Hij heeft zich hoorbaar geamuseerd met ‘Goddess In The Doorway’. Het is Jaggers eerste soloplaat in de ware zin van het woord. Hij schreef zowat alle nummers in zijn eentje en prees zichzelf gelukkig met de afwezigheid van The Rolling Stones. Een nieuw wapenfeit van zijn beroemde groep is dan ook niet meteen voor morgen. Door Peter Van Dyck

‘Goddess In The Doorway’, uit op 20/11 (Virgin)

Wyclef Jean was naar eigen zeggen verantwoordelijk voor een fusie tussen hiphop en de eigen rockstijl van Jagger. ‘Ik wilde authentieke rock met de juiste gitaarsound in de mix’, vertelde de geluidsarchitect van The Fugees in Rolling Stone. De titelsong is naar verluidt een mystiek dance-nummer. De zanger van de Stones wou absoluut een béétje eigentijds zijn, maar verkoos tegelijk binnen de traditionele songstructuren te blijven. Welke invloeden er ook insijpelden en wie er ook meespeelde, de kern was de song. De nummers waren heilig.

Jagger componeerde de meeste van die liedjes zelf op gitaar en zette ze thuis op demo. ‘Het is zeker niet zo dat ik al die nummers in de studio opnieuw heb bewerkt, met een enorme hoeveelheid muzikanten erbij. Ik wou de oorspronkelijke magische vonk waarmee ik de songs neerzette niet verloren laten gaan.’ Dat klinkt ons bekend in de oren. Dat is precies wat ook Paul McCartney op Driving Rain heeft gedaan. Met dit verschil: terwijl Macca daarmee naar een oude methode teruggreep, geeft Jagger toe dat hij nooit eerder op die manier had gewerkt.

Big lips genoot van de vrijheid. Volgens hem is democratie niet altijd een goede zaak in de muziek. ‘Een soloplaat is makkelijker om te doen, omdat je niet afgeremd wordt door het comité’, verklaart hij in een interview op de site van Dotmusic. ‘In een groep wil iedereen worden gehoord, begrijp je.’

The Rolling Stones hebben door de jaren heen duidelijk een collectieve identiteit ontwikkeld. Als groep is zo’n sterk karakter een troef om uit te spelen. Maar persoonlijk ervaart de zanger het soms als een last. ‘Het is ook beperkend. Een plaat van The Rolling Stones die geen rockplaat is, dat is ondenkbaar.’

Hij heeft het nodig om af en toe zonder de Stones te opereren. ‘Wat je dan doet, kan immers veel persoonlijker zijn. Ik denk dat verandering, het werken met andere mensen, bovendien gezond is. Het is verfrissend. Het maakt dat ik straks terug naar mijn groep kan met een nieuwe ingesteldheid. Zo’n zijstapje kan de Stones alleen ten goede komen.’

Spitsbroeder Keith Richards zal het graag horen. Zo stil als het rond de Stones is, zo creatief lijkt Jagger momenteel in al zijn nevenprojecten. Het sekssymbool hield zich het voorbije jaar niet alleen bezig met Goddess In The Doorway, hij toonde zich met zijn Jagger Films-productiefirma ook heel bedrijvig in de cinemawereld. Zelf staat hij als acteur in The Man From Elysian Fields tegenover Andy Garcia, James Coburn en Anjelica Huston. Zijn eigen script Enigma is op dit moment in productie. Kevin McDonald draaide daarenboven een documentaire over Jagger, One Day In September getiteld.

Dat hij in zijn drukke agenda geen gaatje vond voor The Rolling Stones, de groep waaraan hij al zijn privileges te danken heeft, inspireerde Richards zoals gewoonlijk tot enkele bittere opmerkingen in de pers. Al dient dat gerelativeerd, de leden van de Stones staat erom bekend in stille periodes de journalisten zelf voer aan te leveren, zodat de groep nooit te lang uit het nieuws blijft. Elkaar de huid volschelden, hoort bij dat spelletje.

Als Jagger stelt dat de relaties in het Stones-kamp goed zijn, hebben we dan ook geen redenen om aan het waarheidsgehalte te twijfelen. ‘Ik ben onlangs nog naar een concert van Charlie’s nieuwe jazzband gaan kijken’, staaft hij zijn uitspraak. ‘Keith en Ronnie waren er trouwens ook.’ Samen concerten bijwonen en een stevige pot pakken, dat doen ze nog samen. Maar een nieuw album klaarstomen, zit er voorlopig nog niet in.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content