Jonas Boel
‘Ook bij ons begint de tijd te rijpen voor een schoolboekenhetze’
In de VS is een bitsige schoolboekenstrijd los gebarsten, en worden schrijvers een politiek thema. Ook bij ons nemen politici als Tom Van Grieken scholen in het vizier, schrijft Knack Focus-redacteur Jonas Boel.
Boeken verbranden bij 451° Fahrenheit (ofwel 232.7° Celsius) weet iedere cinefiel, sinds François Truffaut in 1966 de gelijknamige roman van Ray Bradbury verfilmde. In zijn dystopie schetst de auteur een toekomstige maatschappij (gesitueerd in het jaar 2049) waar boeken bij wet verboden zijn. Door de staat uitgestuurde ‘brandmannen’ moeten er op toezien dat bestaande exemplaren worden geconfisqueerd en in vlammen opgaan.
Bradbury publiceerde 451° Fahrenheit precies twintig jaar na de beruchte boekverbrandingen in nazi-Duitsland, nog steeds het bekendste voorbeeld van wijdverspreide anti-boekenhysterie in onze moderne, Westerse geschiedenis. Nu is culturele (staats)censuur van alle tijden, en in totalitaire regimes als China zelfs schering en inslag, maar vooral in de VS is de boekenban de laatste tijd opnieuw brandend – ha! – actueel geworden.
De lucifers blijven voorlopig op zak, maar over de hele VS hebben ‘bezorgde ouders’ uit radicaal rechtse en ultraconservatieve hoek nieuw terrein gevonden om hun cultuuroorlogjes uit te vechten: de schoolbibliotheek. Via schoolraden en openbare hoorzittingen proberen die mama’s en papa’s boeken te verbieden die indruisen tegen hun ‘normen en waarden’. Versta: elk boek met aandacht voor racisme of andere vormen van discriminatie, seksualiteit, LGBTQ, of druggebruik moeten uit het publieke curriculum.
Het is een cultuurstrijd die grotendeels onder de radar blijft, omdat ze op vaak op klein terrein wordt gevoerd, in de steden en lokale gemeenschappen van staten als Texas, Florida, en Utah. Maar soms bereikt de opflakkerende boekenkoorts ook het Amerikaanse staatsniveau. In de strijd om het gouverneurschap van Virginia nam Republikeins uitdager Glenn Youngkin zijn Democratische rivaal Terry McAuliffe onder vuur, omdat die zijn veto had gesteld tegen een wetvoorstel dat het voor ouders mogelijk zou maken om te voorkomen dat kinderen op school ‘expliciet’ leesmateriaal voorgeschoteld krijgen.
‘Ik vind niet dat het aan ouders is om scholen te vertellen wat ze moeten aanleren’, zei McAuliffe in een debat, en die uitspraak werd door zijn tegenstrever op televisie breed uitgesmeerd in verkiezingsspotjes. Hij voerde daarin een vrouw op die niet wil dat haar zoon van de middelbare school Beloved van de Afro-Amerikaanse auteur en Nobelprijswinnares Toni Morrison moet lezen. Morrison won in 1988 de Pulitzerprijs voor Beloved, een roman over de fysieke en psychologische tol van slavernij. Racisme, seks, geweld: doornen in het oog van de conservatieve, Republikeinse achterban.
De heisa die tijdens de verkiezingscampagne ontstond over Beloved had een averechts effect. Plots stond het boek, meer dan drie decennia na de originele verschijningsdatum, opnieuw in het lijstje bestsellers van Amazon. Censuurridders hebben blijkbaar nog altijd moeite met het concept van de verboden vrucht. En volstond het vroeger om een publicatie te bannen uit de boekhandel of de bibliotheek, dan ben je nu enkele klikken verwijderd van om het even welke spraakmakende titel.
Die hele boekenhetze – er circuleren in Republikeinse middens zwarte lijsten met honderden titels – is dan ook veel meer dan enkel een kwestie van onschuldige kinderzieltjes te beschermen tegen verdorven schrijversgeesten. Het past in de strategie van provocatie en intimidatie waarmee rechtse politici en activisten het wij-tegen-zij-gevoel willen aanwakkeren.
Glenn Youngkin’s strategie om de boekenkwestie tot een verkiezingsthema uit te vergroten heeft gewerkt. Hij kon zich opwerpen als verdediger van de vrije keuze, en is nu de gouverneur die er in de toekomst voor zal zorgen dat níemand anders dan mama of papa zich bemoeid met de opvoeding en ontwikkeling van uw kind (en al zeker niet wanneer u niet het budget voor privéonderwijs hebt). Want ‘zij’, dat zijn die dolle woke-pipo’s, al die radicalen die het gemunt hebben op uw teergeliefde normen en waarden.
Ook bij ons begint de tijd te rijpen voor een schoolboekenhetze.
‘De universiteiten moeten terug een baken van rationaliteit, wetenschappelijkheid en openheid worden in plaats van kazernes van waaruit ze een cultuuroorlog voeren tegen onze manier van leven’, zoals Tom Van Grieken schreef, vorige week op Facebook. ‘Stop linkse taal in ons klaslokaal’, heette het filmpje waarmee de Vlaams Belang-voorzitter begin september beloofde op een dag ‘af te rekenen’ met ‘linkse’ leerkrachten. Ook bij ons begint de tijd te rijpen voor schoolboekenhetzes, een grote schoonmaak (‘säuberung’ noemden de nazi’s hun boekverbrandingen) van ongewenste literatuur in de klaslokalen.
Van Griekens radicaal rechtste zielsgenoot Thierry Baudet neemt alvast de Nederlandse scholen in het vizier. Hij wil met zijn partij Forum voor Democratie zijn eigen basisscholen oprichten, een eigen ‘zuil’ creëren. De leerstof daar moet dan ‘van ouderwets goede kwaliteit’ zijn, volgens een woordvoerder. ‘Conservatief, niet zo woke’. Benieuwd welk boeken ze van plan zijn in hun curriculum op te nemen. Bekroond schrijver en dichter Marieke Lucas Rijneveld kan vast niet door de beugel, met die rare voornaamwoorden van hem.
Wie leest ontsnapt even aan de waan van de dag, en dat vinden demagogen niet zo leuk. Dat kunnen ze de aandacht niet afleiden met een nieuw hoofdoekengeval of een vermeende pedofiel. Wie in een boek duikt zet daarmee de vensters van zijn geest open voor nieuwe perspectieven, nieuwe indrukken. Lezen maakt je empathisch voor andere levens- of denkwijzen, voor onbekende werelden. Dingen die bepaalde politici liever niet zien gebeuren. Want hoe kleiner je wereld, hoe groter de angst, en hoe gemakkelijker de manipulatie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier