ZOETE KOEK EN HET JAPANSE AUSCHWITZ

Game of scones: MASATOSHI NAGASE bakt dorayaki-koekjes in AN.

Samen met haar mannelijke collega’s Hirokazu Kore-eda en Kiyoshi Kurosawa behoort Naomi Kawase al vijftien jaar lang tot de crème de la crème van de Japanse auteurscinema. De topregisseuse van onder meer Shara, The Mourning Forest en Still the Water over haar – letterlijk én figuurlijk – zoetste film An.

In haar achtste fictiefilm vertelt Naomi Kawase, ondanks haar internationale renommee nog altijd maar 46, over een wel heel bijzondere vriendschap tussen een vereenzaamde veertiger en een 76-jarig besje. Hij baat in een rustige buitenwijk van Tokio een kraam met dorayaki’s uit, zij gaat deeltijds bij hem aan de slag en vult de traditionele, Japanse gebakjes met heerlijke rodebonenpasta, nadat ze, zo blijkt, heel haar leven gedwongen in een centrum voor leprapatiënten heeft doorgebracht. ‘Dat verhaal gaat erin als zoete koek,’ aldus Kawase, ‘maar het heeft wel een harde kern. Op die lepracentra, waar patiënten vroeger verplicht naartoe moesten, rust in Japan nog altijd een sociaal taboe, ook al is de wetgeving al in 1969 veranderd. Het wordt het Japanse Auschwitz genoemd. Het waren centra waar mensen tegen hun wil in opgesloten werden, weg van hun familie en de maatschappij, en wie van het bestaan van die centra afwist, zweeg erover of keek de andere kant op.’

Je hebt het scenario deze keer niet zelf geschreven. Wist je op voorhand zelf iets over die verborgen geschiedenis?

NAOMI KAWASE: Nee. An is gebaseerd op de gelijknamige roman van Durian Sukegawa. Hoewel het boek me ontroerde, heb ik getwijfeld, omdat ik het niet gewoon ben met andermans materiaal te werken en omdat ik, net als de meeste Japanners, niets afwist van de lepraproblematiek. Maar toen ik op zekere morgen zo’n lepracentrum gezocht, verscheen er plots een volle maan aan de blauwe hemel. Het was zo filmisch dat het bijna ongeloofwaardig was. (lacht) Daar en toen is deze film geboren.

An is niet alleen een romanadaptatie: het is je meest rechtlijnige en melodramatische film tot nog toe. Was je bezorgd dat het niet té zoetig ging worden?

KAWASE: Het komt erop aan om het juiste recept te vinden, zoals het hoofdpersonage het goede evenwicht tussen zoet en bitter vindt met haar rodebonenpasta waarmee ze de dorayaki’s vult. Ik kom uit de documentaire traditie en de basis van mijn films is altijd realisme. Dat was deze keer niet anders. Voor de opnames heeft Kirin Kiki, de oude dame, echt geleerd om dorayaki’s met rodebonenpasta te maken. Ik heb Masatoshi Nagase, die de kraamuitbater speelt, gevraagd om een week in een bakkerij te gaan werken en daar klanten te bedienen. En Kyara Uchida, die het schoolmeisje speelt over wie de kraamuitbater zich ontfermt, heeft tijdens de shoot, net als haar personage, in een sociale woning gewoond. De hele crew deed ook zijn best om zo onopvallend mogelijk aanwezig te zijn. Ik riep nooit ‘actie’ maar hield een bordje omhoog als teken dat de camera liep zodat de acteurs niet wisten of ze nu gefilmd werden of niet.

Met succes, want de film voelt niet ‘literair’ aan.

KAWASE: Ik heb geprobeerd om het verhaal zo beeldend mogelijk te vertellen. Niet de woorden zijn het belangrijkst, maar de emoties en de ideeën erachter. Vandaar dat ik soms inzoom op details, op de bomen, op de wind, zoals ik in mijn werk vaak doe. Het geeft de kijker de tijd om de dingen te degusteren, en het geeft je inzage in het innerlijk van de personages.

Samen met Hirokazu Kore-eda ben je zowat de bekendste filmchroniqueur van het hedendaagse Japan. Zijn jullie vrienden?

KAWASE: Ja, omdat we elkaar vaak tegenkomen in het buitenland. Het is gek. Onze films worden geselecteerd voor Cannes, of voor andere topfestivals, en we zijn zowat de enige Japanse regisseurs wier werk nog internationaal wordt verdeeld, maar in Japan zelf zijn we behoorlijk obscuur. Men is bij ons enkel nog in lokale komedies en genrefilms geïnteresseerd, en omdat Japan als markt groot genoeg is voor die lokale films, hebben de meer artistieke of dramatische films het alsmaar moeilijker om gefinancierd te raken. Daar hebben ik en Kore-eda het soms over, maar over onze films zelf hebben we nog nooit gepraat. Ik ben fan van de zijne, maar of hij van die van mij houdt, weet ik niet. Ik durf het hem niet te vragen. Wil jij eens polsen?

Doe ik.

AN

Vanaf 10/2 in de bioscoop.

DOOR DAVE MESTDACH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content