Studio Orka spant in ‘Inuk’ een elektriciteitskabeltje tussen vier eenzame harten

Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Het Gentse collectief Studio Orka wilde ‘iets’ doen met kinderen die op de vlucht zijn. Ze kwamen uit bij een locatietheaterstuk, zonder betweterige vingertjes, maar met des te meer hartverwarmende én grappige scènes.

The Play = Inuk

Gezelschap = Studio Orka

In een zin = Een hartverwarmend tomatensoep-met-balletjes-bad dat zich afspeelt in in een knus ingericht ex-hotel vol eenzaten die met het weke hart op de tong en schwung in de benen door alle deuren, plafonds, wanden én schilderijen van dat hotel razen tot ze rust vinden bij en dankzij elkaar.

Hoogtepunt = Ilse De Koe sluit, als ‘probleemjongere’ Nina, haar smartphone op haar diepblauwe mini-geluidsbox aan. Er klinkt hitsige popmuziek. In de ouderwetse inkomhal van het hotel begint ze te dansen zoals getormenteerde pubermeisjes dat doen: hoekig, met agressieve uithalen, neergeslagen ogen en een grimmige trek rond de mond. Tot de beats exploderen, dan kan hun hart ook even exploderen, én opleven.

Quote = ‘Slapen onder een roze bedsprei is als slapen in een enorme mashmallow.’

Meer info: www.studio-orka.be

Het avontuur Inuk begint nog voor je op de speellocatie bent gearriveerd. Want Studio Orka speelt nooit zomaar ‘in een theater’. Deze makers spelen bij voorkeur in een hol onder de grond, in een park-met-vijver, op een omgeploegde weide of, nu voor Inuk, in de achtertuin van een centrum waar kwetsbare jongeren een tijdelijke haven vinden.

In Oostende, waar de voorstelling in de residentiële voorziening voor bijzondere jeugdzorg De Brem in première ging, oogt die tijdelijke haven erg clean. Bijna te clean om als een thuis te kunnen aanvoelen. Daartegenover is de ‘container’ van Studio Orka een verademing. De gloednieuwe witte loods, ontworpen door Studio Orka-vormgevers Philippe Van de Velde en Martine Decroos, was ooit een elektriciteitscabine, wil een van de personages ons doen geloven…

Per lampje dat niet werkt of deurtje dat piept kom je iets meer te weten over het levensverhaal van een van de personages.

Tegen de ene flank van de ‘elektriciteitscabine’ staat een tribune, niets meer dan lange banken met kussens. De rest van de ruimte is ‘hotel’. Of beter: ex-hotel. Oude tapijten, verweerde houten meubels, ’typische’ vergeelde schilderijen van sneeuwlandschappen en bloemen-in-vazen aan de met muf bloemetjesbehang beplakte muren, stoffige gordijntjes-met-tierlantijntjes, …

Aan een tafel schildert Carl (een ravissante Randi De Vlieghe) een vers ‘sneeuwlandschapje’. De lege blikken rijstpap, de soepblikkeIn en zijn met verfvlekken besmeurde werkjas verraden dat Carl van hotelbaas tot kluizenaar verveld is. Per lampje dat niet werkt, deurtje dat piept, zwier van de draaideur, flikkerend schilderij of trillend plafondluik kom je iets meer te weten over zijn levensverhaal.

Ook het levensverhaal van de gasten (en heerlijk geestige Steven Beersmans en een ijzersterke Ilse de Koe) die door een onweer het ex-hotel binnenstormen is af te lezen uit hoe ze de ruimte verkennen. Net als De Vlieghe balanceren ze in hun spel voortdurend tussen hartverscheurende ontboezeming en zwierige huppelpas.Intussen voert manusje-van-alles Johan (een guitige Tomas Pevenage) een moedig gevecht voert met alle elektriciteitskabels.

De talloze visuele verrassingsvondsten maken u003cemu003eInuku003c/emu003e tot een verademing onder de zogeheten ‘vluchtelingtheaterstukken’.

Dit, samen met de talloze visuele verrassingsvondsten (van geschilderde sneeuwlandschappen die écht beginnen te sneeuwen tot een vrolijke dansende luster…), maakt Inuk tot een verademing onder de zogeheten ‘vluchtelingtheaterstukken’. De makers persen de lach uit de traan, en vice versa. Ze hebben het niet over Syrië, Irak of Congo maar gewoon over gewone mensen die door welke familiale toestanden dan ook op zoek zijn, of beter: onderweg zijn, naar een thuis. Herkenbaar en toch veelzeggend.

Het geweldige is dat alles, écht alles – van elk schilderij tot elke karaktertrekje van elk personage – uiteindelijk een lijntje is dat leidt naar de ‘ontknoping’. Neen, het is geen zeemzoet happy end maar Studio Orka serveert een (ietwat melig) einde waarin de eenzaten gesterkt hun eenzame bestaan verderzetten, na het woelige maar uiteindelijk zo hartverwarmende tomatensoep-met-balletjes-bad (met extra wijn en chocolaatjes) dat ze in het ex-hotel kregen.

Dat geldt niet alleen voor de eenzaten op de scène, overigens. Ook elke toeschouwer – jong en oud, de voorstelling is geschikt voor iedereen vanaf 7 jaar – stapt met lekker warm gewreven hart en handen de ‘elektriciteitscabine’ uit.

Smaakmaker van Chasse Patate (2016), Studio Orka’s vorige theaterhit

YouTube360

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
video1.0480https://www.youtube.com/user/mariandecroosmariandecroos270https://i.ytimg.com/vi/xc0Tq0oznbI/hqdefault.jpg480https://www.youtube.com/Trailer Chasse Patate @ Studio ORKA

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content