Toen Oprah Winfrey in juni vorig jaar Cormac McCarthy interviewde, was dat een uniek moment. De mediaschuwe McCarthy gaf eerder slechts twee interviews voor kranten en kwam nog nooit op tv. Hij liet zich door Winfrey toch overhalen, op voorwaarde dat het interview niet in de studio’s van Oprah plaatsvond maar in Santa Fé, New Mexico, de thuisbasis van McCarthy. Winfrey stemde graag in en kreeg in ruil een uitzonderlijk praatgrage lonesome cowboy van 75 op de sofa.

Centraal in het gesprek stonden de twee romans die hem de ruime aandacht bieden die hij tegen wil en dank verdient: The Road (2006), zijn jongste en goed voor de recentste Pulitzer Prize, en No Country for OldMen (2005), dat dankzij de gebroeders Coen nu ook een succesfilm is. Beide zijn illustratief voor het oeuvre van McCarthy, die vooral bekend staat om zijn nihilistische westerns waarin jonge cowboys opboksen tegen het desolate bestaan in de dorre grensstreek tussen de VS en Mexico. Die thematiek komt het sterkst tot uiting in de Border Trilogy, waarvan het eerste deel, All the Pretty Horses (1992), werd verfilmd door Billy Bob Thornton.

Voor een van de belangrijkste actuele Amerikaanse auteurs telt McCarthy weinig schrijvers onder zijn vrienden en verkondigt hij graag – wanneer hij al iets verkondigt – hoe weinig romans hij leest. Zijn hart ligt bij de wetenschap en samen met vrienden-wetenschappers vormt hij de kern van het Santa Fé Insti-tute, een denktank die hypothetische wetenschappelijke toekomstplannen voor de mensheid uitdoktert. Het voortbestaan van onze beschaving is een grote bekommernis van McCarthy en vormt de kern van The Road.

Na een apocalyptische ramp trekken een naamloze vader en zoon door een bar, koud en duister landschap naar de zuidelijke kust van wat overblijft van de VS. Op die tocht moeten ze gevaarlijke andere overlevenden ontwijken en vooral hun eigen drang om het op te geven verschalken. Een zware opgave die naarmate de pagina’s gedraaid worden steeds onoverkomelijker wordt en die je door de realistische situatieschetsen als lezer ook steeds dichter op de huid gaat zitten.

Uit The Road spreekt weinig hoop, en dat wordt nog eens versterkt door de kale stijl en de fragmentarische, repetitieve opbouw van het verhaal. Het is het handelsmerk van de eigenzinnige cowboy-schrijver, die geen zin heeft om gewoon verhaaltjes te vertellen en voor elke platgemepte lezer wellicht een streepje krast op de kolf van zijn revolver.

Jeroen Bert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content