In ‘Stakker’ wisselt Matias Faldbakken met verbazend gemak tussen fabel en rechtbankdrama

4,1 / 5
© Belga

Matias Faldbakken, Uitgeverij Oevers

Stakker

Oorspronkelijke titel: Stakkar, 214 blz, 21,00 euro

4,1 / 5
Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

Matias Faldbakken verkruimelt een paar sprookjes en kneedt de restjes tot een horrorfabel.

Het is een simpel ­leven maar een goed leven, hier op het Noorse platteland. Elke dag ­wandelt de negentienjarige ­Oskar naar de akkers waar hij naarstig werkt. ’s Avonds keert hij voor een verkwikkende maaltijd terug naar de boerderij van zijn weldoener Olav Blum. Naast kost en inwoon krijgt hij op het einde van de week ook nog wat zakgeld. Blum is een barmhartig man: hij heeft Oskar als pleegkind in zijn gezin opgenomen en tewerkgesteld als knecht. Oskar werd voordien verwaarloosd, maar daar hoeven we het verder niet over te hebben. Trauma’s ­oprakelen helpt niemand vooruit.

Het leven gaat zijn ­gangetje. Tot Oskar op zijn ­dagelijkse ­wandeling iets opmerkt in het bos. Een ritseling, een raar geluid in de struiken, en dan ziet hij in een flits een – ja, wat eigenlijk? Een mensaap? Een trol? Een dier met handen?


Een hoofdstuk en een valstrik ­later heeft Oskar een verwilderd kind gevangen. Het smerige ­mormel zorgt voor beroering op de ­boerderij. ­Meneer en mevrouw Blum, hun twee tienerdochters, de stok­oude knecht Annar en huishoudster ­Agnes ­vergapen zich aan het boskind. ­Tussen rafelige lappen die ­kledij moeten voorstellen, vinden ze een brief, maar die maakt niemand ­wijzer. De letters zijn verwaterd, het papier lijkt wel een rorschachtest.


Een bad en nog een hoofdstuk ­later komt een dwergachtig meisje van­onder het vuil tevoorschijn. Olav wrijft over zijn hart en besluit de ­vondeling te houden. Het blijkt een slim kind te zijn, dat snel leert en uitgroeit tot een ­jonge vrouw. Alleen spreken doet ze niet graag. Wel is ze aan Oskar gehecht, een beetje te veel zelfs. Eenmaal haar ­hormonen op volle toeren draaien, stort ze zich wellustig op Oskars gewillige lijf. Dat soort ontucht is niet naar de zin van boer Olav en Oskar slaat samen met zijn bosnimf op de vlucht. Misschien ­kunnen ze in Oslo een nieuw leven opbouwen? De grootstad is toch de plek waar vreemde vogels welkom zijn?


Wie het bizarre oeuvre van de Noorse cultauteur en beeldend ­kunstenaar Matias Faldbakken een beetje kent, weet dat dat liefdes­sprookje zal ontaarden in een horrorfabel. Faldbakken ­maakte in ons taalgebied al indruk met Wij zijn met vijf (2019, vertaald in 2021), een ­verknipte familie­roman waarin een golem de hoofdrol speelt. In Stakker dolt hij met Hans en Grietje en het verhaal van Kaspar Hauser, de ­mysterieuze vondeling die in 1826 het Duitse stadje Neurenberg in rep en roer zette.


Schijnbaar moeiteloos lokt Faldbakken je ook hier mee in zijn ontwrichtende universum. Met ­verbazend gemak wisselt hij van ­genre – van fabel tot rechtbank­drama in amper 200 pagina’s – en haalt hij aller­lei literaire trucjes uit die je spontaan doen gniffelen. Schrijf­plezier dat leesplezier oplevert, zo eenvoudig kan het soms zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content