‘Hele dagen in de bomen’: een gordijnendans, met Tania Van der Sanden als prima ballerina

© Fred Debrock
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Piet Arfeuille ensceneert de roman ‘Des journées entières dans les arbres’ die Marguerite Duras in 1954 schreef. Hij lapt alle theaterwetten aan zijn laars en maakt er ‘ruisend’ theater van waarin de gordijnen een even belangrijke rol spelen als de acteurs.

The Play = Hele dagen in de bomen

Gezelschap = Theater Malpertuis

In een zin = Een secuur geregisseerd, intimistisch kleinood met een dwingend, tegendraads verstild ritme. Over hoe we te vaak wegkijken van wat en wie ons raakt. Tot net voor de dood…

Hoogtepunt = De dans met de schommelstoel van Tania Van der Sanden

Quote = ‘Arm zijn kan je nog een beetje verbergen, rijk zijn niet’

Meer info: www.malpertuis.be

Het eerste wat je ziet wanneer je de zaal binnenkomt, is een televisie met een ruisend beeld. Verder lijkt de scène leeg. En zwart. Dat ruisende televisiebeeld vat perfect de ‘sfeer’ van de voorstelling samen: dit stuk laat het ruisen in je hoofd. ‘Ruisattributen’: véél zwartfluwelen gordijnen, veel schemerlicht, een sigaret, vier acteurs en een regisseur die te levenservaren is om de toneelwetten níet aan zijn laars te lappen.

Dus baadt de voorstelling zowat voortdurend in het schemerlicht. Op de scène zie je de televisie en twee blote mannenbenen. De rest van David Cantens’ lichaam wordt verstopt achter zwarte gordijnen. Aan de andere zijde van het toneel hangt evengoed een zwart gordijn. Vanacht dat gordijn piept een stukje van een crèmekleurige schommelstoel. In die stoel: twee vrouwenbenen waarin een smalle hand rust. De vrouw in de stoel is Tania Van der Sanden. Zij speelt de gedistingeerde moeder die na vijf jaar haar zoon (David Cantens) opzoekt in zijn flat in Parijs. Die zoon is haar oogappel maar ook haar zorgenkind. Zonder het duidelijk te tonen, wil ze nog altijd over hem waken. Hij wil allesbehalve dat en heeft zich een leven eigen gemaakt dat in de ogen van zijn moeder ontzettend complex lijkt, in zijn ogen is het ‘poep-simpel’… Wat is er nu complex aan seks? Dat ‘gesprek’ met zijn moeder, waarin vooral zij aan het woord is, beslaat de ganse voorstelling.

Piet Arfeuille regisseert met de subtiliteit van een filmregisseur en dirigeert je blik zoals een filmcamera dat doet. Als je daarin meegaat, dan kom je terecht in een confronterende ‘ruisende’ wereld.

Toch draagt niet die dialoog noch hun weerzien noch de verrassende ontmoeting tussen de moeder en de schoondochter(een intrigerende Karlijn Sileghem) deze voorstelling. Het zijn de vele stiltes tussen alle scènes. In die stiltes wordt er gekeken, gezucht en bekomen van moeders vaak laconiek verwoorde twijfels of stelligheden. In die stiltes schept Arfeuille ruimte om aan Duras’ verhaal je eigen herinneringen te koppelen. Tijdens die stiltes regisseert hij niet alleen zijn acteurs maar ook het afdwalen (of ruisen) van de gedachten van zijn publiek. Echt stil zijn die stiltes overigens zelden. Gary Shepherd zorgt voor een zachte soundscape van elektrische ritmes die ook de stiltemomenten richting en textuur geven.

Arfeuille regisseert met de subtiliteit van een filmregisseur en dirigeert je blik zoals een filmcamera dat doet. De moeder die Van den Sanden neerzet, lijkt een resolute tante maar verbergt haar tederheid in de schaduw. Daarom is dit stuk ook een ongewoon spel met schaduwen, lange gordijnen, schemerlicht én kiertjes. De personages laten enkel doorheen die kiertjes in hun ziel kijken. En ze draaien elkaar de rug toe van zodra ze mekaars kwetsbaarheid opmerken. Ze vluchten voor elkaars blikken. Behalve tijdens die ene nacht waarin de moeder haar laatste dans met de schommelstoel inzet…

Een ongewoon spel met schaduwen, lange gordijnen, licht en kiertjes. De personages laten enkel via die kiertjes in hun ziel kijken. Ze draaien elkaar de rug toe van zodra ze mekaars kwetsbaarheid opmerken. Behalve die ene nacht waarin de moeder haar laatste dans met de schommelstoel inzet…

Hele dagen in de bomen – de titel verwijst naar de zoon die als kind hele dagen in de bomen klom – is een intimistisch kleinood met een dwingend, tegendraads verstild ritme. Dat is wennen. Maar als je ingaat op Arfeuilles uitnodiging om het 21ste eeuwse, jachtige leefritme voor anderhalf uur los te laten, dan wacht je een bijzondere theaterervaring. Het almaar trager kloppende hart van de moeder geeft het ritme aan waarin de acteurs praten, zwijgen, (weg)kijken en bewegen. Arfeuille dwingt het publiek tot zwijgen, kijken en voelen. Wegkijken is in zijn theater geen optie.

Els Van Steenberghe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content