De Congo Collectie: meer vals dan echt

De authenticiteit van heel wat stukken op de Knokse expo ‘Congo Collectie’ wordt in twijfel getrokken.

In het cultuurcentrum Scharpoord kan je tot in januari 2011 de ‘Congo Collectie’ bewonderen, samengebracht door een verzamelaar die lang in dit land verbleef. Maar dat is op zich geen referentie voor de echtheid, want er wordt getwijfeld aan de authenticiteit van de meeste stukken.

De tentoonstelling oogt serieus, met een ietwat pocherige museale opstelling, ontworpen door kunstenaar Wesley Meuris. Er wordt zelfs een fraai geïllustreerde catalogus aangeboden. Ook het verhaal over de verzameling klinkt best aardig. Ze werd samengebracht door Joseph Schelfhout die in ’59 in Congo aankwam en daar contacten onderhield met enkele handelaren. In de perstekst worden ook nog enkele namen gedropt van verzamelaars, handelaren en deskundigen.

Tot zover is er geen vuiltje aan de lucht. Tot je de tentoonstelling bezoekt en heel wat stukken herkent uit museumcollecties. Afrikanoloog en antiquair Yannick De Hondt wees ons erop dat dit maar schijn is, want het gaat om beelden en maskers die zijn geïnspireerd op stukken uit musea.

Verschillende zogenaamde topstukken zijn bovendien vrij recente imitaties van objecten uit de collectie van het Afrika-Museum in Tervuren, zoals het grote Lubamasker dat in 1899 door Michaux werd meegebracht.

Inventies

De verzameling Schelfhout bevat schijnbaar uitzonderlijke stukken die je eigenlijk nog moeilijk of niet op een anonieme wijze kunt samenbrengen. Daarmee wijs ik op de pedigree, het verhaal van de herkomst. Het kan dat je enkele stukken verwerft die pas in de jaren ’60 of ’70 werden gevonden in Afrika en die dus niet eerder in Europa waren. Maar met zo’n omvangrijke collectie vol klassieke stukken kan dit niet. Minstens enkele voorwerpen moeten hier eerder hebben gecirculeerd. Daarvan moeten er sporen zijn in de catalogi van veilingen of collecties.

Dat geldt zeker voor wat we in Knokke zien, zoals verschillende zitjes in de uiterst zeldzame Bulistijl (Luba), waarvan een stuk sprekend lijkt op het voorbeeld uit het Museum für Völkerkunde in Berlijn. Er zijn ook objecten te zien die niet eens bestaan, inventies dus, zoals grote ivoren Songyebeelden of een ivoren Mangbetu schorsdoos.

We merken trouwens op dat veel stukken ruw zijn afgewerkt, in de handel circuleren er kopieën van fijnere kwaliteit. Er staat zelfs een beeld op de expo, in de stijl van de Ngata, met een stuk van het oor waarvan het onderliggende blanke hout zichtbaar is. Wat er op wijst dat het helemaal geen oud, geoxideerd hout is.

Opschudding

In Afrika wordt er sinds vele jaren heel wat nagebootst voor de handel. Het gros daarvan wordt ondermeer op vlooienmarkten verkocht. Maar er komt ook wel wat in het circuit van de veilinghuizen terecht dat, eenmaal netjes gepubliceerd, een eigen leven gaat leiden. De Afrikaanse houtsnijders baseren zich op prenten uit boeken en museumcatalogi. Dit verklaart waarom er in deze collectie tal van zogenaamde museumstukken zitten.

Deze tentoonstelling veroorzaakt stilaan wat opschudding in de wereld van verzamelaars en handelaren. Het gevaar bestaat dat dergelijke verzamelingen, eenmaal gepubliceerd, door sommigen toch serieus worden genomen. Mocht er zo’n collectie beeldende kunst van een bekende kunstenaar opduiken, dan zou daar wellicht veel sneller op worden gereageerd door verzamelaars, handelaren en zij die het auteurschap vertegenwoordigen.

Piet Swimberghe

De tentoonstelling ‘Congo Collectie. Privécollectie in een imaginair museum’ loopt tot 16 januari in Scharpoord.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content