Zes leestips voor uw vakantie in Frankrijk
Voor veel Vlamingen blijft Frankrijk het vakantieland bij uitstek, en nu u de Frankrijk-trilogie van Bart van Loo hebt uitgelezen, uitgeluisterd en uitgekeken, bieden wij u zes Franse klassiekers die niet op uw reis door la douce France mogen ontbreken. Voor wijn en lavendelgeur moet u zelf zorgen.
Alain-Fournier – De grote Meaulnes
Geen betere inspiratiebron voor een roman als een onbereikbare liefde. Wanneer Henri-Alban Fournier in 1905 op Pinksterdag een Parijs museum buitenwandelt, staat hij oog in oog met de vrouw van zijn dromen, Yvonne de Quiévrecourt. Helaas is de coup de foudre verdoemd: Yvonne is al verloofd en niet van plan het huwelijk af te blazen voor de kalverliefde van Fournier. Smachtend pent hij tijdens zijn militaire dienst een bundel gedichten bijeen, maar vooral in zijn enige afgewerkte roman De grote Meaulnes (1913) – Fournier sneuvelt in de eerste maand van Wereldoorlog I – komt het thema van het verloren paradijs uitgebreid aan bod. De vijftienjarige François sluit vriendschap met de enigmatische Meaulnes, die drie nachten spijbelt en terugkomt met een fantastisch verhaal over een gemaskerd bal op een kasteel waar Meaulnes een prachtige jongedame ontmoette. De hele roman lang proberen beide schooljongens om het mysterieuze domein, en vooral de aantrekkelijke deerne terug te vinden, een queeste die hen kriskras door Frankrijk voert.
Marguerite Yourcenar – Le Labyrinthe du monde Wie niet verder dan Noord-Frankrijk wil trekken, doet er goed aan de kloeke driedelige autobiografie (1974-1988) van Yourcenar – anagram van haar geboortenaam de Crayencour – in de koffer te laden. Yourcenar, die als eerste vrouw ooit toegelaten werd tot de prestigieuze Académie française en, volgens de legende, daarna een feestelijke orgie organiseerde in een Parijs bordeel, groeide op in een villa op de Zwarteberg – op de Frans-Belgische grens – maar reisde daarna de hele wereld rond en vestigde zich tenslotte in Maine.
De trilogie, in het Nederlands enkel nog verkrijgbaar in antiquariaten onder de titel ’s Werelds doolhof, was lange tijd verplicht leesvoer op Franse scholen, omdat de erudiete Yourcenar de hele Franse geschiedenis betrekt in haar ambitieuze project. Geen zin om stoffige tweedehandszaken af te speuren? Yourcenars bekendste werken, Het hermetisch zwart (1968) en Herinneringen van Hadrianus (1951), zijn net iets couranter beschikbaar. Niet meteen het makkelijkste leesvoer maar beloon uzelf na een dagje literair labeur met een Noord-Franse picon. Of twee.
Jean-Paul Sartre – De walging Aan grote geesten geen gebrek in Frankrijk. Gaande van de verlichtingsfilosofen, die het bedje van de Franse Revolutie spreidden en wier idealen nog steeds door zinderen in elke westerse grondwet, tot aan de Parijse barricades van mei ’68 – de denkers van de republiek zijn altijd invloedrijk geweest. Het waren daarenboven briljante schrijvers die hun filosofische ideeën ook nog eens in bevattelijke romans goten. Zo kun je het denkwerk van Jean-Paul Sartre leren kennen via zijn fenomenologisch monster Het zijn en het niet (1943), maar wie het existentialisme aan de lijve wil ondervinden, grijpt best terug naar zijn roman De walging (1938). Daarin worstelt de vereenzaamde intellectueel Antoine Roquentin met zijn manuscript over een 18e-eeuwse aristocraat, maar bovenal met de wereld, en haar onverbiddelijke volheid. De dingen, of het nu een strandkei betreft of zijn mededorpsbewoners, zijn ondoordringbaar en vervullen hem met een wee kotsgevoel. Vrolijk is anders, maar Sartre lezen, vooral in Parijs, staat nog altijd chic.
Michel Houellebecq – Platform
In zekere zin de opvolger van Sartre, Camus en De Sade, niet toevallig auteurs die de vrijheid (van meningsuiting) hoog in het vaandel voerden en zich tegelijk bewust waren van de tol die dergelijk onafhankelijkheidsstreven met zich meebrengt. Michel Houellebecq wordt, als wolf in zwarte schapenvacht, vaak verguisd – na elke publicatie wordt hij openlijk aan de schandpaal genageld, de ene keer door feministen, de andere keer door moslims – maar wie zijn werk leest kan niet om zijn relevantie heen. In Platform (2001) onderzoekt het enfant terrible de mogelijkheden om seks te vermarkten. Zijn hoofdpersonage, dat louter toevallig Michel heet, ontmoet in een Thaise seksclub de libertijnse Valérie en samen komen ze op het idee om sekstoerisme professioneel aan te pakken: denk Center Parcs, maar dan gericht op alle mogelijke lichaamsopeningen. Het project loopt bloederig af, maar Houellebecq onderhoudt u ondertussen over de valse consumptiemaatschappij, onze door reisbureaus aangeprate vakantiedrang en het belang van goeie reisseks. Wat had u nog meer gewenst aan de rand van het zwembad van uw luxeresort?
Georges Perec – Een slaper Het eeuwige vakantiedilemma: doe ik het rustig aan op reis, of probeer ik er net zo veel mogelijk uit te puren. Tot ’s middags in bed blijven liggen of rondtrekken, luieren aan het strand of bezienswaardigheden turven, ontspanning of cultuur? Met Een slaper (1967) van de Franse experimentele schrijver Georges Perec in uw handen doet u beide. In plaats van zelf uit te slapen doet het naamloze jij-personage dat voor u. Om onduidelijke redenen besluit een jonge student van zijn bedstee zijn woonst te maken – en veel meer omvat de roman niet. Toch wordt het nooit slaapverwekkend, dankzij Perecs slimme literaire technieken en verslavende stijl. Een dun boekje ook, dit in contrast met zijn magnus opus Het leven, een gebruiksaanwijzing (1978), dus zelfs voor de gestresseerde vakantieganger haalbaar. En vertelt Perec met zijn hardnekkige luiaard al iets over de nakende ontgoocheling die de soixant-huitards te wachten stond? Topliteratuur in een notendop – u leest het maar terwijl u aanschuift bij de péages.
Philippe Claudel – Grijze zielen
Als u op uw welverdiende vakantie ook wel eens een ouderwets spannend boek wilt lezen zonder daarvoor uw toevlucht te zoeken tot de dertien-in-een-dozijnthriller of – erger nog – een ‘literaire’ thriller, kunt u met een gerust gemoed bij Phillippe Claudel terecht. Claudel, ook wel bekend als cineast van het bekroonde Il y a longtemps que je t’aime (2008), schreef met Grijze zielen (2005) het perfecte moordmysterie voor meerwaardezoekers. Speelt zich ook af in Noord-Frankrijk, ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Een politieman probeert, jaren na de feiten, de moord op het tienjarige meisje Belle de Jour op te lossen en schetst daarbij een subtiel beeld van de mensheid. Claudel schrijft behaaglijk en beschikt over een goedig wereldbeeld – vaak voel je de bombastische treurviolen onder zijn tekst aanzwellen – maar steekt voldoende weerhaken in zijn romans om de Canvas-liefhebber over de streep te trekken. En wie wil weten hoe het is om als vreemdeling in een dorp aan te komen – toch hét symbool van toerisme – pakt er Claudels Verslag van Brodeck (2007) gewoon bij.
Roderik Six
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier