Stand-upcomedian Serine Ayari: ‘Voor hetzelfde geld was ik nu archeoloog in Rome’

© Yaqine Hamzaoui

In een vorig leven was ze een Egyptische koningin. In de film van dit leven komen bij Serine Ayari zowel kamelen als Koreaans eten voor, chemosessies in Leuven als onverwachte comedy nights in New York.

Als je leven verfilmd zou worden, welke scènes moeten er dan zeker in? Bekende medemensen schrijven het scenario van hun leven.

Scène 1. De laatste show.

Een strandhuis aan de Middellandse Zee, meer bepaald de Tunesische kust. Begin jaren 2070. Het is bloedheet, de zomer kent geen genade meer.

In het strandhuis buigt een oude, grijze vrouw met blinkende juwelen zich over het onbeschreven A4’tje dat voor haar op de keukentafel ligt.

Terwijl ze van haar koffie drinkt, kijkt ze door het raam. Buiten ziet ze haar kameel voorbijhobbelen. Aladune heet hij – hij is al zo lang bij haar dat het lijkt alsof hij er altijd geweest is.

Toen ze hem in huis haalde, ging een meisjesdroom in vervulling: al van toen ze als kind een obsessie voor het oude Egypte ontwikkelde en van een leven als archeologe droomde, wilde ze ooit een kameel bezitten. Een reikibeoefenaar had het haar duidelijk gezegd: ‘In een vorig leven was jij een Egyptische koningin.’ En dus moest ze ooit wel een kameel hebben.

Serine begrijpt elk woord dat haar vader en die vreemde man wild gebarend de nacht in schreeuwen. Gelukkig volgt er na de scheldpartij een gulle lach.

Voorbij de tachtig is ze nu, Serine Ayari. Na een lange periode uit de spotlights wil ze nog een laatste keer schitteren. Nog een laatste comedyshow wil ze schrijven, nog een allerlaatste uitroepteken achter haar leven plaatsen.

Maar wat voor leven is dat eigenlijk geweest? Wat heeft ze allemaal meegemaakt en wat kan ze nog vertellen?

Veel ups en downs, dat is zonneklaar. Veel eenzaamheid ook. Mannen zijn al lang uit haar buurt verdwenen. Kinderen heeft ze niet.

Ze schrapt haar eerste zin, niet voor het eerst vandaag. Verzinkt in gedachten. Ziet niet dat Aladune het op een lopen zet.

Waar in hemelsnaam te beginnen?

Scène 2. Twee jonge meisjes, huilend voor het raam.

‘Ik ben zes en sta samen met mijn jongere zus voor het raam van een huis in Vilvoorde. We huilen allebei. Enkele voorbijgangers kijken ons verschrikt aan. Het moet een vreemd beeld zijn: twee jonge meisjes, wenend achter het venster.

‘Onze oudere zus is bij een vriendin, onze ouders zijn even naar de Brico. Er is iets mis met de waterleiding, ze hebben nog snel een vervangstuk nodig. Maar blijven ze nu niet erg lang weg?

‘Alles is vandaag veranderd. Onze slaapkamers, onze woonplaats, onze routines, de taal. We zijn net verhuisd van ons appartement in Woluwe, in de rand van Brussel, naar dit rijtjeshuis in Vilvoorde. De mensen hier spreken een taal die ik nog nooit gehoord heb. Is dit nu Vlaanderen?’

Scène 3. Het hoedje van papier.

Een speelplaats in hartje Vilvoorde. De eerste schooldag in de derde kleuterklas. Een meisje – ‘superblond, superwit’ – stapt op Serine Ayari af en vraagt of zij met haar wil spelen. Serine staart naar de punten van haar schoenen, krabt zich even in het haar en zegt dan: ‘Eén, twee, drie, vier, hoedje van papier.’

‘Dat waren de enige Nederlandse woordjes die ik op dat moment kende. Ik begreep totaal niet wat dat meisje, Laura, zei. Ik was tot dan altijd in het Frans opgevoed.’

Haar vader is in 1976 als professionele handbalspeler vanuit Tunis naar België gekomen toen hij een aanbieding van een club uit Mechelen had gekregen. Haar moeder volgde hem acht jaar later, na een plotse en zwoele zomerromance.

‘Blijkbaar had een leerkracht tegen Laura gezegd dat ze naar mij moest komen, om mij op mijn eerste schooldag niet alleen te laten spelen. Ook al begrepen we elkaar niet, het klikte wel meteen tussen ons. Ik had veel curiositeit in haar cultuur. En Laura ook in die van mij. Ik herinner me nog goed dat ik eens meeging naar haar huis, na school, en zag dat haar moeder al om vijf uur begon te koken. Om kwart voor zes aten ze in stilte en om halfzeven was alles al opgeruimd. Compleet anders dan bij ons. Wij aten meestal pas als de zon onder was.’

Scène 4. Schelden na het sporten.

De zon is al een tijdje onder. De parking van een sporthal in Mechelen is langzamerhand leeg, maar twee mannen roepen elkaar nog enkele verwensingen toe. In een van de mannen herkent Ayari met wat moeite haar vader, veel heviger dan ze hem ooit heeft gezien.

Stand-upcomedian Serine Ayari: 'Voor hetzelfde geld was ik nu archeoloog in Rome'

Ze is acht. De taal heeft ze zich snel eigen gemaakt, ze begrijpt dus elk woord dat haar vader en die vreemde man wild gebarend de nacht in schreeuwen.

Angst. Twijfel. Waar zal dit eindigen?

Gelukkig volgt er na de scheldpartij een gulle lach. Kennelijk heeft haar vader zijn rust en humor teruggevonden.

‘Mijn vader was niet veel thuis. Hij was altijd sporten of als scheidsrechter een handbalwedstrijd fluiten. Ik heb lang gezaagd of ik niet eens mee mocht – ik had het er moeilijk mee dat hij er nooit was. En toen ik eindelijk mee mocht, gebeurde er zoiets vreselijks. Blijkbaar was er een speler kwaad vanwege een beslissing van mijn vader en moest hij hem dat na de wedstrijd per se nog eens persoonlijk komen vertellen. Maar anders dan ik verwacht had, beet mijn vader serieus van zich af. Ik schrok er natuurlijk van. Je hoort je vader niet elke dag zulke woorden in de mond nemen. Maar die avond leerde ik ook enkele belangrijke levenslessen. One: blijkbaar maakte het niet uit dat mijn ouders brave mensen waren, netjes hun belastingen betaalden en een goed contact met de buren hadden, als het erop aankwam, bleven ze door hun huidskleur altijd buitenstaanders. En two: soms is het goed om van je af te bijten. Mijn vader is heel erg anti geweld en conflict. Maar in zulke situaties mag je jezelf verdedigen, zei hij me achteraf. Verbaal weliswaar, en met humor liefst. Voor het eerst werd me duidelijk dat humor een perfect verdedigingsmechanisme kan zijn.’

Scène 5. Queen of the world op Times Square.

‘Wat die mensen net op het podium hebben gedaan,’ denkt Serine Ayari, ‘dat kan ik ook.’

Ze zit aan de bar van een comedyclub in New York, met naast haar een vriendin, en ze heeft zojuist twee korte comedysets gezien: een van een zestienjarige puber, begeleid door zijn ouders, en een van een vrouw van zeventig, die tien minuten fulmineerde over het feit dat ze van haar kinderen niet mag roken in het bijzijn van haar kleinkinderen.

Het is 2014. Ayari en haar vriendin waren eerst van plan om naar Rome te reizen. Het Colosseum, het Forum Romanum, de Trevi-fontein: ze wilden het weleens met hun eigen ogen zien. Op het laatste moment hadden ze beslist om toch naar New York te vliegen. Die tickets bleken net iets goedkoper, gek genoeg.

Wandelend door Manhattan, door dat woud van wolkenkrabbers, had een vreemde man hen aangesproken. Hij had hen gevraagd of ze ’s avonds naar een comedy night wilden komen, in een bar wat verderop. Een comedy night? Wat was dat nu weer?

Ayari werkt voor Louis Vuitton. Comedy is voor haar een avondvullende show voor een grote, volle zaal die nadien op Netflix wordt gestreamd. Dat er ook zoiets bestaat als een comedy night, waar je als comedian een kwartier het publiek mag entertainen en op je bek mag gaan, wist ze niet. Ze is ook aangenaam verrast door de diversiteit in de New Yorkse club – die mist ze in Europa. Kennelijk wagen niet enkel blanke mannen van rond de veertig zich aan comedy.

Stand-upcomedian Serine Ayari: 'Voor hetzelfde geld was ik nu archeoloog in Rome'
© Yaqine Hamzaoui

In haar borst vlamt de ambitie op. In België moet je altijd humble blijven, weet ze intussen, maar in New York mag je op Times Square zonder schroom roepen dat je de queen of the world bent, ‘wat ik voor alle duidelijkheid níét gedaan heb’.

‘Maar voor hetzelfde geld was ik dus naar Rome gevlogen en was ik nu archeoloog in plaats van comedian, terwijl ik niet eens pasta of pizza lust.’

Scène 6. De wraak van King Kong.

De zomer van 2018. Ayari heeft voor het eerst geld verdiend met een comedyshow en wil nu haar vrienden trakteren, in een Koreaans restaurant in Antwerpen. Op weg naar het toilet, beneden in het restaurant, vangt ze een glimp van de keuken op. Ze kijkt recht in de ogen van de afwasser en schrikt. Hij hier? Hoe is dat in godsnaam mogelijk?

Ze twijfelt even of ze de man wil aanspreken, maar loopt dan toch door. Na het toiletbezoek kan ze niet snel genoeg weer boven zijn om aan haar vrienden te vertellen: ‘Zeg, weten jullie nog dat er ooit op de middelbare school in Mechelen een gast ‘King Kong’ naar mij geroepen heeft? Toen ik nog dik was? En dat hij bananenschillen naar mij had gesmeten? Die rijkeluiszoon uit Brasschaat? Popular boy, golden future? Wel, die staat hier beneden borden af te wassen!’

De bulgogi en hobakjuk smaken die avond overheerlijk. Op weg naar huis huilt Ayari onafgebroken. Meer nog dan haar eerste cheque heeft de confrontatie met haar oude pestkop voor verlossing gezorgd. Ze heeft geld verdiend met iets wat ze heel lang niet heeft durven te doen, en de persoon die aan de bron van die zelftwijfel stond, is kennelijk niet zo popular en golden meer.

Alsof het universum dan toch voor gerechtigheid heeft gezorgd, zo voelt het.

Scène 7. Dromen tijdens de chemosessie.

‘Mijn bazin roept me naar haar bureau. Ik werk als makelaar bij een immokantoor. Mijn moeder is ernstig ziek. Ze heeft baarmoederhalskanker en krijgt haar behandeling in het Gasthuisbergziekenhuis in Leuven. Vlak voor haar laatste chemosessie vertelt mijn bazin me dat ik mijn targets niet haal, dat mijn cijfers te slecht zijn, dat ik iets zal moeten veranderen, want zo kan het echt niet verder. Ik stap haar bureau buiten, rijd richting Gasthuisberg om mijn moeder tijdens haar laatste chemo te steunen en bedenk me onderweg dat dit het écht niet is. Moet ik niet gewoon alles op alles zetten om mijn comedycarrière te doen slagen? In plaats van afgesnauwd te worden door een bazin die niet begrijpt dat ik soms wat vroeger van het werk wil vertrekken, terwijl ze zelf net haar man aan kanker heeft verloren? In het ziekenhuis ziet mijn moeder direct dat er iets is. Nadat ik verteld heb wat er net gebeurd is, zegt ze: “Schatteke, vis tes rêves. Volg je dromen. Doe niet zoals ik, kies niet op je twintigste al volop voor je gezin en voor zekerheid. Ik heb er geen spijt van, maar jij moet dat niet doen.” Die avond schrijf ik me in voor een open mic in Lebowski’s in Antwerpen. Een maand later sta ik er op het podium met een set over mijn zus die plotseling wil deelnemen aan de ramadan, voor het eerst in haar leven, en sindsdien is het eigenlijk niet meer gestopt.’

Scène 8. Ready or not?

Het strandhuis aan de Tunesische kust. De Middellandse Zee braakt haar golven en geschiedenis op het strand uit. De wind wakkert aan.

Binnen zit de oude, grijze vrouw nog altijd aan haar keukentafel. Haar huis is ‘eclectisch’ ingericht. Het tapijt, de vazen, de tafels: elk voorwerp verwijst naar een reis die Serine Ayari heeft gemaakt.

Voor hetzelfde geld was ik naar Rome gevlogen en was ik nu archeoloog in plaats van comedian, terwijl ik niet eens pasta of pizza lust.

Een ster is ze geweest. In Brussel, Parijs, Londen en New York heeft ze volle zalen aan het lachen gebracht. Jarenlang hebben streamingdiensten naar haar gunsten gedongen. Maar de afgelopen jaren heeft ze zich volledig op haar goede doelen en haar engagement gericht, voor kinderen in nood vooral.

Nu acht ze de tijd rijp voor een comeback, voor een allerlaatste knaller. Ze kijkt naar het blad papier voor haar, klemt de balpen wat harder in haar rechterhand – anders dan haar vader is ze niet linkshandig – en schrijft dan neer: ‘Eerste zin, uitgesproken van achter het gordijn: “Thanks for waiting.” Opkomen op de tonen van Ready or Not van The Fugees. “Ready or not, here I come / You can’t hide / Gonna find you / And take it slowly.” Stoer het podium op stappen. Aan mama en papa denken. Glimlachen.’

Oef, eindelijk is de inspiratie daar.

Maar merde, denkt ze wanneer ze voor het eerst in uren naar buiten kijkt: waar is Aladune toch gebleven?

Aftiteling.

Deze zomer is Ayari druk met opnames voor een langspeelfilm en de voorbereiding van haar allereerste avondvullende show, die ze in oktober in de Arenbergschouwburg in Antwerpen zal houden.

Haar drang naar New York is enigszins getemperd nu ze in België van comedy haar beroep heeft kunnen maken.

Haar ouders pendelen tussen Vilvoorde en Tunis. Vader is met pensioen, moeder is na haar kankerbehandeling aan de beterende hand.

Ayari is nog altijd dik met Laura.

In Egypte is ze nog nooit geweest.

Een eigen kameel is voorlopig nog een verre toekomstdroom.

Serine Ayari

Wordt straks dertig.

Geboren in Brussel, opgegroeid in Vilvoorde.

Heeft gewerkt voor Louis Vuitton, op de luchthaven, in de vastgoedsector en als lerares in het Turkse Ankara.

Waagt zich in 2018 voor het eerst aan comedy.

Sindsdien te zien geweest in De slimste mens, De luizenmoeder en de Canvas-docu Kutjaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content