Joachim Meyerhoff zet zijn beroerte om in een vrolijke ode aan optimisme met ‘Hamsters in je hersenen’
Joachim Meyerhoff, Signatuur
Hamsters in je hersenen
Oorspronkelijke titel: Hamster im hinteren Stromgebiet, 318 blz, 24,99 euro
Terwijl het bliksemt in zijn brein, probeert Joachim Meyerhoff de meubels van zijn geheugen te redden. Of hoe humor als bloedverdunner kan werken.
Een paar bloedcellen die gezellig samenklitten. Meer is er niet nodig om het leven van de Duitse acteur en bestsellerschrijver Joachim Meyerhoff op zijn kop te zetten. Het ene moment zit hij samen met zijn dochter te zwoegen op een werkstuk over bipolariteit, het volgende zwalpt de kamer om hem heen: ‘In de wanden van de keuken begonnen fijne deeltjes te trillen, bibberige eencelligen van licht deelden en vermenigvuldigden zich en krioelden door elkaar als micro-organismen onder een microscoop. De oppervlakken werden onscherp en zachte golven klotsten door de muren.’
Omdat de linkerhelft van zijn lichaam in een slappe brij verandert, beseft Meyerhoff dat hij een beroerte aan het krijgen is, en dankzij overheidscampagnes – ‘tijd is brein’, zo prijkt op de affiches – weet hij dat hij dringend naar het ziekenhuis moet. Zijn alerte dochter belt een ambulance en een uur later ligt hij op een stroke unit naar de wemelende wereld te kijken. Doodsbang is hij. Als zijn linkerzijde niet herstelt, kan hij zijn toneelcarrière op zijn buik schrijven – als dat al lukt, want zijn kortsluitende brein heeft nu al moeite met woorden. Terwijl artsen en verpleegkundigen hem volplakken met sensoren, begint hij op zijn ziekenbed aan breingymnastiek: vastberaden vecht hij tegen de slaap en herbeleeft hij oude herinneringen in de hoop zijn hersencellen fit te houden.
Centrale zin: ‘Zijn pens was zo dik dat die lillend om de onderste helft van het stuurwiel zat geplooid en bijna had verzwolgen; een stuur in een jas van spek als het ware.’
Zelfs in deze penibele toestand blijkt Meyerhoff een begenadigd verteller. Zijn autobiografische romans zijn ontstaan als podiumteksten en dat voel je als lezer. Zijn vaak hilarische anekdotes zijn mooi gestileerde monologen, voorzien van grappige en ontroerende pointes. Daarbij spaart hij zichzelf niet. Verhalen over zijn pijnlijke echtscheiding, over de dood van zijn broer, over zijn jeugd in een psychiatrische instelling waar hij, voor alle duidelijkheid, als zoon van de hoofdarts in de directeurswoning opgroeide.
Zelfs aan de meest tragische episodes weet Meyerhoff een humoristisch tintje te geven, zelfspot is hem niet vreemd en vaak moet je hardop lachen met zijn doldwaze avonturen. Maar ook in het banale ontdekt hij schoonheid: zijn dochter die hem probeert in te wijden in de slijmrage, een verpleegkundige die hem inzeept, een wetenschappelijk feitje over wilde hamsters – altijd delft hij een levensparel op die je even doet stilstaan bij de verdoken pracht van de wereld. Hartversterkend, deze vrolijke ode aan het optimisme.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier