Dat Jason Bourne – even? – rust krijgt, betekent niet dat Paul Greengrass vakantie neemt. Integendeel: in de politieke actiethriller Green Zone trekt de Britse guerrillaregisseur samen met Matt Damon door Irak op zoek naar massavernietigingswapens. ‘Mijn missie? Een popcornfilm die mensen aan het nadenken zet.’
Met United 93 draaide hij een film over 9/11 toen de rook nog rond de Twin Towers hing. En met The Bourne Supremacy en The Bourne Ultimatum verbond hij een popcornfranchise aan de War on Terror. Plus: hij supportert niet voor Chelsea zoals op de Internet Movie Database te lezen staat, maar wel voor tweedeklasser Crystal Palace. Je kunt dus niet beweren dat Paul Greengrass (54) het zichzelf gemakkelijk maakt. Met zijn nieuwe actiethriller Green Zone is dat duidelijk niet anders.
De film speelt zich af in het mijnenveld van Irak, een terrein dat tot nu toe allesbehalve vruchtbaar bleek voor filmmakers. Bovendien is Green Zone losjes gebaseerd op het non-fictieboek Imperial Life in the Emerald City, waarin Washington Post-journalist Rajiv Chandrasekaran de blunders van de bezetting van Bagdad en de ijdele speurtocht naar Iraakse massavernietigingswapens blootlegt.
Een explosieve onderwerpkeuze? Inderdaad. Een saaie, politieke dossierfilm? Totaal niet. In zijn gekende Bournestijl, met vinnig gemonteerde en vanuit de pols geschoten actie, volgt Greengrass de lotgevallen van de Amerikaanse Sergeant Roy Miller, een geschikte rol voor zijn Bournebuddy Matt Damon.
Kort na de val van Saddam Hoessein speurt Miller in opdracht van Uncle Sam en de neocons in de mean streets van Bagdad naar massavernietigingswapens. Alleen begint hij zich na de zoveelste vergeefse raid af te vragen waar die krengen zich dan wel bevinden. De CIA en de militaire bobo’s die zich in de beveiligde Green Zone rond Saddams paleis bevinden, zouden wel eens een verborgen agenda kunnen hebben.
De klokkenluider van dienst – Miller dus – modelleerden Greengrass en coscenarist Brian Helgeland ( L.A. Confidential, Mystic River, Man on Fire) naar Irakveteraan Richard ‘Monty’ Gonzales. Die fungeerde als militair adviseur voor de film, die grotendeels werd opgenomen in en rond de medina’s van Zuid-Spanje en Marokko. Kosten noch moeite werden gespaard. Zo bevat Green Zone, dat met zijn lange opnames, reshoots en productiekost van honderd miljoen dollar ruim over budget ging, tal van spectaculaire actiescènes, alsook genoeg militaire hardware om Hollywood in te nemen.
Of dat volstaat voor een shockeffect aan de kassa, valt nog af te wachten. Met The Bourne Supremacy (2004) en The Bourne Ultimatum (2007) mag de tandem Greengrass-Damon dan wel twee onvervalste post-9/11-kaskrakers hebben gescoord, de resultaten van alle voorgaande Irakfilms – van Lions for Lambs tot zelfs Oscarslokop The Hurt Locker – vielen dik tegen.
Vandaar waarschijnlijk dat producent Universal in haar promocampagne vaker de merknaam ‘Jason Bourne’ dan het woord ‘Irak’ laat vallen. In de States had die strategie echter weinig succes, want Green Zone wist in zijn openingsweek nog geen 20 miljoen op te halen. Benieuwd of ex-documentairemaker en ex-onderzoeksjournalist Greengrass hier wel goed scoort met zijn film over de invasie van Irak, naar zijn mening ‘de meest rampzalige beslissing van onze generatie’.
Je filmdebuut ‘Resurrected’ ging over de Falklandoorlog, ‘Bloody Sunday’ over de rellen in het Noord-Ierse Derry en ‘United 93’ over de aanslagen van 9/11. Waarom wilde je aan dat geëngageerde oeuvre ook een film over Irak toevoegen?
Paul Greengrass: In de zomer van 2003, toen ik voor het eerst met Matt aan The Bourne Supremacy werkte, waren de Amerikanen net Irak binnengevallen. Op de set werd er voortdurend over de oorlog gesproken en toen de toenmalige bazin van Universal me vroeg wat ik na The Bourne Supremacy wilde doen, antwoordde ik meteen: een Irakfilm maken. Als je de geopolitieke situatie van de jongste jaren analyseert, zie je dat twee gebeurtenissen van cruciaal belang waren: 9/11 en de oorlog in Irak. Oorspronkelijk had ik één film in gedachten, maar het zijn er twee geworden. United 93 over 9/11 en Green Zone over Irak.
Na ‘United 93’ heb je wel eerst ‘The Bourne Ultimatum’ gemaakt.
Greengrass: (Knikt) Omdat ik niet goed wist wat voor een Irakfilm het moest worden. Ik wilde niet nog een United 93 maken, maar ook geen Bournefilm. Met die Bournefilms heb ik getracht de realiteit zo dicht mogelijk te benaderen qua beeldtaal en politiek klimaat. Het mogen dan fran-chisefilms zijn, je kunt de paranoia en de War on Terror via de achterdeur voelen binnensluipen. Toch bleek dat voor het grote publiek geen bezwaar. Toen dacht ik: wat als ik nu eens een popcornfilm maak met dezelfde hedendaagse feel en urgentie, maar ook met het politieke gewicht van United 93? De missie die ik voor Green Zone voor ogen had, was het mainstreampubliek meelokken naar een plek die ze uit vrije wil misschien liever niet betreden.
Daarvoor kocht je in 2006 de rechten op het boek ‘Imperial Life in the Emerald City’ van Rajiv Chandrasekaran. Toch is de film een gefictionaliseerde actiethriller geworden.
Greengrass: Ik wilde het actiegenre in de politieke actualiteit plaatsen. Niet om mensen ervan te overtuigen hoe fout de invasie wel was, wel omdat ik als filmmaker wil interageren met de wereld om me heen. Anderen zoeken hun inspiratie in een fantasiewereld, ik in de realiteit. Alleen vond ik geen enkel waargebeurd verhaal dat zich tot een klassieke thriller leende. Toch had ik het gevoel dat wat zich in de echte wereld afspeelde alle elementen van een complotthriller bevatte: de wapens, het gevaar, de valse informatie, de slechteriken…. Als het niet écht gebeurd was, had er ongetwijfeld wel iemand een film over gemaakt. Voor een goede thriller heb je twee dingen nodig: een held met een duidelijke agenda en een tikkende klok. Vandaar dat ik Brian Helgeland heb gevraagd om een scenario te schrijven dat wel deels op feiten is gebaseerd, maar dat alles wat er de voorbije zes jaar in Irak is gebeurd tot één verhaal samenbalt. Bovendien stelt de held zich dezelfde vragen als de mensen thuis: ‘Wat is hier aan de hand?’ En: ‘Hoe is het zo fout kunnen lopen?’
Je vermoedde indertijd meteen dat er in Irak geen massavernietigingswapens zouden worden gevonden?
Greengrass: Van nature ben ik niet paranoïde aangelegd, maar je moest al heel naïef zijn om te geloven dat er geen andere motieven speelden. Ook de soldaten hadden al na enkele dagen door dat de legerleiding hen wat voorloog. Toen ik Rajivs boek las – waarin de machinaties van de neocons en de CIA worden ontmaskerd – werden mijn vermoedens bevestigd. Plus: ik kreeg een eurekamoment. Het boek gaf me alle informatie die ik nodig had om van de Green Zone een geloofwaardige wereld te maken. Mijn held en mijn complot had ik al. Nu vond ik ook mijn decor: een surrealistische microkosmos met luxehotels en palm-bomen, waar de meest waanzinnige plannen werden gesmeed die indruisten tegen wat zich daarbuiten afspeelde.
Ergens is de film dus toch een ‘J’accuse’?
Greengrass: Neen, hij is een vraagstuk. Of je voor of tegen de oorlog bent, is irrelevant. Het gaat om wie de orders heeft gegeven om na de invasie de Iraakse staatsstructuur en het leger te ontmantelen. En vooral: waarom? Alle debatten in Rajivs boek gingen daarover. Zelfs de CIA waarschuwde dat zoiets een burgeroorlog zou ontketenen, maar het Pentagon en de regering Bush bleven maar beweren dat ze de democratie aan het verspreiden waren. Zo dom kunnen ze echt niet zijn. Dus is mijn vraag: wat zat daarachter en wie spinde daar garen bij? Ik ben niet zo naïef om te denken dat mijn film de waarheid zal blootleggen, maar het blijft een nobele missie om naar antwoorden te streven.
Heeft Universal je bij die nobele missie alle vrijheid gegeven?
Greengrass: Bij geen één van mijn vier films voor Universal hebben ze me iets in de weg gelegd – ook niet bij United 93. Je weet hoe het systeem werkt: artistieke vrijheid koop je met succes.
Woog de druk toch niet zwaarder gezien het deze keer om een Irakfilm met blockbusterbudget gaat?
Greengrass: Niet zwaarder dan bij de Bournefilms. Zulke franchiseprenten kosten nog meer. Als ze niet werken, lig je eruit. Simple as that. Het feit dat die andere Irakfilms flopten, maakte me net nog meer gebeten. Uiteraard blijft het een gok, maar ik denk dat mijn film passie en overtuiging heeft. Ik hoop dat het Oscarsucces van The Hurt Locker hem dat extra zetje geeft. Dan is het eindelijk gedaan met de mantra dat Irakfilms geen geld opbrengen. Doen die superheldenfilms het dan zoveel beter? Daarvan floppen er ook zes op de tien, en de meeste zijn kwalitatief dan nog een stuk minder.
Hoe belangrijk was het om ook de Irakezen aan het woord te laten, in dit geval de informant Freddy?
Greengrass: Heel erg. Uiteindelijk draait de film om het leerproces van Sergeant Miller, en dus eigenlijk om dat van ons, westerlingen. Dan is het cruciaal dat je ook de andere partij hoort en beseft dat niet alle Irakezen pro-Saddam waren. Bovendien is Freddy het emotionele hart van de film, een ex-soldaat die zijn been heeft verloren in de oorlog met Iran en Millers dilemma perfect begrijpt. Vooral het Amerikaanse publiek reageert enorm emotioneel op hem. Amerika is een land met een diep respect voor democratie – meer dan Groot-Brittannië in elk geval. Op een bepaald moment zegt Freddy tegen Miller: ‘Het is niet aan jou om te beslissen wat er hier gebeurt.’ Dan krijgen veel Amerikanen de krop in de keel, alsof ze collectief een catharsis bereiken.
Heb je al reacties gekregen vanuit het Witte Huis?
Greengrass: Neen. Ik ben er zeker benieuwd naar, maar nog eens: ik wil niemand veroordelen. Mijn film is zeker geen pleidooi om politici voor de rechter te sleuren. Ik heb gewoon de film gemaakt die ik wilde en moest maken. Dat is ook mijn advies aan jongere filmmakers. Maak niet de film die anderen willen zien, maak de film die je zelf wilt zien. Engageer je. Zeg wat je te zeggen hebt en accepteer het oordeel van het publiek. Green Zone is voor mij niet persoonlijker of belangrijker dan een Bournefilm. Ook die heb ik met hart en ziel gemaakt.
Hoewel je geen fan was van ‘The Bourne Identity’.
Greengrass: Ik hield wel van de film die Doug Liman gemaakt had, maar ik vond dat ik Bourne iconischer kon maken door hem een morele dimensie te geven. Daar ben ik in de sequels ook in geslaagd, ik ben dus klaar met hem. Voor mij is hij een noughtiesembleem, een man die voortgedreven wordt door de angst en paranoia na 9/11 en de Irakoorlog en die door dat turbulente landschap naar waarheid op zoek gaat.
Nochtans blijven de geruchten over een vierde Bournefilm de kop opsteken.
Greengrass: Bij de studio misschien, maar niet ten huize Greengrass. (Lacht) Ik heb afscheid van hem genomen en geloof me: ik heb er lang en diep over nagedacht. Misschien stuurt iemand anders hem een nieuw tijdperk in, maar ik heb andere paden te bewandelen.
De welke?
Greengrass: Dat weet ik nog niet. Ik beschouw mijn laatste vier films – de twee Bournes, United 93 en Green Zone – als een geheel rond het voorbije decennium, over 9/11 en de gevolgen daarvan. Wat het narratieve epicentrum van het volgende decennium wordt, is voorlopig onduidelijk. Maar ik verzeker je: van zodra ik het weet, staan Matt en ik er midden in.
Jullie blijven dus samenwerken?
Greengrass: Ja. Matt en ik blijven gaan voor relevante films boordevol kick-ass-actie. Houd ons in de gaten! (Lacht)
green zone
Vanaf 14/4 in de bioscoop
Door Dave Mestdach
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier