WIM DELVOYE
Zeven zomerse zines zet een kunstenaar zijn atelier voor ons open. Hoe werken zij? En waaraan werken zij nu? Deze week: Wim Delvoye.
LOCATIE GENTBRUGGE
EXPO NOG TOT 1/9 IN SAN CRISTOFORO, LUCCA;
16-18/9 OP ARTINTERNATIONAL, ISTANBUL.
‘Ik heb vier à vijf ateliers in Gentbrugge. Hier zie je het voornaamste daarvan: een soort kantoorruimte waar ik samen met zeven andere mensen werk. Ik beschouw mijn personeelsleden niet als assistenten, maar als medewerkers. Aan de hand van allerlei verschillende computerprogramma’s ontwerpen zij mijn kunstwerken mee, en ze delegeren de productie, die meestal uitgevoerd wordt in fabrieken, lasbedrijfjes of bronsgieterijen. Er zijn misschien wel honderd tot tweehonderd mensen op de een of andere manier bij mijn werk betrokken. Zelf ben ik ook altijd aanwezig, ik wil meegaan in het ritme. Ik kom altijd wel een uurtje later dan mijn medewerkers op kantoor aan, om te laten zien dat ik de chef van het orkest ben. (lacht) Hoewel ik omringd word door personeel en twintig tot dertig computers, ben ik misschien wel de eenzaamste kunstenaar die er is. Want het is niet omdat je moderne technologieën gebruikt dat je daardoor ook een goeie netwerker bent. En de romantische bohèmekunstenaar die zogezegd afgezonderd van de wereld leeft, zit in werkelijkheid op café pintjes te drinken en heeft succes bij de rijke madammen. (lacht)
‘Toen deze foto gemaakt is, hadden we net een paar van die klassieke aluminium schilden met een venstertje aangekocht. Ik vind dat interessante voorwerpen, omdat ze haast meer alomtegenwoordig zijn dan een fiets! Je hoeft de tv maar aan te zetten of je wordt overstelpt met beelden van rellen waarbij de politie zich met helmen, knuppels en schilden verdedigt tegen demonstranten. Deze schilden laten we bewerken door Iraanse metaalslagers, die er ornamenten op aanbrengen. Veel concreter kan ik op dit moment niet gaan, omdat ik zélf nog niet eens weet welk soort werk eruit zal voortvloeien en waar of wanneer het geëxposeerd zal worden. Er is nog geen totaalconcept. Ik heb door de jaren heen geleerd geen deadlines meer voorop te stellen, geen beloftes meer te maken die ik niet kan nakomen. Je mag de huid van de beer niet verkopen voor hij geschoten is. Mijn werk gaat nu eenmaal gepaard met veel technische moeilijkheden. Daarom werk ik liever in het luchtledige.
‘Mijn atelier is als een wijnkelder. Ik laat er mijn kunstwerken maanden, soms zelfs jaren rijpen. Smaken ze daarna zuurder, dan laat ik het grote publiek er niet van proeven. Smaken ze beter, dan stel ik ze tentoon. Het is een kwestie van het plezier uitstellen, jezelf beheersen. Tijdens het werkproces zijn er wel kleinschalige ‘degustaties’. Ik laat kunstliefhebbers toe in mijn atelier, en hecht veel waarde aan hun feedback. Aan de hand daarvan kan ik beter inschatten of een kunstwerk zijn doel niet mist. Bovendien zien de bezoekers mij op mijn menselijkst. Ze zien mijn gedachtegang en mijn voorbereidingen, maar ook mijn fouten. Ik vind die betrokkenheid belangrijk. Voor mij is kunst geen therapie. Ik doe het niet voor mezelf. Daarom is mijn werk ook nooit biografisch. Het zegt natuurlijk wel iets over mezelf, maar in mijn ogen is kunst toch vooral iets collectivistisch.’
VOLGENDE WEEK KOEN VANMECHELEN
DOOR MICHAEL ILEGEMS FOTO CHARLIE DEKEERSMAECKER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier