Sociale weefsels onder de loep in MAC’s

Met dezelfde ontdekkingsdrang waarmee etnografen Papoea’s of Bororo beschreven, dringen kunstenaars door tot sociologische groepen.

Met dezelfde ontdekkingsdrang waarmee etnografen Papoea’s of Bororo beschreven, dringen kunstenaars door tot sociologische groepen, doorgaans met meer empathie dan de wetenschappers. ‘Je suis seul, avec vous’, de zomertentoonstelling in Le Grand-Hornu.

De sociaal antropoloog Claude Lévi-Strauss bestudeerde in de jaren dertig van de vorige eeuw in Brazilië haast onbereikbare Indiaanse stammen. Om zijn werk goed te kunnen doen, moest hij hun vertrouwen winnen. Hij deelde tot op zekere hoogte hun dagelijkse leven en rituelen, die hem volstrekt vreemd waren. Zich in koloniale stijl aan hen opdringen deed hij nooit, maar van een assimilatieproces kon al evenmin sprake zijn.

Lévi-Strauss’ verrijkte reisverslag is ook een memoriaal van bedreigde culturen, verschenen onder de titel ‘Tristes Tropiques’. Het was zeker niet tegen wetenschappers van zijn kaliber dat de Amerikaans-Palestijnse literatuurprofessor Edward Said in de beruchte klassieker Orientalism (1978) zijn pijlen afschoot. Wat Said vooral tegen de borst stuitte, was het totale gebrek aan empathie waarmee ‘oriëntalisten’ de culturen van het Oosten benaderden en ze vervolgens vanuit een westers superioriteitsgevoel beoordeelden als minderwaardig aan de hunne.

Empathie

Staflid Denis Gielen van het MAC’s museum in Le Grand-Hornu was het opgevallen dat nogal wat hedendaagse kunstenaars er een doel en een methodologie op na houden die parallellen vertonen met het etnografenwerk. Wetenschappelijke opstellen interesseren kunstenaars daarbij minder dan sterke beelden, maar in beide gevallen bestaat eenzelfde behoefte om de Andere – en ruimer: het Andere en het Vreemde – tegen het licht te houden.

De houding van kunstenaars neigt, gezien het doel dat ze voor ogen hebben, meer naar empathie dan naar de afstandelijkheid die wetenschappers in acht nemen. Als hoofdredacteur van het hoogwaardige kunsttijdschrift DITS, uitgegeven door het MAC’s, wijdde Gielen vorige zomer een nummer aan het thema etnografie, en nu koos hij een analoog uitgangspunt voor de grote zomertentoonstelling in het MAC’s.

Allleen al de titel ‘Je suis seul, avec vous’ wijst op een ietwat onetnografische subjectiviteit. Kunstenaars kiezen ook vaak originelere onderwerpen dichter bij huis dan men verwacht van sociaal antropologen, “hoewel aan de ULB ook al studies over rokers of McDonalds-verslaafden gemaakt zijn”, zegt Gielen. De focus ligt niet op de maatschappij, maar op diverse groepen die er een eigen cultuur op na houden, en zelfs op microverbanden zoals de relatie moeder en kind. Op de expo defileren gezinnen en internauten, andersglobalisten, Amerikaanse plattelandspatriotten en gewoon de adepten van de kunstwereld.

Female star

Dat zo’n massa beelden uit zulke verschillende milieus kunnen convergeren om de lapidaire zin uit de titel te ondersteunen, is opmerkelijk. Maar wat betekent hij precies? “Ik ben eenzaam, zoals u dat bent”? Of eerder: “Ik ben eenzaam, ook al ben ik in uw gezelschap”? Beide mogelijkheden gaan evengoed op, zo blijkt. ‘Je suis seul, avec vous’ is een opwindende verkenning van de weefsels waarmee ik met een ander ben verbonden én een verkenning van de niet te overbruggen afgronden tussen de ander en mij.

De tentoonstelling begint met een zweepslag, visueel én inhoudelijk. Een drie meter hoge kleurenprint van een rijzige vrouw met een kind introduceert het thema modern moederschap. De fameuze Amerikaanse dj Rachel Auburn kijkt, met niets dan zwart ondergoed aan, uitdagend in de lens terwijl ze een hand op de blote schouder van haar zoontje houdt. Met de oortjes om haar nek, deck en platenspelers achter haar, liet ze zich (in 1995) door fotograaf Wolfgang Tillmans portretteren als een female star in de mannelijk gedomineerde undergroundmuziekwereld, terwijl ze tegelijk haar intimiteit en materniteit blootgaf. Dit, met de uitstraling van een antieke godin van wie zeker ook dreiging uitgaat: “blijf op een afstand!” De relatie moeder-kind is evident close, het kind omsluit met toegeknepen ogen moeders benen, maar door de professionele omgeving heerst er een cool die kinderen normaal bespaard blijft.

De confrontatie tussen Tillmans’ voyante dj Auburn en de suggestieve zwart-witfoto’s van Anne De Gelas, geeft het thema een bevreemdende draai. Een kleuter met een diabolische blik, een strenge matrone, een jongenstorso met de vlekkerige sporen van enig ontsmettingsmiddel tegen mazelen, een paar bleke benen en voeten op een wit laken, een gekruisigde vleermuis: wie een verhaal samenstelt aan de hand van deze afzonderlijke foto’s belandt onvermijdelijk in een oude wereld waar de familiale sfeer vooral trauma’s scheen voort te brengen in plaats van beschuttende warmte.

YouTube als spiegel

Een van de snelst groeiende, nieuwe gemeenschappen, braakland voor antropologen, bestaat uit het netwerk van internauten dat de hele aarde omspant. Daarin krioelt het van subgemeenschappen met specifieke kenmerken. Zo gebruiken jongeren de website YouTube om videofilmpjes (video blogging of vlogging) op het net te zetten, die de functie van een dagboek hebben en ongeremd vertrouwelijk zijn. Intimiteit op een sociaal forum is tamelijk paradoxaal, en het blijkt inderdaad dat vele vloggers met niemand zo exclusief vertrouwelijk zijn als met YouTube zelf.

De website doet dienst als spiegel, aanspreekpartner en toeverlaat. “Dag YouTube, ik heb vandaag niets te zeggen, en ik heb niets gedaan”, zo klinkt een van de vele typerende uitspraken, door Gerard-Jan Claes en Olivia Rochette van het net geplukt en gemonteerd in hun onthutsende videodocumentaire ‘Because We Are Visual’ (2010). “Ik voelde me zo eenzaam, maar ben nu zeer gelukkig, dankzij jou, YouTube,” zegt er eentje. Op moederdag houdt een meisje een fles Goldschläger (43,5% alcohol) voor de webcam, en vertrouwt YouTube toe dat ze voor elk jaar dat ze al zonder haar moeder is, een glas zal leegdrinken. Wat ze prompt doet.

Spelbreker van dienst

Vlogging voorziet in een functie die heiligenbeelden, fetisjen of totems hadden, en het was slechts een kwestie van tijd eer ook YouTube in het museum zou belanden om er als kunstobject te worden vereerd. Doordat ze rechtstreeks worden aangesproken, kregen magische voorwerpen sinds mensenheugenis het vermogen toegeschreven om zelf te spreken, en het is precies met deze gedachte dat Jean-Pierre Bertrand in een vitrine in het Louvre het oud-Egyptisch beeldenpaar Samout en Moutnefret filmde. Moutnefret vertelt, met de diepe basstem van Bertrand, over het overbruggen van eeuwen, terwijl de camera over en weer glijdt tussen haar ondoorgrondelijke gezicht en de lijzige Seine in Parijs.

‘Je suis seul, avec vous’ kabbelt verder in nog tal van andere varianten. In de meeste gevallen blijft empathie voor het onderwerp het ruimschoots winnen van afstandelijkheid: Tobias Zielony’s zachte foto’s van de harde prostitutie door jonge mannen in nachtelijk Berlijn, de warm medeplichtige foto’s die Nan Goldin maakte van enkele drag queens met wie ze zich ging identificeren, of de diareeks ‘Streetrambling India’ van Ria Pacquée, die de Indiase spiritualiteit simpel aflas uit de wonderbaarlijke kleuren van de dagelijkse realiteit.

De spelbreker van dienst is Jacques Charlier in zijn zwartwitte ‘Photographies de vernissages’. Twee seizoenen lang (1974-1975) fotografeerde zijn team het publiek op openingen van kunstexpo’s en beurzen. Charliers ordewoord was, een zo neutraal mogelijk camerastandpunt innemen. Op een lange tafel in het MAC’s uitgestald: honderden fotodocumenten van onverschilligheid en verveling bij telkens hetzelfde soort mensen, in groepjes babbelend met een glas in de hand. Hun aandacht voor kunst is gering. Of, hoe een ‘neutraal’ portret even partijdig kan uitpakken als een verklaard subjectief standpunt.

Jan Braet

Je suis seul avec vous, tot 2 oktober in het MAC’s, Grand-hornu, rue st.louise 92. open van di.t/m zo. van 10 tot 18 uur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content