Amusement voor lockdowntijden: speel een mier op Facebook
1,9 miljoen mensen zijn momenteel op het internet aan het doen alsof ze mieren zijn in een mierenhoop. Welkom in de surreële wereld van Facebooks doen-alsofgroepen.
Op 27 september post Chrissy in de Facebookgroep een link naar een krantenartikel. ‘VS wil binnen de vijf jaar een vrouw op de maan zetten’ is de kop – een plan dat de Amerikaanse vicepresident te kennen had gegeven in een speech. Onder de link lopen de comments binnen. ‘Ebbe ze keukes op de maan?!?!’ zegt Daan. ‘Der zal daar dringend eens gekuist moeten worden zeker’, vraagt Timo zich af. ‘Oei, Da kan zomaar Ni hé! Die haar ketting is Ni lang genoeg!’ zegt Wouter met een begeleidende Back to the Kitchen-meme. ‘Pff seg en wij maar betal voor satelieten’, zegt Rutger. ‘Wat ist volgende, nen trans gender in space?!!! Da ga te ver ve mej zene!!!’ reageert Maaike. ‘Waar gat de wereldt naar toe?!’
Serieus. Wat hebben boomers met drie puntjes?
Let half op en je waant je in de commentaarsectie van HLN.be. Alleen: dit zijn geen reacties van lezers van Het Laatste Nieuws. Dit zijn reacties van mensen die doen alsof ze lezers van Het Laatste Nieuws zijn. Een groep waar we doen alsof we HLN commentators zijn, heet de bewuste Facebookgroep, goed voor 3400 leden, overwegend hoogopgeleide jonge twintigers. Mensen delen er krantenartikels over Katje Lee, Marc Van Ranst, Eveline, Greta Thunberg of clickbait over The Masked Singer, waarna de rest van de groep er commentaren onder schrijft alsof ze op HLN.be zitten. Denk: fonetische spelling, caps lock, gratuit klagen, flauweplezantenhumor, oudemannenseksisme en nul nuance.
Voor de duidelijkheid: alles is een parodie en iedereen is mee. De regels zijn simpel. Je moet lid worden om de berichten te kunnen zien. Te allen tijde moet je in character blijven. Mensen die daadwerkelijk seksistische of racistische berichten delen, worden uit de groep gezet. Verder strekt het tot aanbeveling om zo grotesk mogelijke dt-fouten te maken. En ‘ij’ schrijf je met een ‘y’.
Spreekt voor zich.
Het is de bescheiden Vlaamse variant van een internationaal fenomeen dat al anderhalf jaar bezig is: doen-alsofgroepen op Facebook. ‘Digital larping’ wordt het genoemd, waarbij ‘larp’ staat voor ‘live-action role-playing’. Een beetje zoals re-enacters die de Slag bij Waterloo naspelen, maar dan virtueel, van achter de laptop, en op maat van ironische millennials. Het speelt zich af op Facebook, waar de format ‘Een groep waarin we doen alsof’ eindeloze invullingen telt. Er is A group where we all pretend to be influencers, waarin iedereen zich als een influencer gedraagt. Er is A group where we pretend it’s 2009-2012, waarin iedereen doet alsof ze tien jaar terug in de tijd zijn gegaan. Er is A group where we speak gibberish and pretend to understand each other, waarvan de 179.000 leden uitsluitend wartaal spreken.
En er is het kroonstuk van de doen-alsofgroepen: A group where we all pretend to be ants in an ant colony, een groep waarin de leden doen alsof ze mieren zijn in een mierenhoop. Een absurd concept, maar nog net iets surreëler is het aantal mensen dat meedoet: A group where we all pretend to be ants in an ant colony telt 1,9 miljoen leden. Dat zijn 1,9 miljoen mensen die op dit moment op hun laptop of gsm rollenspelen dat ze een mier zijn die voor de koningin moet zorgen.
Miljoenen tieners en twintigers zaten plots thuis, zonder vrienden, zonder iets omhanden, maar mét internet. Waarna doen-alsofgroepen overal explodeerden.
We zullen dat even tot u laten doordringen.
Doen-alsofgroepen begonnen als een plek om met boomers op Facebook te lachen…
Het precieze begin is moeilijk te achterhalen, maar de meeste doen-alsofgroepen zijn terug te brengen tot A group where we all pretend to be boomers, zowat de moeder van het fenomeen. Een groep, opgericht door twee Amerikaanse twintigjarigen in mei 2019, waarin millennials spelen dat ze babyboomers zijn, klagen dat het vroeger beter was en kappen op de jeugd. Na een virale tweet groeide de groep tot een internetfenomeen met 287.000 leden, goed voor gemiddeld 10.000 posts per maand.
Helemaal uit het niets kwam dat niet. Een paar maanden eerder had Mark Zuckerberg in een speech te kennen gegeven dat Facebook een nieuwe koers zou varen: het zou minder op publieke conversaties focussen en meer inzetten op private interacties. Concreet: Facebook wilde dat u minder naar uw Wall kijkt en meer naar Messenger en Marketplace. Ook gesloten Facebookgroepen, die onder minder restricties vallen dan openbare pagina’s, pasten in die strategie. Maak een groep aan en we laten jullie met rust, was min of meer de boodschap van Facebook.
Waarna een jonge generatie tieners en twintigers ermee aan de haal ging. Een internetwijze, ironische generatie die opgroeide met Second Life en The Sims, flink wat van zijn of haar tienerjaren spendeerde op Reddit en 4Chan en weet wat shitposting is. (Shitposting is het ironisch en massaal delen van trashy, surreële memes met als doel een reactie te ontlokken van Zij Die Niet Mee Zijn.) Een generatie ook die met vreemde ogen naar Facebook keek. U moet weten: in de ogen van jonge mensen is Facebook een oud medium voor oude mensen. Oude mensen die zich ook nog eens heel raar gedragen.
Dat net boomers het onderwerp van de eerste doen-alsofgroepen zijn, is dan ook niet helemaal toevallig. Om verwarring te vermijden: met boomers worden hier niet de De afspraak-boomers bedoeld die op Twitter strijden voor hun grote gelijk, maar wel de Ge zijt van Gent als ge-boomers, een generatie nonkels en tantes die verdwaald is geraakt op het internet en zich dan maar op Facebook heeft gestort. Ze zijn niet opgegroeid met het internet, wat maakt dat ze de finesses ervan nooit helemaal kunnen leren. En dat valt op. De ene keer is hun leestekengebruik hypercorrect en schrijven ze in een sms een punt achter ‘Oké’, de andere keer grenst het aan het experimentele met een vreemde neiging tot eindeloze reeksen vraagtekens en uitroeptekens en een overmatig en inconsistent gebruik van aanhalingstekens en drie puntjes. (Serieus. Wat hebben boomers met drie puntjes?) Hoofdletters worden op de meest vreemde momenten gebruikt. Memes van de Minions zijn bizar populair, net zoals het delen van overduidelijke hoaxes. Maar misschien wel het subtielste en specifiekste aan boomerspeak is de non sequitur: een totaal gebrek aan interne en inhoudelijke logica bij posts en reacties.
Boomers zijn, met andere woorden, een droom om online te parodiëren. Het fenomeen bleef dan ook niet beperkt tot één groep. Het succes van A group where we all pretend to be boomers leidde tot een golf doen-alsofgroepen, meestal variaties op hetzelfde boomerthema. Om u een idee te geven: in A group where we all pretend to be middle aged soccer moms (22.800 leden) posten leden over witte wijn, spuien ze antivaccinatietheorieën en delen ze dat ze net een xanax hebben moeten pakken omdat de kinderen weer onhandelbaar zijn. In ons taalgebied is er dan weer het Nederlandse Een groep waarin we doen alsof we babyboomers zijn (19.000 leden) en Groep waarin we doen alsof we in complottheorieën geloven (3700 leden). Fijn detail: in die laatste wordt er in de groepsregels opgeroepen om het niet énkel over 5G te hebben.
12.000 mensen ‘L I F T’ zien tikken om een virtueel stuk tomaat op te rapen en naar de koningin te brengen, dat hééft iets.
Dat vonden wij grappig.
Merk op dat de eerste doen-alsofgroepen niet alleen een parodie op boomercultuur zijn, maar ook op Facebook zelf. Er worden heel veel idiote quizjes gedeeld, foute inspirational quotes, absurde wedstrijden en onbestaande events. Op een bepaald maakte A group where we all pretend to be boomers een event aan met de naam ‘PRATEN AAN DE TELEFOON ALSOF DE SPEAKER NIET OP STAAT TERWIJL DE SPEAKER WEL OPSTAAT’.
Ook dat vonden wij grappig.
En dan kwam corona.
‘Dag 31 van de quarantaine. Ik ben net lid geworden van een Facebookgroep waarin we allemaal doen alsof we mieren zijn’, tweette de Filippijnse @agasramirez op 15 april van dit jaar na een dikke maand lockdown in haar land. De tweet ging onmiddellijk viraal met meer dan 140.000 retweets en 500.000 likes. Media als Buzzfeed, Vice, The Washington Post en Forbes pikten het nieuws op en in geen tijd ging A group where we all pretend to be ants in an ant colony, de groep waar @agasramirez het over had, van enkele honderdduizenden leden naar een waanzinnige 1,9 miljoen.
Het moet een van de vreemdere gevolgen van de wereldwijde lockdown zijn. Miljoenen tieners en twintigers zaten plots thuis, zonder vrienden, zonder iets omhanden, maar mét internet. Waarna doen-alsofgroepen overal explodeerden. Niet alleen qua populariteit, maar ook qua absurditeit. Zoek in Facebook op ‘a group where we all pretend to be’ en de aanvullingen die Facebook suggereert, zijn hallucinant. Er is A group where we only talk like Raymond Holt (77.000 leden), een ultraspecifieke verwijzing naar de gortdroge commissaris uit de komische reeks Brooklyn Nine-Nine, en A group where we pretend to work at Chernobyl. Er is A group where only introverts interact and are super nice to each other, onze persoonlijke favoriet. Er is A group where everyone angry reacts corn (166.000 leden), waarin iedereen berichten over maïs post en daar boos op moet reageren ‘om redenen die later duidelijk zullen worden’. Er is een groep waarin je alleen ‘ei’ mag zeggen ( A group where you only say egg, 132.000 leden), een groep waarin je alleen ‘honk’ mag zeggen ( A group where you only say honk, 46.000 leden) en een groep waarin je alleen ‘Same’ mag zeggen ( A group where you can only say Same, 137.000 leden).
Laat ons zeggen dat er rare dingen gebeuren als jonge mensen niks te doen hebben.
De beste doen-alsofgroepen zijn evenwel meer dan één goede grap, zoals A group where we all pretend to be ants in an ant colony bewijst. Het is geen toeval dat net die groep zo breed opgepikt werd: de hele minicultuur errond is in al haar absurditeit hoogst aanstekelijk. Voor je bij de groep mag, moet je vragen beantwoorden over wat je favoriete film is (Antz). De regels stipuleren dat je je reacties zoveel mogelijk moet beperken tot de commando’s ‘L I F T’, ‘W O R K’ en ‘B I T E’. The Queen moet altijd met hoofdletters aangesproken worden. Er is merchandise. Er is heel veel mierenonzin: quizjes over wie je favoriete familielid is (‘aunt’), memes en cartoons over mieren en héél véél domme woordspelingen. Recent worden er ook invasies georganiseerd via andere Facebookpagina’s, waarbij duizenden mensen uit de mierengroep andere doen-alsofgroepen spammen met duizenden en duizenden berichten met als boodschap ‘B I T E’.
Het fascinerendste in deze groep zit ‘m in de getallen. Het reusachtige aantal leden weerspiegelt op een merkwaardige manier de collectiviteit van een mierenhoop, waardoor de groep het format ontstijgt. Een van de vaste dagelijkse posts zijn foto’s van etensresten – een aardbei, een snoepje, een stuk ham – die op de grond liggen, waarbij leden aan de andere leden vragen om te helpen dragen. Doorgaans volgt daarop een stortvloed van duizenden comments met de boodschap ‘L I F T’. Op het hoogtepunt van de groep haalden posts 12.000 reacties in een uur tijd.
Je kunt daar veel over zeggen, maar 12.000 mensen ‘L I F T’ zien tikken om een virtueel stuk tomaat op te rapen en naar de koningin te brengen, dat hééft iets.
Iets dat je niet meer uitgelegd krijgt, ook.
Merken we nu.
Het internet heeft stilaan een grootse traditie van collectieve absurde humor.
We moeten eerlijk zijn: de meeste doen-alsofgroepen zal geen lang leven beschoren zijn. De grap is er doorgaans snel af, waarna het engagement van de leden afneemt en de groep een stille dood sterft. Het gros van de groepen is al op zijn retour sinds de zomer. Tenzij de tweede lockdown voor een nieuwe opstoot zorgt, is de kans groot dat het internet zich alweer op iets nieuws gestort heeft voor het vaccin er is.
Het internet heeft stilaan een glorieuze traditie inzake collectieve humor, die steeds creatiever wordt – en steeds onbegrijpelijker voor wie niet mee is.
Alleen: dat wil nog niet zeggen dat het fenomeen flauwekul is. Waarmee we bedoelen: uiteráárd is het flauwekul, maar als je er te lang over blijft nadenken, zit er iets interessants in de onzin. Het lijkt een commentaar op de nutteloze, maar aangename tijdverspilling die sociale media zijn. Het is opmerkelijk om vast te stellen hoe jonge mensen naar Facebook en Facebookcultuur kijken. Het zegt iets over de vreemde proporties die menselijke interactie tijdens een wereldwijde pandemie kan aannemen en over hoe virtuele identiteiten online steeds virtueler worden. Roleplaying is vandaag simpelweg mainstream, zo blijkt.
Maar vooral: het is een nieuwe stap in internethumor. In 2010 was er een oproep om een Facebookfanpagina van een augurk meer likes te bezorgen dan die van Nickelback, waarna 1.471.001 mensen daar daadwerkelijk voor zorgden. Sindsdien is die grap honderden keren opnieuw gemaakt en steeds verder uitgepuurd. Zes jaar later liet de Natural Environment Research Council het internet een naam kiezen voor zijn nieuwe Antarctica-onderzoeksschip en mochten ze hun boot Boaty McBoatface noemen. Begin 2019 haalde een simpel ei het van Kylie Jenner in de wedstrijd om de meest gelikete Instagrampost aller tijden.
Een nieuwe generatie shitposters lijkt daar nog veel verder in te gaan. Hier is er niet zo veel over bericht, maar in de VS had je een jaar geleden Storm Area 51, They Can’t Stop Us All. Een Facebookevent, aangemaakt als grap, om met z’n allen naar de mysterieuze militaire basis af te zakken. Het event ging viraal, waarna 2 miljoen mensen lieten weten dat ze ‘aanwezig’ zouden zijn en nog eens anderhalf miljoen mensen ‘geïnteresseerd’ waren. Op de bewuste Facebookpagina werden surreële, op memes gebaseerde plannen gesmeed om de basis te bestormen en besproken wat ze met de aliens zouden doen die ze er zouden aantreffen.
Maar de echte grap was wat er in de echte wereld gebeurde: de regering riep op om weg te blijven, het luchtruim werd afgesloten, de FBI kwam ter plaatse, militairen werden gebrieft over anime-memes, de lokale sheriff vaardigde de noodtoestand uit en liet 300 verplegers en 150 extra agenten aanrukken.
Dat was mooier dan iemand ooit had kunnen hopen.
Ook de huidige doen-alsofgroepen lijken daarin te passen. Het internet heeft stilaan een glorieuze traditie inzake collectieve, surreële humor, die steeds creatiever wordt. Steeds meer wordt het absurde onzin. Steeds meer zit de grap ook in de grote aantallen – het is een soort collectieve, participatieve humor. Steeds meer wordt het onbegrijpelijk voor wie niet mee is. (Het internet dweept met het onderscheid tussen Zij Die Mee Zijn en Zij Die Niet Mee Zijn.) Steeds meer wordt het punt dat er geen punt is.
Als er straks naslagwerken verschijnen over hoe de wereld zich tijdens corona gedroeg, hoort daar dan ook minstens een paragraafje in te staan over hoe 1,9 miljoen mensen tijdens de lockdown deden alsof ze mieren zijn.
Hoe je het ook draait of keert, dat is een indrukwekkende verwezenlijking.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier