‘De appel valt niet ver van de boom’, ‘zo vader zo zoon’, … Met De moed om te doden tackelt Toneelhuis elke zegswijze die iets dergelijks beweert. Net als de laatste prestatie van onze Rode Duivels is ook die nieuwste voorstelling van Guy Cassiers met een last-minute wissel echter geen genadeloze binnenkopper.
The Play = De moed om te doden
Gezelschap = Toneelhuis
In een zin = Mits enige extra repetitietijd voor de acteurs zou De moed om te doden vast een mooie plek verdienen in Guy Cassiers’ theatrale trofeeënkast.
Meer info: www.toneelhuis.be
‘We vrezen dat er een kink in de kabel is gekomen.’ Vier dagen voor de geplande première van Guy Cassiers’ nieuwste stuk De moed om te doden zit er een bericht van Toneelhuis in onze mailbox. Marc Van Eeghem, die normaal gezien een van de drie rollen op zich zou nemen, is geveld wegens ziekte en ziet zich genoodzaakt zijn rol door te schuiven naar een andere acteur. Dirk Van Dijck neemt de rol over. Om hem de kans te geven zich de rol eigen te maken, wordt de première enkele dagen uitgesteld. Tot woensdag 9 november 2016.
Hoewel Van Dijck zich op het eerste gezicht goed weet te redden, is het af en toe merkbaar dat de acteur zijn rol nog niet helemaal beheerst. Dat is ook niet verwonderlijk: Van Dijck had amper twee weken om zich klaar te stomen. Toneelhuis liet dan ook weten dat de souffleursbak ‘uitzonderlijk weer even in ere werd hersteld.’
Te vinden in die souffleursbak: de souffleur met een theatertekst van de Zweedse toneelschrijver Lars Norén uit 1982. Norén beschrijft de vertroebelde relatie tussen een vader en zijn zoon. De oude man is op bezoek bij zijn zoon en wil graag diens vriendin ontmoeten. De avond, die aanvankelijk uit kleine ergernissen en gekibbel bestaat, ontaardt in een echte, met wijn overgoten nachtmerrie.
De moed om te doden is een atypische Cassiers. Waar de Antwerpse regisseur in het verleden vaak koos voor de grootse vertellingen in ingenieuze videodecors, is de enscenering van Noréns toneeltekst eerder sober. Geen lichtprojectie of hoogstaande technische snufjes te bespeuren deze keer, enkel een benauwende wand van zwart plastic die dienstdoet als afbakening van de weinig gezellige woonkamer. Verder is de scène zo goed als leeg, op een viertal eenzame meubelstukken na.
u003cemu003eDe moed om te dodenu003c/emu003e is een atypische Cassiers. Waar de Antwerpse regisseur in het verleden vaak koos voor de grote vertellingen, is de enscenering van Noru0026#xE9;ns toneeltekst eerder sober.
Deze nieuwe aanpak werkt: in het intieme en realistische stuk ligt de focus op de acteurs die Noréns personages nieuw leven inblazen. Naast vader Van Dijck zet Aminata Demba een mooie rol neer als kersverse schoondochter en weet Wouter Hendrickx als zoon zeker te overtuigen. Met een tekst die Cassiers door Bart Van Nuffelen liet ‘vervlaamsen’ verwijst de regisseur maar wat graag naar de angst voor veranderingen die hij merkt in Vlaanderen en de neiging om steeds te stellen dat alles vroeger beter was. In die zin krijgt ook het personage van Demba, die Malinese roots heeft, een extra (gekleurde) boodschap.
De moed om te doden is niet alleen een blik op het verleden van de regisseur met herinneringen aan de bewogen samenwerkingen met zijn vader Jef Cassiers. Het stuk is ook een pijnlijke en ongemakkelijke knipoog naar de toekomst. Wanneer de vader zich een belachelijke blonde toupet aanmeet en na verschillende glazen de vriendin van zijn zoon begint te objectiveren en aan te randen, lijkt de Amerikaanse kater van diezelfde dag weer even in ons hoofd te bonzen. O star-spangled banner!
Het stuk bestaat uit een verrassende enscenering, mooie acteerprestaties en een knappe tekst, toch is het geen homerun en lijkt er ergens iets te wringen. Mits enige extra repetitietijd voor de acteurs kan De moed om te doden vast een mooie plek verdienen in Guy Cassiers’ theatrale trofeeënkast.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier