Dit is niet zomaar een zelfportret, maar een handtekening. Een tekeningetje dat ik vaak gebruik in brieven en gastenboeken, omdat ik het mooier vind dan zomaar een krabbel. Het doet me goed om af en toe mezelf te tekenen. Het besef dat ik mezelf in een paar lijntjes kan vatten, heeft iets geruststellends. Op mijn zesde wou ik Will Tura worden. Al mijn klasgenootjes droomden ervan astronaut of politieagent of voetballer te worden, maar ik wou alleen maar op een podium staan. Ik heb nooit geweten waar het vandaan kwam, maar ik voelde wel dat het iets heel sterks was. Na de humaniora, toen ik moest kiezen, wilde ik eerst rechten doen. Omdat ik het nogal goed kon uitleggen. Maar die drang om op de planken te staan kriebelde toch te veel. Als ik iets van mijn leven wil maken, dacht ik, dan ga ik toch iets moeten doen wat ik echt wil. En ik heb het erop gewaagd.
Soms heb ik het gevoel dat ze me proberen af te schaffen. De beleidsmakers hebben het freelance-acteurs zo goed als onmogelijk gemaakt. Bij de laatste subsidieronde hebben ze het hele middencircuit van de tafel geveegd, alle kleine theaterhuizen. Gevolg: er is geen werk meer in Vlaanderen, ik doe nog bijna uitsluitend producties in Nederland. Vroeger had ik hier vijf à tien aanbiedingen per seizoen. Nu zit ik soms maanden te wachten op een telefoon, die op een dag gewoon niet meer zal komen.
Ik begrijp niks meer van theater. Het zou een ervaring moeten zijn – een belevenis – maar het is een flauw afkooksel van televisie geworden, met MTV-achtige voorstellingen waar geen hond nog wat van snapt. Vroeger zat ik me alleen maar stierlijk te vervelen als ik de zoveelste acteur een fles ketchup zag leegspuiten op het podium, of erger. Maar tegenwoordig bloedt mijn hart echt als ik dat soort dingen zie. De wereld heeft meer dan ooit nood aan goed theater. Aan theater dat ergens over gaat, dat iets te vertellen heeft, dat tegen de schenen schopt, dat bevrijdt en troost en zalft.
l ‘Een mens lijdt het meest aan het lijden dat hij vreest.’ Een vriend zei me dat onlangs, en sindsdien is dat een beetje mijn mantra geworden. Ik vind het niet makkelijk: leven. Mijn basisinstelling is heel pessimistisch – ‘Bloed, zweet en tranen, en dan gaan we dood.’ Maar ik blijf wel hopen dat ik op de een of andere manier ongelijk krijg.
Aceur Wouter Van Lierde vormt samen met Rik Tans de cabaretgroep De Schedelgeboorten. De komende weken toeren ze met hun voorstelling ‘Beter dan ooit tevoren’ langs de culturele centra. Speellijst en info: www.deschedelgeboorten.be.
Opgetekend door Wouter Van Driessche
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier