Ondanks het gebrek aan persoonlijke invalshoek blijf Maja Wolny’s ‘De Trein Naar Tibet’ boeien

4 / 5
© Getty

Maja Wolny, Manteau

De trein naar Tibet

Oorspronkelijke titel: Pociag do Tybetu, 240 blz, 22,00 euro

4 / 5
Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

De Poolse reisschrijfster Maja Wolny neemt je mee naar het dak van de wereld en komt terug met een knapzak vol boeiende verhalen.

Ulaanbaatar, Irkoetsk, Novosibirsk, Lanzhou… Tenzij je Tom Waes heet, zijn dat niet de bestemmingen die de gemiddelde westerling aanvinkt bij het reisbureau. De Poolse Maja Wolny daarentegen voelt er zich al jaren toe aangetrokken. Wolny heeft tegelijk last van heimwee en fernwee: ze woonde meer dan tien jaar aan de Vlaamse kust, stichtte hier een gezin, maar besloot dan terug te keren naar het Poolse moederland. Tot verbijstering van haar vrienden: waarom het veilige België achterlaten om in een stadje te gaan wonen dat amper 150 kilometer van de Oekraïense grens ligt? Wolny moet het antwoord schuldig blijven. Evenmin kan ze verklaren waarom ze in haar eentje een trein richting Tibet wil nemen. Ongedurigheid? Reislust? Ouderwetse nieuwsgierigheid naar vreemde culturen?

Centrale zinnen: Misschien is dat de essentie van reizen: het opzettelijk uitstellen van het bereiken van de bestemming, het maken van steeds grotere cirkels en de eeuwige terugkeer naar dezelfde rivier.

Waarom niet eigenlijk? En dus stapt Wolny op de trein met als eindbestemming het dak van de wereld, het magische bergland waar jaks over hooggelegen rotssteppes dwalen, alpinisten zichzelf tot het uiterste testen en volgelingen van de dalai lama verlichting zoeken. Wolny is niet helemaal alleen in haar coupé. Op haar e-reader staan de reisboeken van Alexandra David-Néel (1868-1969), een Belgische operazangeres, spiritiste en feministe die in haar leven meerdere ontdekkingsreizen maakte en in de ban van het boeddhisme raakte. Niet vanzelfsprekend in een tijd waar vrouwen niet eens over stemrecht beschikten en de wereld van de ene in de andere oorlog sukkelde.

In het kielzog van David-Néel voert Wolny je mee over de Oeral, naar Beijing, om te eindigen aan de voet van de Mount Everest. Overal sprokkelt ze boeiende verhalen die ze netjes met haar feitenkennis verweeft. En ze laat je voelen wat het betekent om over de hoogste spoorlijn ter wereld te treinen. Dat blijkt niet zonder gevaar. Vijf kilometer boven de zeespiegel valt ze ten prooi aan hoogteziekte en moet ze een zuurstofmasker opzetten, en eenmaal in het geannexeerde Tibet wordt ze het doelwit van het Chinese veiligheidsapparaat. Dwars tegen alle raadgevingen in wil ze haar gids de verboden film Seven Years in Tibet laten zien, maar die blijkt vakkundig van haar tablet gewist – president Xi is alziend en meedogenloos.

© National

De trein naar Tibet bewandelt het traditionele pad van de reisliteratuur. Misschien had Wolny iets beter naar de goede raad van wijlen haar Poolse collega en (vaak genoemd als Nobelprijskandidaat) Ryszard Kapuscinski moeten luisteren – ‘Schrijf aandachtig en met gevoel’ – , maar ondanks het gebrek aan een persoonlijke invalshoek blijf je geboeid meereizen. Of dit boek je zal overtuigen om een weekendje Center Parcs in te ruilen voor een tripje trans-Siberische sporen, is dan weer een andere vraag.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content