Hoe ensceneer je een dagboekroman? Door te focussen op de witregels tussen de zinnen, weet Josse De Pauw nu hij De sleutel van Jun’ichiro Tanizaki ensceneerde bij KVS en LOD.
The Play = De sleutel
Gezelschap = LOD en KVS
In een zin = De Sleutel is koppig theater: het is en blijft anderhalf uur lang stil, sereen en teder. Dat is rakend en bevreemdend.
Hoogtepunt = De monoloog van Frieda Pittoors die, als de oudere man, geheugenverlies ervaart na het nemen van lustopwekkende middelen. De man is buiten zichzelf en daarom gebruikt De Pauw een stijlbreuk: de vertellende voice-over zwijgt, de man (Pittoors) neemt zelf het woord. Die stijlbreuk fungeert als een ijzersterke brug naar het slotluik van het stuk waarin de man afscheid neemt van de lust en het leven.
Quote = ‘Van nu af aan wil ik alles opschrijven. Alles.’
Meer info: www.lod.be
In de jaren tachtig had televisiekijkend Vlaanderen een dagelijkse afspraak met Oshin, een nederig, arm Japans meisje dat je aflevering na aflevering zag uitgroeien tot een oudere, succesvolle en rijke dame. Wat zo intrigeerde, was de stilte waar de Japanse personages niet doorheen maar omheen leken te ruisen, de lange gewaden die de oudere generatie droeg. En de minzaamheid waarmee ze trachtten in het leven te staan.
Dit zijn kenmerken van de Japanse cultuur waar Josse De Pauw jaren geleden verliefd op werd toen hij de Japanse danseres Fumiyo Ikeda ontmoette. Ikeda – die jarenlang tot het ensemble van Anne Teresa De Keersmaekers Rosas behoorde – wijdde hem in haar cultuur in, onder meer door hem Jun’ichiro Tanizaki’s boek Kagi (‘De sleutel’, uit 1956) cadeau te doen. Daarin voert de Japanse auteur een ouder koppel op voor wie het verlangen naar seks met de jaren heter werd dan het liefdesspel zelf. Ze laten de sleutels van hun dagboeken zogezegd achteloos rondslingeren zodat ze elkaar op een even afstandelijk als intieme manier toegang geven tot hun diepste zielenroerselen. Tot de verloofde van hun dochter hun verweerde liefde weer veerkracht geeft en de erotische gevoelens hoog doet oplaaien. Te hoog. Want de man overleeft die hormonenboost niet.
Dit is toneel met stilte, ruisende stoffen, veelzeggende blikken, minzame bewegingen vol ingehouden emotie u0026#xE9;n, af en toe, een explosie van muziek of van dans, wanneer de emoties pieken, het hart bonst en de lichamen landschappen worden die teder en langoureus verkend worden.
De Pauw maakt allerminst een dramatische rollercoaster van de roman. Hij zet in op de kenmerken die ook Oshin typeerden en maakt toneel met stilte, ruisende stoffen, veelzeggende blikken, minzame bewegingen vol ingehouden emotie én, af en toe, een explosie van muziek of van dans, wanneer de emoties pieken, het hart bonst en de lichamen landschappen worden die teder en langoureus verkend worden.
De scène is sober vormgegeven door Herman Sorgeloos die zijn planken en wit, katoenen zeil even zorgzaam schikte en plooide zoals Fumiyo Ikeda haar kimono schikt en plooit. Achteraan staat een smal houten podium voor de indrukwekkende marimba van percussioniste Kuniko Kato. Kato voorziet de stoet aan emoties van een geweldig klankenspel. Vooraan op de scène ligt een blankhouten platform dat de omvang heeft en de intimiteit uitstraalt van een kleine, Japanse woonkamer. En wat verderop is de achterkant van een boekenkast te zien met een klein bureautje ervoor. Alles in blank hout. Die beeldschone, schemerig verlichte omgeving wordt bevolkt door drie wezens, schimmen haast. De man (een indrukwekkende, minimalistisch spelende Frieda Pittoors), de vrouw (danseres Fumiyo Ikeda) en de verloofde van de dochter (danseres Taka Shamoto). Josse De Pauw geeft zijn stem aan de voice-over die ons in het hoofd van de man binnenleidt.
Elke scène plooit zich uit de vorige scène. Zo ontstaat een teer portret van een oude, verweerde liefde die opflakkert door jaloersheid en liefde voor een ander. De kracht van deze voorstelling is evenwel haar zwakte: elk zuchtje, elke blik, elke beweging telt. Elke minder geslaagde blik of beweging valt daardoor meteen op. De voorstelling wiegelt tussen stilte en zindering, tussen trance en traagheid en tussen betrokkenheid en afstandelijkheid. Die afstandelijkheid ligt nog iets te vaak op de loer. In De sleutel geldt de naar het publiek gerichte blik van de performers als ‘sleutel’ om de scènes te ontsluiten en te beleven. Als die blik wegvalt en iets te lang wegblijft, vervaagt ook het gevoel van betrokkenheid bij de toeschouwers.
Deze jachtige tijd heeft theater nodig dat koppig stil en traag durft te zijn en te blijven, van de eerste tot de laatste minuut. Stil en traag en tergend sensueel.
Maar Josse De Pauws consequente keuze voor soberheid dient het verhaal én het hedendaagse theater. Zijn keuze voor eenvoud is niet alleen een bijna perfect geslaagde stijloefening, het is ook een maatschappelijk statement. Deze jachtige tijd heeft theater nodig dat koppig stil en traag durft te zijn en te blijven, van de eerste tot de laatste minuut. Stil en traag en tergend sensueel. ‘Maar frommel die stoffen toch gewoon op!’, fluisterde een toeschouwer wanneer Ikeda tijdens een van de laatste scènes haar kimono stof voor stof, laag voor laag zorgvuldig en haast strelend opvouwt. Alsof ze met de kimono haar oude, verweerde liefde opvouwt. Dat we het anno 2016 op de heupen krijgen van zulk een trage, tere scène bewijst hoe hoe theatermakers als De Pauw weerwerk bieden aan onze gejaagdheid waaronder onze levens (en liefde(s)) lijden.
Smaakmaker: De muziek van deze Japanse percussioniste draagt De sleutel –
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Els Van Steenberghe
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier