar niet altijd raakt. Of raakt de stoet minder omdat we niet langs de catwalk zitten maar er slechts van ver naar mogen kijken en ons daardoor minder betrokken voelen?
En ja, ook Vandervost jaagt enkele bomen – enfin, boompjes – de scène op. Niet enkel omdat we ze goed zouden bekijken maar ook omdat ze een verwijzing zijn naar de voorstelling nRus (2011) waarin hij personages uit Anton Tsjechovs oeuvre in een berkenlandschap plaatste. Het gaat over toont dus niet alleen dat het leven kiezen is, ouder worden, vals spelen, stenen verleggen en achter een masker tussen de bomen zwenken. Het toont het leven als een catwalk waarin alles in elkaar overgaat. Net zoals in Vandervosts loopbaan de ene voorstelling de andere baarde. Met een constante: de drang om, net als Herman de Vries, de mensen stil te laten staan bij het leven en hen te tonen hoe intiem, poëtisch en wonderschoon elke handeling kan zijn. Zoals het dopen van een speculaasje in een kopje koffie.
Vandervost beëindigt de voorstelling door, na de stoet, terug over de catwalk naar de coulissen te wandelen. Achter een prachtige, ouderwetse kinderwagen. Waardoor dat afgaan overduidelijk het begin is van iets nieuws. Hij overweegt een boek over toneel te schrijven, verklapte hij onlangs aan Ruth Joos tijdens De wereld vandaag op Radio 1.
Smaakmaker:
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Els Van Steenberghe
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier