Opera Ballet Vlaanderen haalt zo goed als alles uit de kast om van De Bekeerlinge een onvergetelijke opera-avond te maken. Missie geslaagd? Deels.
In ‘De Bekeerlinge’ (Opera Ballet Vlaanderen) speelt sopraan Lore Binon de voorlopig beste rol uit haar loopbaan
Voorstelling - De Bekeerlinge
Regisseur - Hans Op de Beeck
Gezelschap - Opera Ballet Vlaanderen
Locatie - /
Cast - Lore Binon, Vincenzo Neri, Amel Brahim-Djelloul, Françoise Atlan, Daniel Arnaldos, Luvuyo Mbundu, Guido Jentjens, Symfonisch Orkest Opera Ballet Vlaanderen, Koor Opera Ballet Vlaanderen, Kinderkoor Opera Ballet Vlaanderen, Stadskoor Madame Fortuna in samenwerking met ontmoetingscentrum Het Oude Badhuis
Opera Ballet Vlaanderen haalt zo goed als alles uit de kast om van ‘De Bekeerlinge’ een onvergetelijke opera-avond te maken. Missie geslaagd? Grotendeels.
Haast drie uur lang wandelt, rent en danst sopraan Lore Binon over de scène als Vigdis, een christelijke vrouw uit de elfde eeuw die tegen het advies van haar ouders in haar hart aan de joodse David geeft. Het koppel stort zich ongewild in een leven van verjaagd worden, vluchten, beschimpt en gehaat worden. Vigdis raakt onderweg haar man en drie kinderen kwijt en, uiteindelijk, haar heldere geest. Ziek van verdriet en gek gemaakt door alle onverdraagzaamheid sterft ze.
Stefan Hertmans schreef er de bloedmooie roman De Bekeerlinge (2016) over. Hij schreef het boek in zijn zomerhuis in het Franse dorpje Monieux. Dat is de plek waar hij het verhaal ontdekte nadat hem een oud document overhandigd werd. Hertmans schrijft in zinnen die dezelfde verbijsterend verleidelijke schoonheid bezitten als, pakweg, een zonsondergang in juni. Zijn door de poëzie gevormde pen zorgt er telkens voor dat de taal even verhalend als lyrisch is.
Librettist Krystian Lada stond voor de loodzware opdracht om die taal om te zetten naar een libretto. Dat lukt. Lada vindt de juiste toon om het verhaal accuraat te vertellen. Maar het is pas wanneer hij de narratieve touwen laat vieren – dat doet hij iets te weinig – en meer lyriek toelaat, zoals in de liederen, dat het libretto écht opleeft.
Ook wanneer het libretto te veel pure informatieoverdracht blijft, fonkelt deze opera dankzij de muziek van Wim Henderickx. Wat een geslaagde tour de force componeerde die man!
Maar ook wanneer het libretto net iets te veel pure informatieoverdracht blijft, fonkelt deze opera dankzij de muziek van Wim Henderickx. Wat een geslaagde tour de force componeerde die man! Samen met dirigent Koen Kessels doet hij in zijn muziek wat Hertmans in zijn verhaal doet: ons door de wereld leiden, van West naar Oost. Hij doet dit met een nooit overdadige, uitgekiende mix van klankkleuren die de emotionele wereld van Vigdis vertalen in pure solozang – die bij Vigdis gerust iets meer compositorische coloratuur mocht krijgen – en in zalvende of net krachtdadige koorzang.
Kunstenaar Hans Op de Beeck werd opgetrommeld om dit alles tot een fascinerende opera te regisseren. Op de Beeck haalt alles uit de kast – penselen, beeldhouw- en timmervaardigheden plus ruimtelijk inzicht en theatrale intuïtie – om die klus te klaren. De machtige achterdoeken die hij schilderde – van uitgestorven boomstillevens tot kolkende zeeën en zinderende woestijnen – zijn van zo’n schoonheid dat je haast hoopt dat er na de voorstelling ook nog een tentoonstelling volgt. De doeken worden opgehangen in een sierlijk uitgesneden theaterframe. Dat frame maakt de scène tot een set waar de performers een verhaal brengen.
Die performers worden op scène geschminkt en gekapt maar negeren het publiek en stappen nooit uit hun rol.
Dat ze niet op elkaars tenen stappen, is een wonder… Dit is de achillespees van deze opera. Ondanks de de grandioze vertolking van Binon, de majestueuze muziek (en de uitvoering ervan) en de oogverblindende scenografie frons je toch af en toe de wenkbrauwen. Want er staat – dankzij de twee koren op de scène – echt véél volk op toneel. Op de Beeck dost die koorleden uit in knap gesneden zwarte kostuums die hen tot schaduwen maakt die de handeling gaande houden door decorwissels door te voeren. Per tafereel slepen ze rekwisieten aan en af. Maar zo fantastisch hun zangprestatie is, zo frustrerend is hun heen en weer lopen. Helaas verstoren de koorzangers het scènebeeld meer dan het te finaliseren.
De scènes waarin de koorleden niet over de scène lopen, zijn de meest uitgebalanceerde scènes. Dan grijpen zang, muziek en beeld in elkaar en ontstaat een intrigerende opera die de verscheurdheid en het verdriet toont van een mens die hebben en houden achterlaat voor een liefdevol leven op een andere plek in de wereld. Om dan op die plek op een muur van haat en onverdraagzaamheid te botsen. Een verhaal uit de elfde eeuw dat, helaas, nog te herkenbaar is.
De Bekeerlinge van Opera Ballet Vlaanderen speelt nog tot 4 juni in Opera Antwerpen en Opera Gent. Alle info: operaballet.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier