Mémé van Kopergietery kraakt een beetje

Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Jan Sobrie en Johan De Smet schreven en regisseerden een ode aan de (groot)mama en wisten daarvoor dé peetmoeder van Vlaanderen te strikken: Reinhilde Decleir.

The Play = Mémé – de Peetmoeder

Gezelschap = Kopergietery

In een zin = Mémé – de Peetmoeder swingt, raakt én kraakt want er is erg veel te vertellen.

Hoogtepunt = Lukas Smolders trekt rolschaatsen aan en zingt zich, al rolschaatsend, de ziel uit het lijf. Hilarisch én pakkend. En de slotmonoloog van de (groot)mama. Op een stoeltje gezeten, naast een wiegje, maakt Decleir haar mémé-monoloog tot een levensles. Grande Dame.

Quote = ‘Meer dan het verleden interesseert mij de toekomst, want daarin ben ik van plan te leven. Einstein.’

Meer info: www.kopergietery.be

Kraak. Met dat geluid begint de voorstelling. Dat is niet zozeer een weldoordachte keuze van de makers maar een snackkeuze van de toeschouwer naast ons die tijdens het stuk een zak chips leeg vreet onder het goedkeurend oog van de ouders. Kraak.

Terwijl zich naast ons een stiekem spel van ‘hand-in-de-kraakzak’ naar ‘kraak-in-de-mond’ voltrekt, voltrekt zich op de vrij kale scène een minder stiekem steekspel rond ‘méme’, haar geld (en haar zaak, een plantenkwekerij) en haar twee zonen Luc en Laurent. Mémé – de Peetmoeder toont de pijn van het zijn in onze op geld beluste samenleving. Kraak. Luc houdt van de geur van geld, Laurent houdt van de geur van plantjes. Kraak. Dus woont Laurent bij zijn moeder om er de plantenkwekerij te runnen, terwijl Luc zich als geboren prutsondernemer van het ene avontuur in het andere faillissement stort. Tot hij zijn zinnen op de familiezaak (en het bijhorende kapitaal) zet…

Een schommeltje op een plek waar vroeger een vijvertje lag, een achterwand van ouderwetse glasraamdeuren en een prachtige koepel uit ijzersmeedwerk – kraak – vormen het nostalgische decor van een venijnig steekspel tussen de twee zonen, hun moeder én Maxence, de vriendin van Luc (frivool vertolkt door Laurence Roothooft). Geldzucht is de inzet. Tot het leven hen een hak zet. Scène na scène – slurp (de chips moeten ook doorgespoeld worden…) – ontrolt zich een familiedrama, wortelend in een groot familieverdriet. Want Luc en Laurent hadden een zus. Van haar rest enkel herinnering. En Laurents fascinatie voor skeletjes heeft ook iets met die zus te maken… Kraak.

Jan Sobrie schreef de tekst, regisseerde het stuk samen met Johan De Smet én speelt Luc op zijn eigengereide, vuil-vlammende manier, vrolijk banjerend tussen pure slapstick en wrange triestigheid. Lukas Smolders geeft hem als Laurent olijk weerwerk. De chemie spat van de scène als die twee samenspelen. Decleir vult haar (peet)moederrol in als een rustig baken. En Laurence Roothooft past haar speelstijl haast kameleongewijs per scène aan. Regisseur Johan De Smet laat alle speelstijlen naast elkaar bestaan en – kraak – jawel, dat doet de voorstelling soms een beetje kraken. Toch levert het vooral geweldige scènes op. Smolders die met rode rozenkroon rond het hoofd achter een kinderwagen wandelt, Decleir die aan een tafeltje een bonsaiboompje – ‘gestold verdriet’ – bijknipt of de scènes waarin gekte het verhaal mag overnemen zonder het te ridiculiseren. Zoals de rolschaatsscène van Smolders of de scène waarin Maxence arriveert: ze gaat op de grond liggen en tilt met haar voeten Laurent in de lucht. Zalig! Hier toont Johan De Smet zich ten volle als een regisseur die met de meest swingende beelden de tederste scènes kan componeren. Kraak.

Wat dit stuk ook doet kraken, is het rijke verhaal. Er is zo veel te vertellen dat er amper tijd is voor echte uitdieping, karaktertekening, reflectie. Sobrie is een krak in personages laten terug- en vooruitblikken in woorden die even sappig als poëtisch zijn. Kraak. Dat stilstaan wordt hier vervangen door ingetogen beelden (droombeelden, haast) die voorbijglijden , tussen én tijdens de vinnige scènes. Die vinnigheid houdt het tempo erin maar verjaagt soms de emotie.

Mémé – de Peetmoeder boeit tot op het pakkende einde en kraakt bijlange niet zo irritant als de chipsvreter / frisdrankslurper naast ons. Maar toch. Tijd om de drang tot het braaf lineair vertellen van een verhaal uit het (jeugd)theater te verbannen. (En zwier de chips erachteraan. Die zijn ook nergens goed voor.) Kraak.

Els Van Steenberghe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content