Jaaroverzicht van de Vlaamse misdaadliteratuur
Naar aanleiding van de Hercule Poirotprijs: een jaaroverzicht van de Vlaamse misdaadliteratuur.
Een paar jaar geleden veroorzaakte het thrillergenre een heuse dijkbreuk: het overspoelde vrijwel alle genres. Geschiedkundig verhaal, roman noir, true crime, erotica, avontuur, psychologische roman, volksvertelling, politiek drama, Bildungsroman, zelfs het filosofisch traktaat moest eraan geloven. De voorbije jaren tonen aan dat spanning het zout op de bodem is gebleven. Maar hoge duintoppen komen in het overstroomde gebied zelden voor.
Het betekent dat de oogst van anderhalf jaar (zowat 75 thrillers) vooral de opgestuwde middelmaat losweekt. Er zijn de nukkige, klassieke blijvers (Pieter Aspe op eenzame hoogte, Luk Deflo, Patrick De Bruyn, Roger Schoemans, Stan Lauryssens, Bavo D’Hooghe, die net van uitgever is gewisseld, en de veilige Manteaustal verlaat voor Houtekiet). Er is vooral een pleïade van middenmoters, die soms hartverwarmende uitschieters vertonen: Bram Dehouck, die nu al voor de tweede keer met het klevende Een Zomer zonder Slaap de Gouden Strop kreeg in Nederland; Bart Debbaut; Guido Eekhaut, die merkwaardig genoeg sterkere thrillers aflevert onder zijn alter ego Nellie Mandel; Tony Coppers; Jos Pierreux.
Maar laten we eerlijk zijn: het merendeel blijft draf. De globale spoeling blijft dun, het is bijzonder moeilijk een eigen herkenbaarheid te kreëren die beklijft zoals in de Schotse of Skandinavische thriller. Misschien heeft dat te maken met het hoge heimatgehalte dat zich vertaalt in nadrukkelijkheid en geforceerde identificeerbaarheid. Een gelukkige uitzondering blijft de even bescheiden als cynische Roger Schoemans, met Amulet en Erfenis. Misschien heeft het te maken met stilistische onkunde, die echt hilarisch wordt wanneer Vlaamse thrillerschrijvers zich aan de sponde begeven. Geen verneukter scènes dan in de onbedaarlijk dildoëske chickliterotika van pakweg Anja Feliers (Verleid me; Laat me Los; Hou van mij) of Belinda Aebi (Het Containermeisje) of Bogaerts (Pervers; Femmes Fatales) of Isabelle Dams (De Ontboezeming). De ijver waarmee houterige gêne wordt omgezet in overbodige passages doen de lezer verstijven. Van schrik of weerzin of lachwekkendheid of kolder. Boudoirliteratuur moet je van Aebi, Feliers, De Coninck, Geelen, Bauweleers cs niet verwachten, hooguit krampachtige coitus interruptusliteratuur.
Groeit er dan geen nieuw kruid op de bulten die bij laag water uitsteken en opdrogen ? Toch wel. Ik noem er vier: de opmars van blood and gore; de inruil van true crime voor geromantiseerde misdaadzaken; de goed ingeburgerde voorstadroman; en de randthriller.
De B-filmtechnieken die nieuwkomers hanteren, waarbij het bloed en de hersenen van de muren druipen, sadisme een andere naam is voor onaangepast maatschappelijk gedrag, en exotiek het schaamlapje voor perversies, dringen zich nadrukkelijk op bij jongeren als Lieven De Letter (Nostalgie), Ignace Dermaux (het tweeluik Coeur de Boeuf en De Nabucco Moorden) of Depaepe & Depuydt (Mensenvlees). Ik hou daar wel van. Die ongeremde, onbevangen overspanning drijft het ritme danig op, en sluit aan bij een traditie van gewelddadige papier mâché filmtradities als die van Troma, Russ Meyer of Roger Corman. Ere wie ere toekomt, het was Stan Lauryssens die op kundige wijze de technieken introduceerde.
De echte misdaadverslaggeving is op de terugweg, maar in de plaats komen er vaak van tv-series afgeleide verhalen of scenario’s, zoals de Witse en Code 37 (Tillie Vicent) boeken. Een auteur als Koen Vermeiren heeft zich daar in bekwaamd (hij schreef onder meer voor Hof van Assisen, de wat blekere opvolger van Beschuldigde sta op bij VRT), om ambitieuzere thrillers waar te maken (Dode Hoek). Niet toevallig grijpt de Poirotwinnaar van 2012, Louis Van Dievel, de overwoekerende (en ongezonde) interesse voor de besmuikte coulissen van de volksjury en het gerechtelijk apparaat aan om echt Boschiaanse portretten neer te zetten van de neg der samenleving – goor uit de goot. Raar is dan weer dat de militant lesbische en vrijzinnige advokate Marthe Maeren na vier legal thrillers de rechtszaal laat voor wat ze is, en voor het eerst een Dan Brown mysterie uitwerkt over de vermeende pausin Johanna. Een historische renouveau misschien, die ook bij Mieke De Loof aanslaat.
Een drager van de Vlaamse misdaadliteratuur blijft de kleinsteedse roman, die het dorp verdringt. Jo Claes en Guido Eekhaut (Leuven), Schoemans (Haspengouw), Jos Pierreux en Piet Baete (Knokke), Peter Geelen, Stefaan Van Laere en Hubert Van Lier (Antwerpen), ze brengen allen een soort burgerlijke bekrompenheid en fermette- of loft-kultuur voor het voetlicht, die een aanzet kan vormen tot een eigen smoel voor de Vlaamse thriller. Al is de internationale verleiding, het grootscheepse komplot, naar het voorbeeld van Bob Mendes’ faction thrillers’, natuurlijk verleidelijk om in te bouwen (Geelen, Sonnst, Sluszny & Van Loock, Baudewijns, die echt verrast met een getrimde, zwarte parabel over zijn eigen achtergrond als begrafenisondernemer in De Lijkenpikker).
Ten slotte is er de randthriller, die balanceert op literaire ambities, sfeerschepping en een ontknoping die ontleend is aan de misdaadroman. Het meest overtuigend past Patrick Conrad dat procédé toe. Na zijn L-trilogie, ligt nu de roman noir voor, De Geur van de Maan. Sinds Eduard Veterman & Jan Van Ees, De Hoornen van de Maan (1924), is er in het Nederlandstalig gebied geen dekadenter en toch wanstaltig aantrekkelijker roman geschreven, die het misdaadgenre tot echte kunst verheft. De mengeling van fin de siècle spleen en onbarmhartige roekeloosheid verheffen moord tot een onvermijdelijke strafexpeditie tegen verloedering en stijlloosheid. Hopelijk wordt die methode niet toegepast op de thrillerproduktie zelf, er zouden minder titels overblijven dan voor de Debuutprijs 2012. En dat waren er veertien.
Een laatste opsteker: de dijkbreuk heeft ook alle uitgeverijen aangetast. Ik zie met plezier dat naast Manteau, Houtekiet, Kramat (dat weer skoorde met de Schaduwprijs voor De Ziener van Kevin Valgaeren) en Van Halewyck , ook andere uitgeverijen broos helmgras laten groeien: Lannoo, met de verrassende Fred Van den Bergh; Witsand; De Bezige Bij; De Geus; De Arbeiderspers; en Vrijdag, dat met de bekroning van Louis Van Dievel misschien de kans ziet om het spannende verhaal ruimere armslag te geven.
Lukas De Vos
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier