Voorstelling - Requiem
Regisseur - Romeo Castellucci
Gezelschap - De Munt
Locatie - De Munt
Cast - Sandrine Piaua, Sara Mingardot, Anicio Zorzi Giustiniani, Basso Boy,Luca Tittoto, Chadi Lazreq, Orkest en koor Pygmalion
De Italiaanse topregisseur Romeo Castellucci kon afgelopen weekend eindelijk zijn Requiem tonen in De Munt.
De voorstelling ging in de zomer van 2019 in wereldpremière Aix-en-Provence. De pandemie zorgde ervoor dat de Belgische première pas afgelopen weekend kon plaatsvinden. En Castellucci doet het opnieuw: een opera, gebaseerd op de bloedmooie partituur die Mozart in 1791 schreef, op de scène zetten die visueel zo verleidelijk is, muzikaal zo ontroerend en scenografisch zo perfect dat het zelfs iemand die nog nooit een voet in de opera binnenzette en dat bij Requiem voor het eerst, en met veel schroom zou doen, moeiteloos kan overhalen om het operagenre levenslang in het hart te sluiten.
Over welke toverkrachten beschikt Castellucci? Over perfectionisme en een meesterlijk oog voor ontwapenende schoonheid. Dat bewijst hij al met het openingsbeeld. In een zwarte ruimte – mét plafond, Castellucci palmt zet het liefst de volledige scenische ruimte naar zijn hand – staat een bed, opgemaakt met een zwarte deken. Naast het bed staat een oudere vrouw in een grijze nachtjapon. Ze staart even naar de spelende televisie, ze overweegt een appel te eten. In de verte klinkt intussen het engelachtig mooie gezang van de piepjonge Chadi Lazreq. De oudere vrouw legt de appel voor de televisie en gaat in bed liggen. Tergend traag zinkt ze weg in de lakens tot ze helemaal verdwenen is. Ook zo kunstig en teer tegelijk kan het sterven op het podium getoond worden.
Castellucci doet het opnieuw: een opera op de scène zetten die visueel zo verleidelijk is, muzikaal zo ontroerend en scenografisch zo perfect dat het zelfs iemand die nog nooit een voet in de opera binnenzette , inneemt.
Vervolgens trekt Castellucci alle registers open. Letterlijk. De zwarte gordijnen worden weggeschoven en er ontstaat een grote, witte box op de scène. Op de achterwand wordt per scène geprojecteerd welk sterven – ‘the extinction of…‘ – geënsceneerd wordt. Het uitsterven van godsdiensten, vissen, theaters, musea, …. wordt in prachtig wervelende scènes getoond waarin een superbe rol voor het koor is weggelegd. Dat koor komt op in uiteenlopende kostuums – van gewone stadskleren, tot witte gewaden met kleurige linten – en moet niet alleen perfect zingen maar ook perfect dansen.
Iemand begraven, is een ritueel dat gedragen wordt door de gemeenschap en dus zet Castellucci niet de individuele zanger of performer centraal maar het koor. Tijdens de première zorgde dat voor een koor dat magnifiek en, jawel, perfect danste en zong maar nog iets te veel alle aanwijzingen uitvoerde zonder ze doorleefd te vertolken. Sowieso is dat een euvel dat tijdens de verdere opvoeringen zal verdwijnen.
Wat rest? Een betoverend mooie voorstelling over het troosteloze uitsterven van wezens en dingen. De troost komt van Mozarts prachtige muziek en de quasi perfecte vertolking ervan door het koor én het orkest onder leiding van dirigent Raphaël Pichon. Hij loodst zijn muzikanten op een zorgzame en nooit te pathetische manier door de partituur en is de rots in de branding van de kleine jongen Chadi Lazreq die, als enige, een solozang krijgt aan het begin en einde van de voorstelling en die liederen even breekbaar als ontroerend zingt.
Na anderhalf uur vol scènes waarin de dood en het verdwijnen de hoofdrol speelt, koppelt Castellucci uiteindelijk terug aan bij het beginbeeld na een spectaculaire transformatie van het decor dat plots – door het schuin opstijgen van de vloer – als een kleurige, kunstige versie van een slagveld oogt. Te midden dat beeld zet Castellucci letterlijk het begin van een mensenleven… Je ziet een spelend persoontje in de resten van alle uitsterfscènes. Met zo’n van hoop gloeiend einde stuurt Castellucci zijn publiek huiswaarts. Chapeau.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier