ZOMERGASTEN

Zondag 22/7, 20.15 – Ned2

Het nieuws dat Jan Leyers dit jaar VPRO’s Zomergasten presenteert, zorgde haast voor een collectieve eisprong bij vrouwelijk Nederland. Maar de aaibaarste intellectueel van Boechout blijft er, ook aan de vooravond van dit 25e seizoen van het Nederlandse tv-monument, kalm bij.

‘Mijn voornaamste beslommeringen zijn vooralsnog van praktische aard: zo moet ik toch eens dringend hemdjes gaan passen, zodat ik niet door een funky motiefje begin te sizzlen op de Nederlandse tv’, lacht Leyers de hooggespannen verwachtingen van zich af. ‘Ik voel geen druk. Er zit geen gigantische machinerie achter Zomergasten. Integendeel, het gaat er net heel relaxed en menselijk toe: we spreken eens af in Antwerpen, dan weer Amsterdam. Het is niet zo dat ik mij elke dag moet aanmelden bij de grote poort van de VPRO.’

Je eerste gast is Henny Vrienten. Dacht jij toen Vrienten begin jaren tachtig, ten tijde van Doe Maar, als een blonde god werd aanbeden: hm, dat lijkt me wel een goeie job?

JAN LEYERS: Goh, mijn smaak was destijds eerder Angelsaksisch: The Police, Elvis Costello, Talking Heads… Er zijn wel gelijkenissen met Henny. Toen wij eind jaren tachtig doorbraken met Soulsister waren wij al dertigers, zoals hij tijdens de hoogdagen van Doe Maar. Dan kijk je wel anders aan tegen zo’n succes. Net als ik heeft Henny trouwens schoolgelopen binnen de muren van een klooster. Allebei zijn we daar onbeschadigd buitengekomen, maar we hebben er wel allebei een fascinatie voor een dergelijk monnikenbestaan aan overgehouden. Daar gaan we het zeker over hebben.

Afsluiten doe je met Adriaan van Dis, die van 1999 tot 2002 Zomergasten presenteerde en als gastheer nog altijd de referentie is. Al verzekert hij dat hij als warme was in je handen zal zijn.

LEYERS:(lacht) Een bemoedigende en tegelijkertijd verontrustende gedachte. De cirkel is wel mooi rond door het 25e seizoen af te sluiten met Van Dis. Ik kijk er vooral naar uit omdat praten met hem automatisch de sfeer van een Parijs’ salon uit de 18e eeuw oproept: leve de kunst van de conversatie.

Zijn er gasten waarbij er meer inlevingsvermogen van jouw kant vereist zal zijn? Zo is er de ’trendvoorspeller’ Lidewij Edelkoort.

LEYERS: Haar ga ik natuurlijk niet vragen of we komende winter grijs of groen zullen dragen. Wel wil ik het verhaal achter dat grijs of groen weten. Ik kan mij ongelooflijk ergeren aan trends. Neem nu die obsessie met safety en security. Er moet nog maar iets gebeuren of men roept om een speciale wet, een schuldige en meteen een veroordeling. Met mevrouw Edelkoort wil ik dan wel proberen te achterhalen waar dat vandaan komt.

Had je veel inspraak in de gastenlijst?

LEYERS: Ik kon uiteraard suggesties doen. Zo is cabaretier Micha Wertheim er zowat op mijn voorspraak gekomen. Ik heb hem ontdekt via YouTube en zou mezelf bijna een fan noemen. Al moet ik er wel op beginnen te letten dat ik dergelijke woorden op z’n Engels begin uit te spreken of de Nederlanders zullen me niet verstaan.

Ten tijde van Iets met boeken maakte men zich hier en daar wel eens vrolijk over jouw vernederlandste accent. Is gevraagd worden voor Zomergasten – beter kan haast niet – een zoete wraak?

LEYERS: Goh, ik sta zeker open voor kritiek, maar ik heb nooit gesnapt waar die grapjes over mijn accent vandaan kwamen. Ik kan zo acht Vlaamse presentatoren opsommen die daar veeleer voor in aanmerking komen. Wraak? Ach, Iets met boeken werd gemaakt door dezelfde mensen die al jaren Zomergasten maken, onder wie eerste presentator en eeuwige bezieler Peter van Ingen. Het feit dat zij mij opnieuw vragen, zal toch wel betekenen dat ik het er niet zo slecht heb afgebracht.

Zomergasten, dat is – beeldfragmenten inbegrepen – een gesprek dat drie uur duurt. Beraad je je er al over hoe je dat boeiend gaat houden? Af en toe een potje ruzie maken, zoals Wim T. Schippers en Freek de Jonge dat in de jaren negentig deden?

LEYERS: Daar heb ik nog niet te veel over nagedacht, omdat het volgens mij ook geen zin heeft om een grote strategie uit te dokteren. Die hou je dan acht minuten vol om vervolgens door de mand te vallen. En hoe moet je dan nog twee uur en drie kwartier verder? Ik denk ook niet dat de makers van Zomergasten van mij verwachten dat ik plots met een grote, nieuwe stijl op de proppen kom. Ik ga ervan uit dat ze mij gevraagd hebben om wat ze al van mij hebben gezien. Als ik dan plots ruzie begin te maken, gaan ze mij wellicht vreemd bekijken.

Krijg je veel goede raad?

LEYERS: Van alle kanten. Al zijn dat eigenlijk vooral fijne, bemoedigende schouderklopjes. Een vriend gaf me wel iets nuttigs mee: zorg ervoor dat je gasten ook een boeiende avond hebben.

Dat kan bij de vrouwen alvast niet mislopen. De bekendmaking van jouw naam zorgde bij vrouwelijk Nederland voor veel animo. Gaat het knetteren op het scherm?

LEYERS: Tja, wat kan ik daar nu op antwoorden? Ik vond het vooral prettig dat de reacties zo overwegend positief waren. Ik had mij wel wat aan de bedenking verwacht: hebben we daar nu ook al een Belg voor nodig? Maar dat bleef dus uit. Mag ik daaruit concluderen dat onze noorderburen wat dat betreft toch iets meer open-minded zijn?

Vraag het dit najaar nog eens aan Paul de Leeuw. Jij blijft in elk geval bijzonder zen aan de vooravond van Zomergasten?

LEYERS: Als je het zo wilt noemen. Ik benader dit eigenlijk op dezelfde manier als een optreden. Ik hoop vooral dat ik de ochtend van een uitzending niet opsta met barstende hoofdpijn of een pijnlijke rug. Zonder stem? Nog nooit meegemaakt. Toch maar vlug hout afkloppen, zoals ons ma zou zeggen.

HANS VAN GOETHEM

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content