Knokke geeft kritiek op valse Congokunst toe

In een persbericht stelt de organisatie van de Congo Collectie dat “de terechte kritiek de essentie van de tentoonstelling mist.”

Vorige week pakten we op de site van Knack uit met het bedenkelijke verhaal van de Congo Collectie, de expositie van valse Congolese beeldhouwwerken in het cultuurcentrum Scharpoord. Na heel wat reacties in de pers reageert men eindelijk in Knokke op de feiten, maar volkomen naast de kwestie.

Scharpoord opende een grote tentoonstelling met de collectie beeldhouwwerk uit Congo van verzamelaar Joseph Schelfhout. Bij nader onderzoek blijken alle beelden en maskers vervalsingen te zijn. Nu geven de directeur van het cultuurcentrum Scharpoord, Pedro Oosterlynck en schepen voor cultuur, Maxime Willems, via een persbericht toe dat de kritiek terecht was. En dat ze al maanden op voorhand duidelijk wisten dat de stukken niet authentiek waren.

“Het museum voor Etnografische Kunst in Antwerpen neemt de collectie niet serieus, maar durft dit desondanks niet officieel te bevestigen via brief of mail. Ze stelden: ‘Je weet hoe dit gaat in het wereldje.’ Dit leek ons een extra motivatie om door te gaan,” aldus een citaat uit het persbericht. Dit is een frappante bekentenis.

Naast de kwestie

Dit lijkt de omgekeerde wereld wel. Het Antwerpse museum liet duidelijk verstaan dat ze er in Knokke een expert moesten bij halen om het kaf van het koren te scheiden, aldus conservator Els De Palmenaer, conservator Afrika van het Mas.

Meer nog. Ook van andere zijden werd hierop aangedrongen, ondermeer door Pierre Loos, voorzitter van Bruneaf, die zijn diensten als expert heeft aangeboden. We merken ook op dat bij nader onderzoek toch heel wat experts, in de handel en de musea, al jaren op de hoogte zijn van de bedenkelijke kwaliteit van de collectie Schelfhout.

Zij die de tentoonstelling hebben helpen organiseren konden zich daarvan vrij gemakkelijk vergewissen. In de perstekst verklaren de heren uit Knokke dat de terechte kritiek die er nu komt de essentie van de tentoonstelling mist, namelijk dat de tentoonstelling zelf een reflectie inhoudt over het verzamelen van Afrikaanse kunst.

Is dat niet weinig hypocriet? Het is gemakkelijk om je zo uit de slag te trekken nadat je deze tentoonstelling met museale allure aankondigt in de pers als een topevenement. Dat kan gewoon niet. Het gaat om de authenticiteit van de stukken en de waarde van de opstelling is van bijkomstig belang.

Musea

De Congo Collectie laat ons bovendien vervalsingen zien van beroemde stukken uit internationale musea. Het is dus geen bescheiden en onopvallende expo van zomaar wat houtsnijwerk. Verschillende zogenaamde topstukken zijn bovendien nabootsingen van voorbeelden uit het Museum voor Midden-Afrika in Tervuren. Laten we even doordenken wat er zou gebeuren als we dit in een ander perspectief plaatsen.

Wat voor ophef zou er niet ontstaan mocht een tentoonstelling worden georganiseerd met bijvoorbeeld kopieën van werken van Permeke of Ensor uit Belgische museumcollecties? De stukken Afrikaanse kunst waarvan de replica’s in Knokke te zien zijn, zijn ook dé meesterwerken bij uitstek, ze zijn het neusje van de zalm. Het helmmasker van de Luba of de Bulineksteun zijn gewoon dé top van de wereld.

Misschien beseffen we het onvoldoende, maar de collecties van Tervuren en het voormalige Etnografische Museum in Antwerpen behoren tot de absolute wereldtop. Noch in de perstekst, noch in de catalogus werd er aangeduid dat het om kopieën ging! In een bijlage van de catalogus, verspreid met de eerste persteksten, worden de stukken zelfs gedateerd, meestel eind 19de en begin 20ste eeuw.

Dat gebeurt ook op de tentoonstelling, tenzij die bordjes intussen weggehaald zijn. Je kunt dus juridisch gezien geen nabootsingen van beroemde kunstwerken exposeren als oud en authentiek. Nadien mag je dan nog toegeven dat het inderdaad nabootsingen zijn, dit doet er niet meer toe.

Blaam

Maar er is meer. Een dergelijke tentoonstelling is een blaam voor de Belgische etnografische musea, de tophandelaren en hun organisaties. Zij genieten immers wereldwijd van een uiterst integere reputatie betreffende expertise. Een dergelijke tentoonstelling met een catalogus die ondertussen overal wordt verspreid doet daar geen goed aan. Want wat zal er met die stukken later gebeuren?

In recente discussies over gelijkaardige problemen met werken van beeldende kunstenaars opperden verschillende specialisten uit de museumwereld dat nabootsingen soms beter kunnen worden vernietigd, want anders duiken ze steeds opnieuw op. Inzake de privécollectie Schelfhout kan je dit moeilijk waarmaken, maar het is in ieder geval een interessante bedenking.

Feit is ook dat er veel nabootsingen op de markt worden aangeboden. Meestal van slechte kwaliteit, zoals hier het geval is. Maar soms gaan de vervalsers zo goed te werk dat zelfs een expert tweemaal moet kijken. Al vallen nabootsingen uiteindelijk steeds door de mand. Net zoals in dit geval.

Piet Swimberghe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content