‘Wild thing’: Philip Norman schreef een nieuwe Jimi Hendrix-biografie, over de Cubaan van Mars
Op 18 september is Jimi Hendrix vijftig jaar dood. Een nieuwe biografie sprokkelt oude feiten over zijn leven en bizarre theorieën over zijn heengaan.
Dat Jimi Hendrix geen watje was op de gitaar moeten wij u niet meer vertellen. Maar wist u dat hij graag andermans afwas deed en zijn blouses met ruches zelf streek? Dat hij – een onuitputtelijke bedatleet, zo wil de overlevering – tussen de lakens ook Risk en Scrabble bedreef? Of dat hij een ‘griezelig nauwkeurige’ imitatie van Bill Cosby machtig was, en schoenen maat 46 droeg?
Centrale zin: In de decennia daarop zou Jimi’s dood telkens opnieuw onder de loep genomen worden, met evenveel variaties en improvisaties als een van zijn gitaarsolo’s.
Goed, Wild Thing rijgt alle al dan niet bekende faits divers over de majesteitelijkste aller rockmuzikanten op lezenswaardige wijze aaneen. Jimi Hendrix leefde slechts zevenentwintig jaar en velen die hem hebben gekend, ademen ook al lang niet meer. Je voelt hoe schrijver Philip Norman (die twee jaar geleden imponeerde met een diepgravende karaktertekening van Eric Clapton) zich hier veelal beperkt tot bekwaam herkauwen.
Pas wanneer Norman bij het nooit helemaal uitgeklaarde overlijden van zijn onderwerp verzeilt, recht hij de rug. Officieel stierf Hendrix in een souterrain in Notting Hill, gestikt in zijn braaksel na een overdosis slaappillen. Met genoegen spuit Norman dikke rook. Was Hendrix’ toenmalige Duitse vriendin, die haar verklaringen veertien keer wijzigde, nalatig? Kan het zelfmoord van een gekwelde ster zijn geweest? Een liquidatie door de New Yorkse maffia, door Hendrix’ sinistere manager of – toe maar – de CIA? Norman schippert tussen plausibele argumenten à charge en gekheid op een stokje.
Nu de notie Black Lives Matter finaal uit de fles ontsnapt lijkt, had de auteur beter meer context aangereikt bij een interessante discrepantie. Hendrix floreerde als zwarte megaster in een witte rockwereld, net toen de Afro-Amerikaanse burgerrechtenbeweging, na de moord op Martin Luther King, afboog naar het radicalere verzet van Black Power. Die beweging eiste van Hendrix solidariteit, hoewel hij een witte vriendin had en ook Noel Redding en Mitch Mitchell, medespelers in zijn groep Experience, een voor de Black Panthers foute huidskleur hadden. Maar Hendrix deed niet aan ideologie.
Anderzijds liet hij het openlijke racisme dat in de sixties nog overal tot de mores behoorde ogenschijnlijk van zich af glijden. In zijn biografie ‘Scuse Me While I Kiss the Sky (1978) beweerde David Henderson dat zelfs Redding en Mitchell vaak in aangebrande termen naar hun baas verwezen. Uit Wild Thing leren we dan weer dat een Zweedse krant Hendrix ooit kenschetste als ‘een kruising tussen een zwabber en een Australische bosneger’. Toen de muskiet in kwestie wilde weten of de Amerikaan zichzelf als zwart of wit zag, riposteerde die joviaal: ‘Ik ben een Cubaan, man. Ik kom van Mars.’
Wild Thing – De biografie van Jimi Hendrix
Philip Norman, Thomas Rap, 416 blz., 24,99 euro.
Philip Norman
De Britse journalist en schrijver Philip Norman (°1943) is een grijze eminentie onder de rockbiografen dankzij degelijke levensverhalen van Elton John, John Lennon, Mick Jagger, Paul McCartney en Eric Clapton. Zelf zegt hij: ‘Het is twijfelachtig of ik een even groot publiek zou hebben bereikt – of even hoge voorschotten van uitgeverijen zou hebben gekregen – als ik mijn ambitie om romanschrijver te worden had doorgezet.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier