De jonge regisseur Oliver Hermanus geeft blank Zuid-Afrika een stomp in de onderbuik met Skoonheid, een grimmig drama over liefde ‘die nie durf te spreek zijn naam nie’. ‘Apartheid zit ons nog altijd in het hoofd: raciaal, maar ook sociaal en seksueel.’

‘Ik besef dat ik geen date movie heb gemaakt’, zegt de 28-jarige Zuid-Afrikaan Oliver Hermanus met zin voor understatement. ‘Maar ik zoek de controverse niet op. Ik heb geprobeerd om een eerlijk portret te schetsen van een man die met zijn gevoelens geen weg weet en opgesloten zit in zijn mentale gevangenis.’

Hermanus heeft het over François van Heerden, het hoofdpersonage uit zijn tweede langspeler Skoonheid. Op het eerste gezicht is François een doodgewone blanke Afrikaner: vader, midden in de veertig en al jaren braaf getrouwd. Alleen heeft hij zo nu en dan stiekem seks met mannen en wordt hij de speelbal van zijn conflicterende gevoelens nadat hij tijdens een trouwerij de mooie jongeling Christian ontmoet.

Voor Skoonheid – een drama waarin ziekelijke jaloezie en obsessieve begeerte in seksueel geweld uitmonden – baseerde Hermanus zich losjes op de novelle Der Tod in Venedig van Thomas Mann. Die werd door maestro Luchino Visconti eerder al verfilmd tot de klassieke doemballade Morte a Venezia, waarin een oude professor smacht naar de schoonheid van Tadzio, het minderjarige object zijner begeerte.

‘Zowel het boek als de film is prachtig’, weet ook Hermanus. ‘Alleen zijn het afgezwakte, wat leugenachtige versies. Toen ik Manns dagboeken las, ontdekte ik dat hij zijn novelle gebaseerd had op een jongen die hij zelf had ontmoet en dat zijn gevoelens veel verder gingen dan het waarderen van diens schoonheid. Wat hem dreef, was lust. Mann kon die verboden gevoelens van zich afschrijven, maar wat als het een modale huisvader overkomt? Wat zijn dan de gevolgen voor hemzelf en zijn omgeving? Uit die vragen is François van Heerden geboren.’

Is homoseksualiteit nog steeds een taboe in Zuid-Afrika?

OLIVER HERMANUS: Eigenlijk niet. Tijdens het apartheidsregime was Zuid-Afrika een van de meest repressieve landen ter wereld, nu is het een van de meest progressieve. Homo’s kunnen trouwen en kinderen adopteren, net als in België. Althans, dat is de geschreven wet. De wet van de straat is nog wat anders. Dat is ook François’ probleem. Hij is vergroeid met de conservatieve waarden die hij onder het apartheidsregime heeft meegekregen en kan zich niet aanpassen aan de nieuwe tijden en zeden. Hij is het slachtoffer van zijn eigen taboes. Hij verlangt naar Christian, maar tegelijk veracht hij zijn verlangens.

Toch heeft François seks met andere mannen. Hij doet zelfs mee aan geheime orgieën op een boerderij.

HERMANUS: Tijdens mijn research ontdekte ik dat er mannen zijn die wel seks hebben met andere mannen, maar daarom niet vinden dat ze homo zijn. Voor hen is het geen levenswijze of -keuze, maar een puur fysieke activiteit. François is een van hen. Af en toe komt hij samen met andere blanke mannen om aan groepsseks te doen. Er wordt niet gekust of gestreeld, want dat zou betekenen dat er sprake is van intimiteit. Die staan ze zichzelf niet toe. Vandaar dat ik die scène zo zakelijk mogelijk in beeld heb gebracht. Eerst denk je: het is een vriendenclubje dat samen een rugbywedstrijd wil bekijken. Tot ze hun kleren uittrekken en met elkaar aan de slag gaan, alsof het een klus is die nu eenmaal moet worden geklaard.

Een nog confronterender scène is die waarin Christian door François wordt verkracht.

HERMANUS:(Knikt) Voor alle duidelijkheid. Mijn film gaat niet over homoseksualiteit, maar over obsessie en jaloezie, en over de kortsluiting die daaruit voortvloeit. In Hollywoodfilms worden verkrachtingen vaak zo zedig in beeld gebracht dat ze gebanaliseerd of – erger nog – geromantiseerd dreigen te worden. Dat vind ik pas verwerpelijk. Elke verkrachting heeft een agressor en een slachtoffer en is zowel fysiek als psychisch gewelddadig. Er is niets moois aan, en je mag ze dus niet esthetiseren. Dat die scène veel mensen choqueert, heeft niet alleen te maken met de ruwheid ervan, ook dat François geen clichématige sociopaat, maar een ordinaire huisvader is, maakt kijkers ongemakkelijk.

Deon Lotz imponeert als het tragische monster François. Was het makkelijk om acteurs te vinden die zo ver durfden te gaan?

HERMANUS: Ik vreesde dat het lastig ging worden, dus zweeg ik over die groepseksscène en die verkrachting tijdens de audities. Pas toen ik maar enkele kandidaten meer over had, bracht ik hen op de hoogte. Deon was de enige die geen krimp gaf. Hij was ervaren en zelfzeker genoeg om zijn rol een plaats te geven en was ook niet bang dat het misschien zijn carrière zou schaden. Gelukkig, want zonder Deon kan ik me de film niet inbeelden.

Hoe reageerden de blanke Afrikaners op ‘Skoonheid’, dat dit jaar trouwens de Zuid-Afrikaanse inzending voor de Oscar van Beste Niet-Engelstalige film was?

HERMANUS: Verdeeld, maar minder negatief dan de zwarte gemeenschap. Er was ook wat protest vanuit homokringen, wat bizar is, aangezien ik in Cannes de Queer Palm won voor de beste holebi-film. Apartheid mag in Zuid-Afrika dan al twintig jaar afgeschaft zijn, het systeem zit ons nog altijd in het hoofd. Op allerlei niveaus: raciaal, maar ook sociaal en seksueel. Er is nog altijd een strijd aan de gang over wie wat mag claimen.

Werd het feit dat je als zwarte regisseur een film over een blank milieu maakt dan als een politieke provocatie ervaren?

HERMANUS: Het is Zuid-Afrika. Bij ons is alles politiek, zelfs een koffie met of zonder melk bestellen. (Lacht)

SKOONHEID

Vanaf 18/4 in de bioscoop.

DOOR DAVE MESTDACH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content