VLAK ALS EEN IJSPISTE CHINEZEN ZIJN HOT TEGENWOORDIG, MAAR YANG FUDONG BLIJFT HARDNEKKIG ROND HET VRIESPUNT HANGEN.

STEDELIJK MUSEUM CS – POST CS-GEBOUW, OOSTERDOKSKADE 5 IN AMSTERDAM, TOT 15 JANUARI. WWW.STEDELIJK.NL

Yang Fudong

Het blijft op de tanden bijten voor wie een tentoonstelling wil meepikken in het Amsterdamse Post CS-gebouw. Het tijdelijk onderkomen van het Stedelijk Museum is niet wat je noemt hartstikke gezellig: het lijkt wel alsof je een openbaar toilet binnenstapt, en dat voegt niet echt iets toe aan de kunst die er op het programma staat. Niettemin is het werk van Yang Fudong (34) vlot en uitvoerig uit de doeken gedaan. De films van de bejubelde Chinees doen je het groezelige Post CS-gevoel tot op zekere hoogte vergeten, al valt het niet mee om vat te krijgen op de trage droomwereld van Mr. Yang. ‘ Art is like going to sleep every night and dreaming,’ zegt hij. ‘ It’s like when you wake up in the morning knowing that you had a dream last night, but you cannot recall what it was that you dreamt.’ Dit ongrijpbare beginsel is overal zichtbaar, en het zorgt voor een glazen wand tussen de kijker en wat zich op de schermen afspeelt.

Hoofdbrok op de tentoonstelling is Close to the Sea (2004), een zaalvullende installatie met tien simultane kleurprojecties. Een verhaallijn vind je niet, hoewel er zich een soort fabel ontspint over een koppel dat letterlijk en figuurlijk schipbreuk lijdt. Terwijl de geliefden op een groot scherm geportretteerd worden, glijden links en rechts taferelen voorbij van koperblazende muzikanten op rotsen aan de kust. Close to the Sea doet je terechtkomen in een droom van iemand anders. Het geheel is afgewerkt en poëtisch, maar erin doordringen is geen optie.

De intussen beroemde filmcyclus Seven Intellectuals is gebaseerd op een Chinese legende uit de derde eeuw. Het verhaal gaat over zeven geleerden die zich uit de corrupte samenleving terugtrokken om in de bossen een zuivere levenswijze te vinden. Impulsen volgen en openstaan voor de schoonheid van de natuur was het ideaal van de groep, en dat werd ook het vertrekpunt voor een reeks zwart-witimpressies over het Chinese verleden en heden. ‘ I wanted to articulate several temporalities together: one that is really ancient, another set during the ’50s and ’60s and ultimately one dealing with the concerns and ideals of today‘, meldt Yang, die vindt dat de hedendaagse Chinees vervreemd is geraakt van zichzelf en daardoor vaste voet onder de grond verliest. In Seven Intellectuals, Part 2 focust hij op jonge stedelingen die handelingen stellen (praten, eten, vrijen) alsof het er verder niet toe doet. De protagonisten hebben geen werkelijk contact met elkaar en lijken emotioneel volstrekt onbewogen. Seven Intellectuals is op een eigenaardige, bijna slaapverwekkende manier meeslepend, maar net zoals de acteurs elkaar niet kunnen beroeren, is het voor de kijker moeilijk om contact te hebben met de film. Je vindt bij Yang Fudong een esthetiek en een emotionaliteit die naadloos in elkaar opgaan – zijn stijl is uiterst beheerst, traag en onwezenlijk – maar echt overtuigen doet de kunstenaar/filmmaker niet. Daarvoor blijken zijn films net iets te geconstrueerd en vlak als een ijspiste. Yang raakt je niet, maar zijn werk past wel netjes in een China-hype die in kunstland voor records blijft zorgen.

Els Fiers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content