‘April in Spanje’ van John Banville lijkt wel een luie parodie op het thrillergenre

Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

Nobelprijskandidaat John Banville stuurt zijn speurneus Quirke naar Spanje om een oude moordzaak op te lossen. Tot verveling van de lezer. Tijd voor een nieuw hobbyproject?

De meeste mensen zouden blij zijn met een paar weken vakantie in het Baskenland, maar voor de Ierse anatoom-patholoog Quirke hoeft al dat gelanterfanter niet. De zon is te fel, de obers zijn bot, hij begrijpt geen snars van dat Baskische gebrabbel, je kunt er nergens een deftige whiskey bestellen en die tapas, tja, dat is toch maar een truc om toeristen dure, minuscule hapjes te verpatsen.

Het was zijn vrouw Evelyn die met het idee op de proppen kwam, en hoe kan hij Evelyn iets weigeren? Hij adoreert haar, deze mysterieuze vrouw die al zijn nukken met een kwinkslag verdraagt. Ze hebben een stilzwijgend pact gesloten: Quirke vraagt niet naar haar traumatische verleden – de helft van haar Joodse familie is in de Duitse kampen gebleven – en zij klaagt op haar beurt niet over zijn drankgebruik en norse buien. Evelyn kan zich wel eens druk maken over de wandaden van Franco maar Quirke besteedt weinig aandacht aan het politiek tumult – het zijn de jaren vijftig en overal in Europa woeden brandjes, dat hoef je hem als Ier niet te vertellen.

'April in Spanje' van John Banville lijkt wel een luie parodie op het thrillergenre

Toch komt de wereldpolitiek bij hem op het terras zitten. Tijdens het nuttigen van het zoveelste wit wijntje meent hij iets verderop een vrouw te herkennen, een oude vriendin van zijn dochter Phoebe die hij jaren geleden ooit eens in een dronken bui in een bar heeft gekruist. Het enige probleem: dat meisje hoort dood te zijn, vermoord door haar broer, die daarna zelfmoord pleegde. Was zij niet het nichtje van een Ierse minister? Op zich kan het: het lijk is nooit teruggevonden.

Toch eens Phoebe bellen, denkt Quirke, en na dat telefoontje gaat zijn dochter in Dublin langs bij de politie in de hoop het oude moordonderzoek nieuw leven in te blazen. Daarmee maakt Phoebe ongewild een roedel slapende honden wakker, en in een mum van tijd wordt San Sebastián het schouwtoneel van achtervolgingen, moordpogingen en politieke complotten.

Acht thrillers – lang onder het pseudoniem Benjamin Black – heeft de Ierse schrijver John Banville ondertussen gewijd aan speurneus Quirke. Aanvankelijk kon je die nog lezen als een ode aan Simenon, maar ondertussen zit er sleet op zijn hobbyproject. April in Spanje lijkt wel een luie parodie op het genre. Banville smeert de clichés als dikke lagen tapenade over de pagina’s. Vrouwen zijn ofwel hoeren of deernen, alle politici zijn corrupte bullebakken en elke flik heeft een gleufhoed in de ene en een glas whiskey in de andere hand.

Banville doet ook geen moeite om een ingewikkelde plot te verzinnen – wie een beetje oplet, kan het einde al na vijf hoofdstukken voorspellen – en ratelt de bladzijden dan maar vol met omstandige beschrijvingen. Hoog tijd voor nog één laatste Quirke-verhaal, eentje waarin Banville zijn held gracieus ten grave draagt.

April in Spanje

John Banville, Querido (oorspronkelijke titel: April in Spain), 360 blz., 23,99 euro.

John Banville

John Banville (°1945) wordt al jaren als potentiële Nobelprijswinnaar genoemd. In 2019 leek het zover: hij kreeg een verlossend telefoontje van de Zweedse Academie. Dat bleek afkomstig van een flauwe grappenmaker. Banville liet het niet aan zijn hart komen en kan zich troosten met talrijke internationale prijzen voor zijn gevarieerde literaire oeuvre.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content