Jan Fabre niet in beroep tegen vonnis
Kunstenaar en theatermaker Jan Fabre gaat niet in beroep tegen het vonnis van de rechtbank die hem een straf met uitstel van achttien maanden oplegde. ‘Hij heeft zijn onschuld altijd staande gehouden, maar hij berust in het vonnis’, aldus zijn advocate. Fabre werd veroordeeld voor feiten van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk en aanranding van de eerbaarheid.
Bijna vier jaar lang al staat Jan Fabre in het oog van een mediastorm, na de publicatie van een open brief, waarin hij door een aantal voormalige dansers en acteurs van het gezelschap Troubleyn werd beticht van grensoverschrijdend gedrag. ‘Hij verkiest nu te berusten in het vonnis, ook al valt de uitspraak hem bijzonder zwaar’, klinkt het bij monde van zijn advocate Eline Tritsmans. ‘Beroep aantekenen zou betekenen dat de hele controverse rond de persoon van Jan Fabre een tweede leven zou gaan leiden. Dat ziet de theatermaker liever niet gebeuren.’
Volgens de advocate roept de uitspraak van de rechtbank wel vragen op bij het begrip ‘artistieke vrijheid’. ‘De rechters vormen hun oordeel over de schuld immers op de afweging of bepaalde handelingen al dan niet “artistieke waarde” hebben. De vraag is hoe ver een rechter kan gaan bij het evalueren van een artistiek proces en of deze uitspraak geen gevolgen zal hebben voor andere kunstenaars’, luidt het.
Tritsmans onderstreept verder dat de veroordeling van Fabre ook de wenkbrauwen doet fronsen in de dans- en theaterwereld. ‘Maar liefst 175 (ex-)medewerkers en collega’s hebben een gezamenlijke verklaring opgesteld. Zij kunnen zich niet vinden in het beeld dat van Fabre is opgehangen. De lijst van ondertekenaars die zich hebben verzameld in het collectief ReFrame groeit nog elke dag aan.’
‘De zaak heeft al veel te lang aangesleept en de reputatieschade die werd aangericht, is onherroepelijk. Jan Fabre wil zich nu samen met zijn gezelschap vooral concentreren op de kunst en de toekomst’, besluit de advocate.