Tegen februari 2012 moet het Fin-de-sièclemuseum de ‘parel’ van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in Brussel worden.
In februari 2012 opent de afdeling moderne kunst van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in Brussel (KMSKB) opnieuw de deuren. Tegelijk zal het Fin-de-sièclemuseum op dat moment ingewijd worden.
“‘Brussel, hoofdstad van de art nouveau’ geldt niet alleen voor de architectuur. De benaming slaat in de eerste plaats op de dynamiek van een maatschappij die op alle gebieden van de kunst tot uitdrukking kwam: literatuur, schilderkunst, opera, muziek, architectuur, fotografie en poëzie”, benadrukt de directeur Michel Draguet. “Een bewijs van de Europese en zelfs wereldwijde faam vormt het oeuvre van Maeterlinck, die in 1911 de Nobelprijs ontving”.
Om deze diversiteit in beeld te kunnen brengen gingen de KMSKB een partnerschap aan met de Koninklijke Bibliotheek en de Koninklijke Muntschouwburg. Ook het Brussels Hoofdstedelijk Gewest draagt zijn steentje bij door de collectie Gillion Crowet, een van de hoogtepunten van het nieuwe parcours, in depot te geven.
“Ons toekomstige museum ontleent zijn legitimiteit aan de 31 salons, zoals die van Les XX en La Libre Esthétique, die in Brussel de belangrijkste elementen van de Europese creativiteit bijeenbrachten. De kunstkringen die vanaf 1868 – met de oprichting van de Société libre des Beaux-Arts – het debat over het modernisme in België lanceerden, zullen het centrale thema en het uitgangspunt vormen”, stelt Draguet.
Herstructurering
Met deze plannen breekt een nieuwe fase aan in de herstructurering van de diverse entiteiten die samen de KMSKB vormen. Oorspronkelijk werd het Museum voor Moderne Kunst in 1984 opgericht. Sinds 2006 worden op de zes verdiepingen tijdelijke ensembles en collecties van 19e en 20ste-eeuwse kunst tentoongesteld. De opening van het Magrittemuseum vormde de tot nu toe laatste fase in de herstructurering.
Keerzijde van de medaille is dat de kunstcollecties van de 20e en 21ste eeuw door een tekort aan exporuimte een tijdlang niet te zien zullen zijn. Bovendien is nog niet geweten hoe lang precies. In dat kader herinnert Draguet aan zijn plannen om de collecties moderne en hedendaagse kunst onder te brengen in de voormalige winkelruimten Vanderborght, het huidige Dexia Art Center in hartje Brussel.
“Deze oplossing wint stilaan veld. Al opent zich nog een ander perspectief, namelijk de creatie van een hedendaagse architecturale landmark ter verrijking van de Europese hoofdstad”, besluit Draguet.
